De Nederlandse rechter onbevoegd in geschil over reisdagboek
Hoewel het auteursrecht een nationaal recht is, worden auteursrechtelijk beschermde werken ook vaak in andere landen verkocht. De komst van het internet heeft deze ontwikkeling verder in de hand gewerkt. Echter, deze internationale kwesties leveren zo zijn eigen praktische implicaties op. De vragen die in dit soort zaken vaak om de hoek komen kijken zijn: (1) welke rechter is bevoegd en (2) welk recht is van toepassing op het geschil. Deze eerste vraag kwam recentelijk nog aan bod in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het ging hier om een vermeende auteursrechtinbreuk op een reisdagboek.
Wat ging eraan vooraf?
De eiser in deze zaak publiceerde in 2018 een reisdagboek. Het reisdagboek vermeldt op iedere pagina een land, waar men een persoonlijke reiservaring aan toe kan voegen. Daarnaast bevat het reisdagboek verschillende opdrachten, to-do lists en een wereldkaart waarmee bijgehouden kan worden welke landen allemaal zijn bezocht. De gedaagde in deze zaak heeft het desbetreffende reisdagboek aangeschaft. Via Instagram heeft eiser vervolgens aan de gedaagde gevraagd of het reisdagboek op bepaalde punten verbeterd zou kunnen worden. Hierop stelde gedaagde voor om het Verenigd Koninkrijk in de nieuwe versie van het dagboek op te splitsen. Op die manier zou onder meer Noord-Ierland een eigen pagina met reistips krijgen. Vervolgens brengt gedaagde zelf in 2021 een reisboek uit over Noord-Ierland, dat sterke gelijkenissen vertoont met het reisdagboek van eiser. Om die reden vordert eiser een schadevergoeding wegens schending van haar auteursrechten.
Het oordeel van de rechtbank
Voordat de rechter de kwestie inhoudelijk gaat behandelen, gaat zij in op de vraag of de rechter überhaupt bevoegdheid is kennis te nemen van het geschil. Hierbij wordt onderstreept dat deze zaak een internationaal karakter heeft. De eiser is namelijk woonachtig in Nederland en de gedaagde in het Verenigd Koninkrijk. Aangezien het Verenigd Koninkrijk niet langer onderdeel uitmaakt van de EU, kan de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet beantwoord worden aan de hand de Brussel I-bis verordening. Deze EU-verordening omvat o.a. regels omtrent welke rechter in internationale kwesties bevoegd is. De rechtbank moet dus terugvallen op het Nederlandse recht om haar bevoegdheid te bepalen.
Op grond van artikel 6 sub e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Nederlandse rechter onder meer rechtsmacht, indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voor gedaan. Dat is volgens de eiser hier het geval, aangezien haar verkopen sterk zijn gedaald in het gebied waar gedaagde actief was. De verkoopcijfers die door eiser zijn aangedragen hebben echter alleen betrekking op de verkoop in het Verenigd Koninkrijk, niet in Nederland. Om die reden is de rechter van oordeel dat de enkele omstandigheid dat er schade in Nederland is geleden, die voortvloeit uit de geleden schade en verlies in het Verenigd Koninkrijk, geen bevoegdheid van de Nederlandse rechter oplevert. Dat internationale toeristen die naar Noord-Ierland op vakantie gaan, geen interesse meer zouden hebben in haar reisdagboek maakt dat niet anders. Deze omstandigheid zorgt namelijk niet voor schade in Nederland. De rechter verklaart zich dus onbevoegd om kennis te nemen van het geschil. Daarbij wordt de eiser als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.
Conclusie
Nu IE-rechtelijke kwesties steeds vaker in internationaal verband plaatsvinden, is het goed te bezien of de Nederlandse rechter wel bevoegd is kennis te nemen van een bepaald geschil. Dit onder meer met het oog op het voorkomen van onnodige juridische kosten.
Heeft u een vraag over een auteursrechtelijke kwestie met een internationaal karakter, of een andere vraag over het intellectueel eigendomsrecht? Neem contact op met een van onze specialisten.