Recht op gederfd levensonderhoud en shockschade na overlijden vader?
Shockschade is een vorm van schade die tegenwoordig meer en meer in de belangstelling staat. Shockschade is de psychische schade die iemand heeft opgelopen door een – kort gezegd – gruwelijke gebeurtenis. Het gaat dus om zogenoemde ‘immateriële schade’. De Rechtbank Den Haag heeft op de valreep in 2016 een vonnis gewezen waarin het onder meer ging om shockschade. De casus is illustratief en geeft aan wanneer sprake is van een dergelijke ‘gruwelijke gebeurtenis’ en welke schade geclaimd kan worden.
De vader van dochter is op 16 oktober 2015 overleden. In 2004 was de moeder van dochter overleden. Dochter woonde bij vader en vader voorzag in het levensonderhoud van dochter. Vader is doodgestoken door de ex-man van zijn toenmalige vriendin. Dochter is kort na de steekpartij op straat tweemaal geconfronteerd met het lichaam van haar overleden vader. Zij heeft als gevolg van deze gebeurtenis geestelijk letsel opgelopen, waarvoor zij ook behandelingen ondergaat. Zij vordert van de dader vergoeding van deze shockschade.
Daarnaast vordert dochter vergoeding voor gederfd levensonderhoud. Aangezien zij de dochter is van de overledene kan zij aanspraak maken op vergoeding nu haar vader in haar levensonderhoud voorzag. In de praktijk gaat het natuurlijk vaak om de vraag hoe hoog die vergoeding dan moet zijn. Bij de hoogte van die vergoeding gaat het onder meer om de draagkracht die – de overleden – vader, indien hij nog in leven zou zijn, in de toekomst vermoedelijk gehad zou hebben. Ook wordt rekening gehouden met de behoefte van de dochter. Vader voorzag ten tijde van zijn overlijden volledig in het levensonderhoud van dochter en was voldoende draagkrachtig om gedurende haar studietijd in haar levensonderhoud te blijven voorzien en zou dit volgens de rechtbank ook hebben gedaan. Dat betekent dat dochter recht heeft op vergoeding van de kosten die zij nu moet maken nu vader deze kosten niet meer kan dragen.
Daar waar Amerika met enige regelmaat de actualiteit haalt vanwege enorme hoge schadevergoedingen, zijn de vergoeding voor shockschade in Nederland beduidend lager. In dit geval wees de rechter een bedrag toe van € 10.000,=. De rechtbank acht na vergelijking met andere gevallen en ervan uitgaande dat dochter, die nog jong is, geen blijvend letsel zal overhouden en in staat zal zijn op termijn haar leven weer op te pakken, die vergoeding passend.
Deze uitspraak laat zien dat een groot aantal schadeposten voor vergoeding in aanmerking komt. Op het moment dat aansprakelijkheid is erkend, is het daarom goed om ook uitvoerig aandacht te besteden aan de schadeomvang, ook al kan het leed van in dit geval de dochter met een schadevergoeding niet worden weggenomen.
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" januari 2017.