Impact wetswijziging opheffing verpandingsverboden voor bedrijven

14 mrt 2025

Op 4 maart 2025 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet Opheffing Verpandingsverboden. Deze wetswijziging heeft belangrijke gevolgen voor bedrijven, vooral voor het MKB, doordat het hen meer ruimte biedt om hun activiteiten te financieren. De wet zorgt er namelijk voor dat bedrijven niet langer verpandingsverboden in hun contracten mogen opnemen, waardoor vorderingen van bedrijven nu als onderpand voor financiering kunnen worden gebruikt.

Juridische achtergrond

Op grond van art. 3:83 lid 1 BW zijn eigendom, beperkte rechten, en vorderingsrechten vrij overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen een overdracht verzet. Het tweede lid van dit artikel bepaald dat de overdraagbaarheid van vorderingsrechten bij overeenkomst kan worden uitgesloten. Dit geldt ook voor de verpanding van vorderingsrechten, wat volgt uit de schakelbepaling van art. 3:98 BW.

Het verpandingsverbod kwam als eerst aan bod in het arrest Oryx/Van Eesteren. Hierin oordeelde de Hoge Raad dat een verpandingsverbod goederenrechtelijke werking heeft. In het arrest HR Coface/Intergamma kwam de Hoge Raad hiervan terug en oordeelde ze dat voor de vraag of een verpandingsverbod goederenrechtelijke werking heeft, van belang is of partijen dit ook daadwerkelijk beoogd hebben. Het uitgangspunt bleek dat verpandingsverboden in beginsel slechts verbintenisrechtelijke werking hebben, tenzij anders is bepaald.

Wat houdt de wetswijziging in?

De Wet Opheffing Verpandingsverboden beoogt bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, meer mogelijkheden te bieden om externe financiering te verkrijgen. Tot nu toe was het vaak het geval dat grote bedrijven in hun inkoopvoorwaarden opnamen dat leveranciers hun vorderingen niet mochten verpanden aan derden, zoals banken. Dit verhinderde dat deze vorderingen als onderpand gebruikt konden worden bij het verkrijgen van krediet, wat de financieringsmogelijkheden van bedrijven beperkte.

Waarom is dit belangrijk?

Deze wetswijziging komt op een moment waarop veel bedrijven, vooral binnen het MKB, worstelen met het verkrijgen van financiering. Door de wetswijziging wordt het mogelijk om vorderingen, zoals die op naam van een bedrijf en voortkomend uit de uitoefening van hun beroep of bedrijf, over te dragen voor financieringsdoeleinden. Dit maakt het gemakkelijker om werkkapitaal aan te trekken en kan bedrijven helpen sneller toegang te krijgen tot krediet. Volgens VNO-NCW en MKB-Nederland kan deze wijziging zelfs leiden tot een extra kredietruimte van bijna €1 miljard voor bedrijven, wat op zijn beurt ruimte biedt voor investeringen, innovatie en groei.

Wat verandert er exact?

De wijziging betreft een aanpassing van artikel 3:83 BW, waarmee de contractuele mogelijkheid om verpandingsverboden op te nemen wordt ingeperkt. Dit betekent echter niet dat verpanding in zijn geheel verboden is, maar dat verpandingsverboden die betrekking hebben op geldvorderingen voortkomend uit de uitoefening van beroep of bedrijf en die voor financieringsdoeleinden worden overgedragen, niet meer geldig zullen zijn.

Daarnaast introduceert de wet een schriftelijkheidsvereiste: bedrijven moeten schuldenaren schriftelijk informeren voordat zij een vordering verpanden of overdragen. Dit heeft als doel schuldenaren te beschermen tegen onbekende schuldeisers en zorgt ervoor dat bedrijven helderheid krijgen over wie hun schuldeisers zijn.

Gevolgen voor bestaande overeenkomsten

De nieuwe wet zal ook van toepassing zijn op bestaande overeenkomsten. Dit betekent dat verpandingsverboden die al in contracten en algemene voorwaarden staan, niet meer geldig zullen zijn na de inwerkingtreding van de wet. Er geldt een overgangsperiode van drie maanden voor bestaande overeenkomsten, waarna de verpandingsverboden nietig zullen zijn.

Als er in overeenkomsten en algemene voorwaarden verpandingsverboden zijn opgenomen, is het belangrijk om deze tijdig aan te passen. Na de overgangstermijn van drie maanden zullen de verpandingsverboden namelijk geen juridische werking meer hebben. Heeft u vragen over hoe deze wetswijziging specifiek voor uw bedrijf kan uitpakken? Wij praten u graag bij.

Marc Heuvelmans 1