Gebruik van portretfoto’s in opdracht
Weet je zeker dat je de foto’s mag gebruiken?
Lees hieronder waarom je beter geen afbeeldingen kunt gebruiken zonder expliciete toestemming van de rechthebbende…
Waar gaat de zaak over?
Eisers zijn modellen, een man en een vrouw die bekend zijn in Nederland. De man is professioneel model, de vrouw doet het ‘erbij’. Gedaagde is een eenmanszaak, een modewinkel. Tijdens een TFP-shoot (een shoot die bedoeld is om een portfolio van een model op te bouwen) zijn eisers modellen en levert gedaagde de kleding. Eisers en gedaagde hebben tijdens dit alles geen direct contact gehad met elkaar. Gedaagde gebruikt de resulterende foto’s op verschillende manieren in haar onderneming, onder andere social media, haar website, en posters/billboards en ansichtkaarten in fysieke winkels.
Eisers spreken gedaagde aan wegens inbreuk op hun portretrecht. Tijdens de shoot waren partijen immers volgens eisers overeengekomen dat de foto’s voor anderen dan de rechthebbenden bedoeld waren voor eigen gebruik, social media en de website. Gedaagde hield zich hier niet aan nu ze de foto’s ook op andere plekken gebruikte. Eisers vorderen verwijdering en een schadevergoeding.
Gedaagde antwoordt dat tussen fotografe en eisers was afgesproken dat al het materiaal kon worden gebruikt op de manier zoals gedaagde wenste. Eisers ontkennen dit en vragen om ondertekende bewijsstukken van hun toestemming. Gedaagde legt in de op de discussie volgende rechtbankprocedure een verklaring van de fotografe over die zegt dat met alle partijen was afgesproken dat de foto’s door alle partijen vrijelijk gebruikt kunnen worden.
Is er sprake van portretrecht?
De eisers beroepen zich op hun portretrecht, omdat er sprake is geweest van het maken van portretten in opdracht. De foto’s werden gemaakt op hun verzoek voor hun portfolio. Dat er geen betaling heeft plaatsgevonden maakt niet uit, want dat is niet nodig om te kunnen spreken van een opdracht. Nu er sprake is van portretrecht, betekent dat dat derden toestemming van de eisers moeten hebben om deze foto’s te mogen gebruiken.
Is er sprake van inbreuk?
Kort gezegd is er tussen partijen onenigheid over of er wel of geen overeenkomst is ontstaan voor het gebruik van de foto’s door gedaagde. Er is geen rechtstreeks contact geweest tussen de partijen rondom de shoot, maar ook dan kunnen er nog afspraken zijn. In de rechtspraak wordt vaak uitgegaan van het criterium van de zogenaamde Haviltex-uitspraak (“Haviltex-criterium”): kunnen partijen redelijkerwijs verwachten dat er een overeenkomst heeft plaatsgevonden? Hierbij kunnen omstandigheden, zoals de handelingen of uitingen van een derde – bijvoorbeeld de fotografe – een rol spelen.
De rechter draagt gedaagde op om te bewijzen dat de eisers toestemming hebben gegeven voor het gebruik van de foto’s anders dan website en social media, waaronder gebruik in fysieke winkels. Als ze daarin slaagt, zullen de vorderingen van eisers worden afgewezen. Levert ze geen bewijs, dan worden de vorderingen toegewezen.
Schadevordering op bases van Stichting Beeld Anoniem?
De rechter gaat ook alvast op de schadevordering in. Eisers stellen dat gedaagde lange tijd de foto’s commercieel heeft kunnen gebruiken zonder vergoeding aan eisers te betalen. Bovendien is de mannelijke eiser als professioneel model hoogstwaarschijnlijk opdrachten misgelopen van andere potentiële opdrachtgevers in de modebranche, nu zijn beeltenis al is gebruik door een concurrent.
De eisers vorderen samen een schadevergoeding van een kleine € 14.000,00. Dit bedrag baseren ze op de staffel van Stichting Beeld Anoniem (SBE), een stichting die vergoedingen regelt voor het gebruik van foto’s waarvan de maker niet bekend is. Gedaagde gaat niet direct in op waarom de staffel Stichting Beeld Anoniem niet geschikt is, maar verwijst naar een eerdere schikkingspoging van eisers van EUR 1750. Ook zou het vrouwelijke model minder schade kunnen vorderen dan het mannelijk model.
In mijn ogen laat gedaagde – gebaseerd op het vonnis - hier argumenten liggen waarom SBE niet geschikt is als staffel. Het gaat om een zaak over geportretteerden, niet over makers, en het betreft geen ‘anonieme’ foto’s. In de staffel van SBE zijn verschillende kosten opgenomen om de maker te achterhalen, afspraken te maken voor een licentie, e.d. Om die reden zijn deze kosten geen goede afspiegeling van schadebedragen in een gemiddelde inbreukzaak en als helemaal niet als het om portretrechtinbreuk gaat. Desondanks gebruiken rechters dit vaak bij gebrek aan beter, als de wederpartij geen goed gemotiveerd verweer voert.
Ook in dit geval geeft de rechter aan mee te gaan aan de vordering gebaseerd op SBE, als de gedaagde niet met bewijs van toestemming komt.
Wat kun je hiervan leren?
- Als je foto’s van anderen gebruikt, zorg dan dat je toestemming krijgt van de rechthebbenden zelf. Vertrouwen niet te snel op wat derden hierover zeggen. Ook al bedoelen die derden het goed, ze kunnen er wel eens naast zitten.
- De staffel van
SBEwordt in inbreukzaken over foto’s vaak ingezet – al dan niet terecht – om de hoogte van de schadevergoeding te berekenen. Dit is begrijpelijk, omdat schade vaak moeilijk is aan te tonen. Een gedaagde moet in zijn gemotiveerde verweer uitleggen waarom SBE niet geschikt is, anders is de kans vrij groot dat een rechter een vordering op basis van SBE alsnog toewijst. - Zorg dat in een samenwerking met meerdere partijen duidelijk is wie waar verantwoordelijk voor is, en welke afspraken daarvoor moeten worden gemaakt. Zoals je hierboven ziet kan dat met meerdere partijen soms behoorlijk ingewikkeld worden. Schakel daarom altijd een jurist in. Onze specialisten staan voor je klaar!
Bovenstaande is gebaseerd op dit (tussen)vonnis.