Psychische klachten zorgmedewerker

26 okt 2022

Een zorgmedewerkster loopt psychische klachten op na agressie van bewoners van de zorginstelling. De werkneemster claimt bij de zorginstelling.

Het gebeuren

Twee bewoners van de zorginstelling hebben een handgemeen gehad. De zorgmedewerkster stelt dat de agressie van beide bewoners ook tegen haar was gericht. De psychische klachten van de werkneemster vloeien hieruit voort en niet zozeer uit alleen de waarneming van het gevecht. Zij geeft aan dat zij aan de haren is getrokken, op de grond geduwd, gekrabd en gebeten werd. Haar verklaringen zijn echter niet consistent.

De zorgmedewerkster stelt zich op het standpunt dat zij schade heeft geleden in de uitoefening van haar werk en spreekt de zorginstelling aan.

Kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat de werkneemster niet geslaagd is in het bewijs van haar stelling.

  1. Het is onvoldoende duidelijk wat er nu precies is gebeurd. Er waren geen getuigen. De werkneemster heeft wellicht zelf verklaard. Dit is een zgn. partijgetuigenverklaring. Een dergelijke verklaring kan strekken tot aanvullend bewijs. De kantonrechter oordeelt echter dat de tegenstrijdige verklaringen van de werkneemster niet kunnen dienen als aanvullend bewijs.
  1. Zelfs indien vaststaat dat het incident is gebeurd zoals de werkneemster stelt dan nog is zij niet geslaagd in de bewijslevering. Het is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de psychische klachten zijn veroorzaakt door het voorval. Weliswaar wordt het voorval genoemd in diverse rapportages van huisarts en GZ psycholoog. Echter een zelfstandig oordeel van de behandelaren ontbreekt. Een mogelijk causaal verband tussen de klachten en het incident ontbreekt.

Volgens de kantonrechter heeft de werkneemster niet bewezen dat zij schade heeft geleden in de uitoefening van haar werk en wijst de vorderingen van de werkneemster af.

Conclusie

In deze kwestie struikelt de vordering o.a. op het causaal verband. De psychische klachten worden wel erkend door de kantonrechter. Er volgt nl. consequent uit de medische rapportages dat de werkneemster kampt met ernstige psychische problematiek. Dat deze problematiek te maken heeft met het incident is niet bewezen, aldus de kantonrechter. Dit wordt alleen gesteld door de werkneemster en overgenomen door de huisarts en psycholoog. Een zelfstandig oordeel van de huisarts en psycholoog ontbreken. In het voordeel van de werkneemster was het dan ook beter geweest haar vordering te onderbouwen met oordelen uit de behandelend sector. Beter nog een onafhankelijke expertise waarin duidelijke antwoorden komen over de relatie tussen de klachten en het incident.

Volledige uitspraak ECLI:NL:RBROT:2022:6088

Edith de Koning