Blog
Rechtbank geeft Autoriteit Persoonsgegevens rode kaart

Auteur
Tom Oerlemans
Gepubliceerd
26 nov. 2020

De rechtbank Midden-Nederland fluit in haar uitspraak van 23 november 2020 de Autoriteit Persoonsgegevens [AP] terug. VoetbalTV was een videoplatform voor amateurvoetbal en verzorgde de videoregistratie van wedstrijden. De AP deed onderzoek en kwam in november 2019 tot de conclusie dat VoetbalTV onrechtmatig persoonsgegevens zou verwerken. De AP gaf ook aan te gaan handhaven.
Vervolgens bleef het stil, waarop VoetbalTV in mei 2020 beroep instelt vanwege niet tijdig beslissen door de AP. De AP besluit in juni 2020 alsnog om een boete van € 575.000,= op te leggen. Omdat het beroep tegen niet tijdig beslissen ook betrekking heeft op het alsnog genomen besluit, was het aan de rechtbank om de opgelegde boete te toetsen.
De rechtbank vernietigt de boete, omdat deze gebaseerd is op een onjuiste interpretatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming [AVG]. De uitspraak bevat een aantal interessante overwegingen over het begrip ‘gerechtvaardigd belang’, een verwerkingsgrondslag waar VoetbalTV een beroep op deed.
Standpunt AP
De verwerking van persoonsgegevens vereist een verwerkingsgrondslag, zoals opgenomen in artikel 6 AVG. Een van deze grondslagen is het gerechtvaardigd belang (artikel 6 lid 1 sub f AVG). Over de uitleg van het begrip gerechtvaardigd belang publiceerde de AP in november 2019 een normuitleg. Daarin neemt de AP het standpunt in dat een belang slechts gerechtvaardigd kan zijn wanneer het in rechte afdwingbaar is. Het belang moet een min of meer dringend en specifiek karakter hebben dat uit een (geschreven of ongeschreven) rechtsregel of rechtsbeginsel voortvloeit. Het zou (kort samenvattend) om een rechtsbelang moeten gaan. Ook stelt de AP dat een commercieel belang nooit een gerechtvaardigd belang kan zijn. Deze normuitleg leidde destijds tot veel kritiek.Beoordeling rechtbank
Ook de rechtbank heeft nu harde kritiek op deze (te) strenge normuitleg en schuift deze aan de kant. Zo benoemt de rechtbank dat er, volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie [HvJ], aan drie punten moet worden voldaan voor een geslaagd beroep op een gerechtvaardigd belang als verwerkingsgrondslag.- Er moet sprake zijn van een gerechtvaardigd belang;
- de verwerking van persoonsgegevens moet noodzakelijk zijn om dit belang te behartigen; en
- er moet een afweging plaatsvinden tussen de belangen van de verwerkingsverantwoordelijke en betrokkenen.