Octrooi-inbreuk: begrip van ex parte verboden en grijsmakingen
Octrooigeschillen kunnen zowel voor octrooihouders als voor degenen die beschuldigd worden van inbreuk hoofdpijn veroorzaken. De EU-richtlijn 2004/48, geïmplementeerd in het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (DCCP) in 2007, verlicht enkele van deze problemen. Het voorziet in ex parte verboden, waardoor rechtbanken verboden kunnen opleggen zonder de verweerder te horen. Deze blog bekijkt wat dit betekent voor zowel octrooihouders als voor vermeende inbreukmakers, met speciale aandacht voor grijsmaking als defensief mechanisme.
Wat is een ex parte verbod?
Onder artikel 1019e(1) van het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen rechtbanken een verbod opleggen zonder de verweerder te horen (zogenaamd ex parte). Een ex parte verbod wordt uitgevaardigd in urgente gevallen, vooral wanneer vertraging onomkeerbare schade aan de octrooihouder kan veroorzaken. Dit betekent dat de rechtbank snel kan optreden om mogelijke inbreuk te voorkomen zonder de verweerder de kans te geven te reageren.
Naast het verbod kan de rechtbank ook eisen dat de inbreukmaker zijn distributeurs formeel opdraagt te stoppen met de verkoop van de inbreukmakende producten. Daarnaast kan het verzoek om een ex parte verbod andere maatregelen omvatten, zoals het in beslag nemen van bewijsmateriaal en het verstrekken van gedetailleerde beschrijvingen van de inbreukmakende producten.
Hoe werkt het?
Het proces begint met de octrooihouder die een schriftelijk verzoek indient bij de rechtbank. De rechtbank kan het verbod direct na ontvangst van het verzoek opleggen of na een korte periode, meestal binnen een week. Samen met het verbod kan de rechtbank de octrooihouder verplichten een waarborgsom of andere geldelijke garantie te verstrekken om de belangen van de vermeende inbreukmaker te beschermen.
Het afdwingen van een ex parte verbod
Als een ex parte verbod onrechtmatig wordt afgedwongen, kan de vermeende inbreukmaker compensatie eisen voor de schade die door de handhaving ervan is veroorzaakt. Bovendien stelt de rechtbank een redelijke deadline vast voor de octrooihouder om volledige juridische procedures te starten, meestal binnen zes maanden na de betekening van de bevelsbrief. Als de octrooihouder dit niet binnen deze periode doet, vervalt het verbod.
Grijsmakingen: een schild tegen ex parte verboden
Inbeslagname van bewijsmateriaal en stopzetting van de verkoop kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de activiteiten en reputatie van een bedrijf. Voor vermeende inbreukmakers die een ex parte verbod verwachten, is er een defensief instrument beschikbaar dat een grijsmaking wordt genoemd. Deze brief is 6 maanden geldig, maar kan op verzoek meerdere keren worden verlengd.
Deze brief, ingediend bij de Rechtbank Den Haag, stelt vermeende inbreukmakers in staat om preventief bezwaren tegen het verbod aan te voeren, met als argument dat het octrooi ongeldig is of dat het betreffende product geen inbreuk maakt op het octrooi. De rechtbank zal deze bezwaren in overweging nemen bij het beoordelen van het verzoek om een verbod.
Als de rechtbank een ex parte verzoek overweegt en een grijsmaking is ingediend, zal de rechtbank de octrooihouder hiervan op de hoogte stellen. Op verzoek van de octrooihouder zal de rechtbank een kopie van de grijsmaking verstrekken. Na ontvangst van deze kopie kan de octrooihouder inhoudelijk reageren of het verzoek volledig intrekken. Het is cruciaal voor de vermeende inbreukmaker om te begrijpen dat hun verdediging bekend kan worden bij de octrooihouder en in toekomstige procedures tegen hen kan worden gebruikt. Bovendien, als de rechtbank het verzoek om een verbod afwijst, zal de vermeende inbreukmaker niet op de hoogte zijn dat een kopie van de grijsmaking naar de octrooihouder is gestuurd totdat er vervolgprocedures ontstaan.
Conclusie
Ex parte verboden bieden octrooihouders een snelle handhaving van hun rechten. Dit brengt echter ook een risico met zich mee voor vermeende inbreukmakers dat deze rechten worden afgedwongen zonder hen de mogelijkheid te bieden zich te verdedigen. Daarom kunnen vermeende inbreukmakers grijsmakingen gebruiken om zich te verdedigen tegen dergelijke ongerechtvaardigde acties. Deze grijsmakingen moeten worden ingediend voordat een verzoek om een verbod wordt ingediend door de octrooihouder.