Blog
Aanscherping waarschuwingsplicht meerwerk

Auteur
BG Legal
Gepubliceerd
07 jun. 2022

Over de zogenaamde tenzij-bepaling van art. 7:755 BW is begin dit jaar een belangrijk advies aan de Hoge Raad verschenen. Art. 7:755 BW bepaalt dat een aannemer tijdig dient te waarschuwen voor de financiële consequenties van door de opdrachtgever gewenst meerwerk, tenzij de opdrachtgever de noodzaak van de financiële consequenties uit zichzelf had moeten begrijpen. Indien sprake is van deze tenzij-clausule hoeft de aannemer niet te waarschuwen.
In het verleden is - zowel in de rechtspraak als bij de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen - verschillend geoordeeld over de vraag wanneer een opdrachtgever de noodzaak van een prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen. Enerzijds wordt ervan uit gegaan dat voldoende is dat de opdrachtgever uit zichzelf had moeten begrijpen dat het meerwerk tot een prijsverhoging zal leiden, zonder dat duidelijk hoeft te zijn wat de omvang is van de prijsverhoging. Anderzijds wordt gesteld dat pas aan de uitzondering is voldaan indien de opdrachtgever een reëel inzicht heeft gehad in de omvang van de prijsverhoging.
Over een arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 1 december 2020 heeft de procureur-generaal aan de Hoge Raad een uitgebreide conclusie geschreven. Dit is een advies aan de Hoge Raad dat vaak wordt opgevolgd door de Hoge Raad. Het arrest van de Hoge Raad wordt later dit jaar verwacht.
Casus
Oordeel gerechtshof
Conclusie procureur-generaal
Advies