Schending beroepsgeheim door aangifte tegen eigen patiënt?

13 nov 2023

Een patiënt heeft twee keer ingebroken in de praktijk van zijn huisarts en steekt de auto van de echtgenote van de huisarts in brand. De huisarts heeft hiervan aangifte gedaan. De patiënt stapt naar het Regionaal Tuchtcollege [RTC] en verwijt de huisarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden bij het doen van de aangifte.

Het gebeuren

De huisarts was enkele dagen niet op de praktijk. De assistente was als enige op de praktijk om telefoontjes te beantwoorden en patiënten door te verwijzen naar de waarnemer. De patiënt wilde een TBC bloedonderzoek en de assistente verwees hem naar de waarnemer. Patiënt wilde niet naar de waarnemer. Hij liep zomaar door naar de spreekkamer van de huisarts. De assistente heeft hem overgehaald de praktijk te verlaten. ‘s-Nachts werd er ingebroken in de praktijk en brand gesticht. De assistente verdacht de betreffende patiënt.

Het blijkt ook de klager geweest te zijn die heeft ingebroken en brand gesticht. Hij wordt  door de rechtbank strafrechtelijk veroordeeld voor die inbraken en de brandstichting. Hij krijgt een gevangenisstraf van 375 dagen en krijgt TBS opgelegd.

Aangifte door huisarts

De huisarts had aangifte gedaan van de inbraak en brandstichting. De huisarts vermeldde hierbij dat de klager vlak na de eerste inbraak en de brandstichting nog in de praktijk is geweest, omdat hij een TBC bloedonderzoek wilde en volgens de assistente toen verward overkwam.

Klacht door patiënt bij Tucht college

Patiënt/klager verwijt de huisarts dat bij de aangifte zonder zijn toestemming onnodig medische informatie aan de politie is verstrekt.

Verweer huisarts

De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Al snel na de aangifte heeft de huisarts zich gerealiseerd dat hij beter niets over het TBC onderzoek had moeten vermelden en heeft de politie nog verzocht dit uit de aangifte te houden. De politie weigerde dit.

Desondanks is de huisarts van mening dat hij met de mededeling van het TBC onderzoek nog geen medische informatie over de klager heeft verstrekt.

Oordeel Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG)

Het RTG beoordeelt of de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden en zo ja of hem dat tuchtrechtelijk verweten kan worden. Uitgangspunt bij deze beoordeling is de handreiking beroepsgeheim en politie/justitie uit het KNMG [Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst].

Volgens deze handreiking mag een arts bij de aangifte tegen een patiënt geen medische informatie verstrekken over de verdachte patiënt en sowieso niet meer informatie verstrekken dan noodzakelijk.

Het RTG is van mening dat de melding van het TBC onderzoek wel medische informatie betreft. En daarbij was het niet noodzakelijk om dit te melden bij de aangifte.

De huisarts had wel mogen aangeven dat de klager voor een onderzoek kwam en daarbij een verwarde indruk op de assistente maakte, maar meer ook niet.

De huisarts heeft zijn beroepsgeheim ten opzichte van de klager geschonden, aldus het RTG.

Maatregel door RTG

Het RTG legt echter geen maatregel op en overweegt in deze:

  • wat de huisarts is overkomen is zeer ingrijpend en traumatiserend geweest;
  • de huisarts heeft in die toestand een verklaring afgelegd;
  • de huisarts, echtgenote en assistente hebben nog steeds last van het gebeuren;
  • de huisarts heeft de volgende dag getracht zijn omissie te herstellen door de politie te verzoeken zijn aangifte aan te passen, maar tevergeefs.

De klacht is dus wel gegrond verklaard maar er wordt vanwege bovenstaande redenen geen maatregel opgelegd

Conclusie

Een hulpverlener kan aangifte doen tegen een patiënt bij een vermoeden van een strafbaar feit. Hierbij moet wel de handreiking in de KNMG worden gevolgd. Er mag bij aangifte niet meer gegevens verstrekt worden dan strikt noodzakelijk is.

De naam en adresgegevens van de verdachte mogen vrijgegeven worden maar geen medische informatie. Er is immers ook dan een zorgrelatie waarvan het beroepsgeheim onderdeel uitmaakt.

Gehele uitspraak.

Edith de Koning