Publicatie
Schadevergoeding voor de ouders van Maja Braderic

Auteur
BG Legal
Gepubliceerd
12 feb. 2015

In 2003 werd de 16-jarige Maja Braderic vermoord en haar lichaam in brand gestoken. Pas in december 2014 [11 jaar later] heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beslist over een mogelijke vergoeding in de vorm van shockschade, voor de ouders.
Wetgeving inzake shockschade De wet biedt geen mogelijkheid tot het vorderen van shockschade voor nabestaanden. Wel heeft de Hoge Raad in eerdere uitspraken voorwaarden gesteld waarop toch een vergoeding van shockschade mogelijk is. Naast overige voorwaarden moet er in ieder geval sprake zijn van een hevig emotionele shock door het waarnemen van een ernstige gebeurtenis of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan. Shockschade versus affectieschade Shockschade moet men overigens niet verwarren met affectieschade. Shockschade is immateriële schade in de vorm van psychisch letsel, veroorzaakt door de confrontatie met een ernstige gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. Affectieschade is het verdriet om het verlies of letsel van een partner of naast familielid. Tot op heden is het niet mogelijk om affectieschade te claimen bij een aansprakelijke partij. Wel ligt er nu een wetsvoorstel voor vergoeding affectieschade. Voorwaarden voor verkrijging shockschade De Hoge Raad heeft in 2002 overwogen dat voor het vergoeden van shockschade er onder andere sprake moet zijn van:- nauwe relatie met het slachtoffer;
- waarneming van de gebeurtenis of directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan;
- psychisch letsel.
- directe confrontatie met de verkoolde kleding en sieraden;
- onmogelijkheid tot identificatie van dochter;
- uitgebreide media aandacht en strafonderzoek waardoor de ouders voortdurend werden geconfronteerd met de gruwelijke details.