Blog
Compensatie transitievergoeding langdurig zieke werknemer: (bijna) een feit

Auteur
BG Legal
Gepubliceerd
14 aug. 2018

Net voorafgaand aan het zomerreces hebben de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel dat een vergoeding inhoudt voor de door werkgevers aan langdurig zieke werknemers betaalde transitievergoeding als hamerstuk aangenomen. Wel is door de Eerste Kamer nog als vraag bij minister Koolmees neergelegd of alle werkgevers de betaalde transitievergoeding vergoed kunnen krijgen of dat er een grens gaat gelden qua omvang van de onderneming. De datum van inwerkingtreding is nog niet bekend, maar laatstelijk is 1 april 2020 beoogd. Omdat de wet een terugwerkende kracht heeft tot en met 1 juli 2015 is het raadzaam dat werkgevers nu al rekening houden met deze wet indien zij de arbeidsovereenkomst met een langdurig zieke (willen) beëindigen of al vanaf die datum beëindigd hebben.
Achtergrond
Voor de WWZ was uitgangspunt dat een werkgever een werknemer na twee jaar ziekte – indien de werkgever geen verwijt trof van deze ziekte – geen ontslagvergoeding verschuldigd was bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst nadien. Achtergrond vormde dat het voldoende werd geacht dat de werkgever al gehouden was tot twee jaar verplichte loondoorbetaling (minimaal 70% van het maximum dagloon) bij ziekte en daarnaast ook nog kosten maakte voor begeleiding en re-integratie. Toenmalig minister Asscher bleek geen gehoor te willen geven aan de veelvuldig opgaande stemmen, ook onder de WWZ een uitzondering te maken op het verplicht betalen van een transitievergoeding aan deze langdurig zieken. Wel kwam hij, om dubbele kosten voor werkgevers en het aanhouden van zogenaamde ‘slapende dienstverbanden’ met langdurig zieke werknemers te voorkomen, met een wetsvoorstel dat een compensatie inhoudt van de door de werkgever betaalde transitievergoeding aan deze categorie werknemers. De compensatie zal worden betaald uit het Algemeen werkloosheidsfonds (AWF) en worden uitgevoerd door het UWV. Er zal echter wel voor werkgevers een premieverhoging van het de uniforme AWF tegenover staan. Ondanks het feit dat dit wetsvoorstel op veel kritiek stuitte - zo ook van de Raad van State - wordt het wetsvoorstel nu toch wet.
Het lijkt aannemelijk dat de door de Eerste Kamer gestelde vraag of de compensatie voor alle werkgevers gaat gelden bevestigend zal worden beantwoord, omdat niets in de parlementaire stukken wijst op een andersluidend antwoord. Het woord is echter op dit punt uiteraard nog aan minister Koolmees.
Belang voor de praktijk
Omdat de vergoeding ook zal gaan gelden voor arbeidsovereenkomsten die beëindigd zijn vanaf 1 juli 2015 vanwege langdurige ziekte, is het goed dat werkgevers nu al rekening houden met alle uit dit wetsvoorstel voortvloeiende voorwaarden om voor vergoeding van de betaalde transitievergoeding in aanmerking te komen. Deze voorwaarden houden in dat de werkgever aan het UWV schriftelijke stukken moet toesturen, onder meer:
- stukken waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Bijvoorbeeld door toezending aan het UWV van:
- de door het UWV verleende ontslagvergunning wegens langdurige arbeidsongeschiktheid;
- de beschikking van de kantonrechter dat de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid wordt ontbonden;
- de beëindigingsovereenkomst/vaststellingsovereenkomst die als reden van beëindiging met wederzijds goedvinden de langdurige arbeidsongeschiktheid noemt;
- de schriftelijke instemming door werknemer met ontslag door werkgever wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
- de arbeidsovereenkomst (het is niet van belang of het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd betreft; ook een beëindiging van rechtswege waarbij de reden van niet verlengen de langdurige arbeidsongeschiktheid is, valt onder de compensatieregeling);
- bewijs van betaling van de transitievergoeding;
- loonstroken over de ziekteperiode;
- de gegevens die zijn gebruikt om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen.