Mag een bank weigeren een zakelijke bankrekening te openen?
Een eigenaar van een coffeeshop heeft in privé een bankrekening bij ING. Hij probeert al enige jaren een zakelijke bankrekening bij ING te openen voor zijn eenmanszaak, waarmee hij de coffeeshop drijft. In 2012 en 2013 heeft ING geweigerd om een zakelijke bankrekening te openen. In 2017 en 2018 weigert ING opnieuw om een zakelijke bankrekening te openen. De man schakelt hierop een advocaat in. Op 9 juli 2020 weigert ING definitief om een zakelijke bankrekening te openen. De man start vervolgens een kort geding waarin hij vordert dat ING een zakelijke bankrekening voor hem moet openen. Is ING verplicht om dit te doen? De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft hierover geoordeeld. De hele uitspraak is hier te lezen.
Deelname aan het economisch verkeer
Vast staat dat het zonder bankrekening vrij moeilijk, zo niet onmogelijk is om deel te nemen aan het economisch verkeer. Mede om die reden is in de wet vastgelegd dat banken aan inwoners van Europa een basisbetaalrekening moeten aanbieden. Voor zakelijke cliënten ontbreekt een dergelijke wettelijke bepaling. In de rechtspraak is echter een trend zichtbaar dat banken onder bepaalde omstandigheden toch verplicht zijn om een betaalrekening aan te bieden aan een zakelijke cliënt.
Zorgplicht banken
De maatschappelijke functie van banken brengt een bijzondere zorgplicht mee. Deze bijzondere zorgplicht geldt zowel voor bestaande cliënten als voor derden met wier belangen de bank op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, rekening moet houden. Zoals gezegd is het in Nederland vrij moeilijk, zo niet onmogelijk, om bedrijfsmatige activiteiten te ontplooien zonder een bankrekening te hebben. Alleen de Belastingdienst al accepteert bijvoorbeeld enkel girale betalingen van loonheffing en vennootschapsbelasting. Om die reden kan een bank onder bijzondere omstandigheden verplicht zijn om een contractuele relatie aan te gaan met een zakelijke cliënt.
Weigering coffeeshop als cliënt gerechtvaardigd?
Het gaat hier zoals gezegd om een coffeeshop. Zonder zakelijke bankrekening kan de coffeeshop niet beschikken over een pinfaciliteit. Dit heeft tot gevolg dat er grote hoeveelheden contact geld rondgaan. De voorzieningenrechter overweegt daarnaast dat het een feit van algemene bekendheid is dat er een achterdeurproblematiek speelt bij de aanlevering van softdrugs. Elke coffeeshop ontvangt in zoverre niet-legale leveranties. Dit enkele feit is echter niet voldoende voor een bank om een coffeeshop als cliënt te weigeren. Bovendien leidt het hebben van grote hoeveelheden contant geld tot grote(re) veiligheidsrisico’s voor de coffeeshophouder en zijn medewerkers. Mede om deze redenen is het ook voor een coffeeshop noodzakelijk om over een zakelijke bankrekening te beschikken.
De voorzieningenrechter oordeelt vervolgens dat er in dit geval onvoldoende andere aanwijzingen zijn dat het openen van een zakelijke bankrekening voor de coffeeshophouder een integriteitsrisico voor ING met zich mee zou brengen. De coffeeshophouder krijgt tot nu toe ieder jaar een nieuwe exploitatievergunning en houdt zich aan de veiligheidsvoorwaarden die de gemeente hem oplegt. Ook uit het onderzoek van de registeraccountant van de coffeeshophouder blijkt niet van onregelmatigheden. Deze bezwaren van ING kunnen er dus niet toe leiden dat ING geen zakelijke bankrekening opent voor de coffeeshophouder.
Ook aan het betoog van ING dat zij geen vertrouwen heeft in de coffeeshophouder gaat de voorzieningenrechter voorbij. Naar de mening van de voorzieningenrechter heeft ING onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan het objectief gerechtvaardigd is dat zij het vertrouwen in de coffeeshophouder verloren is. Ook op deze grond mag ING dus niet weigeren om een betaalrekening te openen voor de coffeeshophouder.
Betaalrekening bij een andere bank
De coffeeshophouder stelt dat hij er belang bij heeft dat ING een zakelijke betaalrekening voor hem opent, omdat andere banken zouden weigeren om een zakelijke bankrekening voor hem te openen. Zonder dat ING een zakelijke bankrekening voor hem opent, zou hij dus niet deel kunnen nemen aan het economisch verkeer. De coffeeshophouder kan echter enkel een afwijzing van ABN AMRO Bank overleggen, zonder dat duidelijk is waarom ABN AMRO Bank de coffeeshophouder niet accepteert als cliënt.
Daarnaast heeft de coffeeshophouder niet aangetoond dat hij een zakelijke rekening heeft aangevraagd bij de andere systeembanken in Nederland, te weten SNS Bank en Rabobank. Pas als al deze banken weigeren een zakelijke bancaire relatie aan te gaan met de coffeeshophouder, heeft hij voldoende aannemelijk gemaakt dat hij geen mogelijkheid heeft om met een andere bank een zakelijke relatie aan te gaan. De coffeeshophouder dient, onderbouwt met stukken, aan te tonen dat hij bij al deze drie banken een aanvraag heeft gedaan en dat deze drie banken hem allemaal hebben afgewezen als zakelijke cliënt. Pas dan is het immers een feit dat hij, als ING geen zakelijke bankrekening voor hem opent, niet deel kan nemen aan het betalingsverkeer. En pas op dat moment is de weigering van ING om een zakelijke bankrekening te openen, onrechtmatig.
Conclusie
Of een bank verplicht is om een zakelijke bankrekening te openen, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Omstandigheden die daarbij een rol spelen zijn bijvoorbeeld de vraag of het openen van de zakelijke bankrekening leidt tot een integriteitsrisico voor de bank, of er redenen zijn waarom de bank geen vertrouwen zou hebben in de potentiële cliënt en of er geen enkele andere bank bereid is om een zakelijke bankrekening te openen. Pas in dat laatste geval heeft de potentiële cliënt immers geen mogelijkheid om deel te nemen aan het economisch verkeer, waardoor de weigering onrechtmatig kan zijn.
Nog meer weten? Het 'recht' op een bankrekening: een overzicht.