Failliet, en dan? De inlichtingenplicht van de bestuurder

26 jan 2012

Nadat uw onderneming failliet is gegaan, komt er veel op u af. Naast de persoonlijke emoties die bij een faillissement komen kijken, melden zich onder meer diverse, soms niet al te vriendelijke schuldeisers, kan de fiscus komen vervelen en probeert de bank haar vordering op u in privé te verhalen. Naast dit alles komt er ook nog een curator die allerlei zaken van u wilt weten en hebben en een groot deel van uw tijd in beslag neemt. Soms lijkt het dan ook verleidelijk deze curator gewoon maar even te negeren en u te richten op de overige zaken die uw aandacht vragen. Dit laatste kan echter vervelende gevolgen hebben.

De bestuurder van een failliete vennootschap heeft op grond van de wet diverse verplichtingen. De eerste verplichting van de bestuurder van de failliete vennootschap is daarbij de verplichting om alle medewerking te verlenen aan de curator. Onder deze verplichting valt onder meer het overleggen van de boekhouding, het verschaffen van alle inlichtingen die de curator vraagt en het verschijnen bij de curator zo vaak als de curator dit verlangt. Bovendien dient de bestuurder ook uit eigen beweging die inlichtingen te verschaffen aan de curator waarvan de bestuurder weet of behoort te weten dat deze van belang zijn.

Wat nu als de bestuurder van de failliete vennootschap niet aan zijn inlichtingenverplichting voldoet? De wetgever vindt het meewerken aan de inlichtingenverplichting door de bestuurder erg belangrijk. Daarom kan de curator, in het geval de bestuurder niet de vereiste medewerking verleent, de bestuurder in verzekerde bewaring laten stellen. De bestuurder wordt dan door de politie opgepakt en overgebracht naar het dichtstbijzijnde Huis van Bewaring. Wel dient de curator, alvorens de bestuurder in verzekerde bewaring kan worden gesteld, toestemming te verkrijgen van de rechtbank. Enkel onder bijzondere omstandigheden kan de bestuurder niet aan zijn inlichtingenverplichting worden gehouden. Van deze bijzondere omstandigheden is echter niet snel sprake.

De verzekerde bewaring duurt in eerste instantie maximaal 30 dagen, maar kan indien nodig meerdere malen worden verlengd. Uiteraard dient deze verzekerde bewaringstelling niet onnodig lang te duren. Zodra blijkt dat de bestuurder alsnog bereid is zijn medewerking te verlenen kan hij, zo nodig onder bepaalde voorwaarden, uit de inbewaringstelling worden ontslagen.

Het is dus van groot belang om alle mogelijke medewerking te verlenen aan de curator als uw vennootschap in staat van faillissement is verklaard. Doet u dit niet, dan kan dat vervelende gevolgen hebben!

BG.legal