De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt in 2022 geen extra budget

30 sep 2021

De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt, ondanks politiek aandringen, in 2022 geen extra budget. Een zorgelijk en risicovol besluit.

Dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) al jarenlang over onvoldoende budget beschikt, behoort inmiddels bijna tot algemene kennis. Eind 2020 bleekt al uit een onderzoek van KPMG dat er sprake is van een enorm gebrek aan capaciteit. De circa 185 fte werkzaam bij de AP bleek onvoldoende om goed uitvoering te kunnen geven aan de rol van de AP als privacytoezichthouder en zou meer dan verdubbeld moeten worden. De AP is met het gelijk blijven van haar budget, vanzelfsprekend, niet tevreden.

Hoewel dit soms anders wordt gezien, vormt een zwakke toezichthouder een risico voor (met name internationale) bedrijven. Het toezicht op privacywetgeving is binnen de EU namelijk zo geregeld dat de toezichthouder in het land waar een bedrijf gevestigd is, de leiding heeft bij het toezien op de naleving. Het Europese Hof oordeelde echter op 15 juni 2021 dat, onder bepaalde voorwaarden, een toezichthouder van een lidstaat haar bevoegdheid kan uitoefenen om elke vermeende inbreuk op de AVG onder de aandacht van de gerechtelijke autoriteiten van die lidstaat te brengen, ook al is deze autoriteit niet leidend voor die verwerking van persoonsgegevens. Als de leidende toezichthouder zijn plicht verzaakt, kan een andere Europese toezichthouder dus alsnog optreden.

 

 

 

 

 

 

 

Dit betekent dat multinationals die in meerdere landen persoonsgegevens verwerken en de AP als leidende toezichthouder hebben, bij onvoldoende toezicht door de AP ook met andere Europese toezichthouders kunnen worden geconfronteerd. Dit brengt weer onzekerheid met zich mee, omdat de verschillende Europese toezichthouders privacywetgeving op verschillende manieren interpreteren. Op de lange termijn is een sterke toezichthouder, waarmee een dialoog kan worden gevoerd over de naleving van de AVG, van groot belang. Vooralsnog is met de huidige miljoenennota echter besloten om de AP, hoe kortzichtig ook, klein te houden.

Tom Oerlemans