Ontheffing winkeltijdenwet voor onbepaalde tijd houdt geen stand
Op 15 mei 2012 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich uitgelaten over de vraag of het college van B&W te Wassenaar een ontheffing voor onbepaalde tijd mocht verlenen aan een supermarkt. Het betrof een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet. Er waren meerdere supermarkten geïnteresseerd in deze ontheffing. Gelet op het feit dat er slechts een beperkt aantal ontheffingen verleend mag worden, doet de situatie zich al snel voor dat er meerdere gegadigden zijn voor een ontheffing. Om die reden worden er zware eisen gesteld aan de besluitvorming van een dergelijke ontheffing.
Het college van B&W had de enige ontheffing verleend aan supermarkt A voor de periode van september 2009 tot september 2010. Vervolgens werd wederom een ontheffing aan A verleend voor de periode tot en met december 2010. Supermarkt B had ten aanzien van deze ontheffing-verlening geen bezwaren geuit. Vervolgens wordt er door supermarkt A opnieuw om een ontheffing verzocht voor de periode na december 2010. Deze keer verzoekt ook Supermarkt B om een ontheffing. Gelet op het dan geldende beleid wordt de ontheffing echter toegekend aan het eerst binnengekomen ontheffingsverzoek. Dat betrof het verzoek van supermarkt A. In plaats van een ontheffing te verlenen voor de duur van één jaar, verleent het college van B&W een ontheffing voor onbepaalde tijd. Dit terwijl het college wist dat ook supermarkt B een verzoek had ingediend tot verlening van een ontheffing.
De rechtbank zet een streep door deze handelswijze van het college van B&W. Gelet op het feit dat er slechts één ontheffing kon worden verleend, had ook supermarkt B de gelegenheid moeten krijgen om mee te dingen naar een ontheffing. Door de ontheffing voor onbepaalde tijd te verlenen heeft het college van B&W de belangen van supermarkt B om in de toekomst mee te kunnen dingen naar de ontheffing miskend. Aangezien Supermarkt A een ontheffing heeft gekregen voor onbepaalde tijd, sluit dat immers uit dat supermarkt B nog een ontheffing kan krijgen. De rechter geeft aan dat het voor de hand ligt dat de ontheffing aan supermarkt A voor bepaalde tijd wordt verleend zodat in de toekomst ook andere supermarkten aanspraak kunnen maken op een onthef-fing.
Deze uitspraak onderstreept nogmaals de problematiek ten aanzien van de zogenaamde ‘schaarse ontheffingen’. Veel gemeenten worstelen met de vraag hoe zij om moeten gaan met dergelijke ont-heffingen. De bovenstaande uitspraak maakt echter duidelijk dat met ongewijzigd beleid een ontheffing voor onbepaalde tijd niet (meer) toelaatbaar is.