Duidelijkheid rondom waarschuwingsplicht van de aannemer bij meerwerk

20 jul 2022

Op 7 juni 2022 schreef ik over een belangrijk advies van de procureur-generaal over de zogenaamde tenzij-bepaling van art. 7:755 BW. In een arrest van 1 juli 2022 heeft de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de inhoud van de waarschuwingsplicht van de aannemer [opdrachtnemer] bij door de opdrachtgever gewenst meerwerk en de kosten daarvan.

De opdrachtgever heeft de kwestie voorgelegd aan de Hoge Raad omdat hij ervan overtuigd blijft dat de vordering moet worden afgewezen omdat hij vooraf geen concrete inzage heeft gehad in de prijsverhoging.

In tegenstelling tot deze overtuiging oordeelt de Hoge Raad dat de opdrachtgever de noodzaak van de prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen waarbij het niet van belang is of de opdrachtgever zicht had op de (concreet) te verwachten meerkosten. Volgens de Hoge Raad is bij toepassing van de zogenaamde tenzij-bepaling niet van belang of de opdrachtgever ook inzicht had in de omvang van de prijsverhoging dan wel de (concreet) te verwachten meerkosten. Het is aan de opdrachtgever om, nadat hij tijdig door de aannemer is gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging of indien hij die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, contact op te nemen met de aannemer over de omvang van de prijsverhoging. Het is na contact met de aannemer ook de taak van de opdrachtgever om vervolgens te beslissen of hij de gewenste toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk wil opdragen.

Daarnaast bevestigt de Hoge Raad dat indien het bedrag van de prijsverhoging niet is bepaald of slechts een richtprijs is bepaald, de opdrachtgever aan de aannemer ten aanzien van het meerwerk een redelijke prijs verschuldigd is.

Conclusie

Uit de uitspraak volgt dat de waarschuwingsplicht niet zover reikt als gedacht werd door de procureur-generaal. Het is niet de aannemer maar de opdrachtgever die de verantwoordelijkheid krijgt om actie te ondernemen indien sprake is van meerwerk. Het is niet vereist dat de opdrachtgever ook inzicht heeft in de omvang van de prijsverhoging.

Dit houdt dus in dat opdrachtgevers zelf bij de aannemer dienen te informeren naar de omvang van de noodzakelijke prijsverhoging. Indien het voor een aannemer niet mogelijk is om een concrete prijs te noemen, kan een aannemer aanspraak maken op vergoeding van een redelijke prijs.

BG.legal