Onderhands aanbesteden en beginsel van fair play
Het betreft hier een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 28 maart 2013. In deze zaak heeft de gemeente er vrijwillig voor gekozen de onderhavige opdracht aan te besteden. Die keuze aldus de voorzieningenrechter, heeft tot gevolg dat de gemeente zich bij de aanbesteding dient te gedragen overeenkomstig de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de in de precontractuele fase geldende normen van redelijkheid en billijkheid.
De eisende partij in dit kort geding [aan wie de gemeente dus voornemens was niet te gunnen] stelt dat de door de gemeente gegeven toelichting op de afwijzing tardief is, omdat het in strijd is met het beginsel van fair play om een afwijzing nadien te motiveren met een geheel nieuwe reden die niet eerder is aangevoerd. Die nieuwe reden betrof een subgunningscriterium die niet in het aanbestedingsdocument was vermeld en evenmin bleek uit de nota van inlichtingen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het in het aanbestedingsrecht geldende transparantiebeginsel met zich meebrengt dat een aanbestedende dienst geen subcriteria voor de gunningscriteria mag toepassen die zij niet vooraf ter kennis van de inschrijvers heeft gebracht. De gemeente heeft derhalve in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van het aanbestedingsrecht en derhalve is dat handelen onrechtmatig.
De gemeente heeft inmiddels met aan wie het werk zal worden gegund, een overeenkomst gesloten. De gemeente stelt dat er begonnen moet worden met de opdracht en dat het door de eisende partij gevorderde gebod tot opzegging van de overeenkomst moet worden afgewezen en dat de eisende partij het moet doen met een eventuele schadevergoeding.
Bij de afweging van belangen laat de voorzieningenrechter zwaar wegen dat de gemeente heeft gehandeld in strijd met het fair play beginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. De gemeente heeft een effectieve rechtsbescherming tegen de gunningsbeslissing in feite onmogelijk gemaakt door de opdracht al te sluiten. Omdat nog niet is begonnen aan de uitvoering van de opdracht en de overeenkomst voorziet in een mogelijkheid van opzegging door de gemeente, gebiedt de rechter de gemeente de overeenkomst op te zeggen. De voorzieningenrechter benadrukt daarbij dat anders dan de gemeente stelt, er bij een aanbesteding meerdere belangen spelen dan alleen een financieel belang dat kan worden gecompenseerd met een schadevergoeding.