Blog
                            
                    Wie betaalt mijn proceskosten als ik in mijn recht sta?

                                    Auteur
                                    
BG Legal                                
                            
                                Gepubliceerd
                                30 okt. 2012
                            
                    
U voert een discussie, heeft gelijk, maar stuit op weerstand aan de andere zijde. De wederpartij beweegt geen centimeter. Dus moet u zich tot de rechtbank wenden. Daarvoor moeten kosten worden gemaakt. Vooral wanneer het belang van de zaak relatief klein is, kunnen deze kosten verhoudingsgewijs erg oplopen. Wie betaalt deze kosten?
De kosten vallen in twee categorieën uiteen: proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten. Proceskosten zijn noodzakelijke kosten voor het voeren van een procedure. Bijvoorbeeld kosten van de deurwaarder, het griffierecht en advocaatkosten voor de proceshandelingen. Buitengerechtelijke kosten zijn kosten die de adviseur, incassogemachtigde of advocaat maakt in verband met correspondentie, eventuele onderhandelingen, etc. Het gaat daarbij om werkzaamheden die niet direct verband houden met het voeren van de procedure, maar die juist zijn of worden verricht ter voorkoming van die procedure.
Betaalt de verliezer alle buitengerechtelijke kosten? Deze vraag moet meestal ontkennend worden beantwoord. De hoogte van de buitengerechtelijke kosten wordt volgens een vast schema vastgesteld. In de praktijk zijn de toegewezen kosten vaak lager dan de daadwerkelijk gemaakte kosten.
Voorheen werd de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten geregeld in Rapport Voorwerk II. Dit rapport is echter vervangen door een wet, de Wet Normering Vergoeding Buitengerechtelijke Kosten. De hoogte wordt op grond van deze wet berekend aan de hand van een percentage van de hoofdsom:
    - 15% over de eerste € 2.500,-;
 - 10% over de volgende € 2.500,-;
 - 5% over de volgende € 5.000,-;
 - 1% over de volgende € 190.000,-;
 - 0,5% over het meerdere met een totaal maximum van € 6.775,-.