Publicatie
Wanneer is een titel een executoriale titel?

Auteur
Marc Heuvelmans
Gepubliceerd
19 mei 2022

Wie een vordering heeft, wil die natuurlijk betaald krijgen. Normaal betaalt een debiteur zijn schuld binnen de betalingstermijn, zonder problemen. Als dat niet gebeurt, kan sprake zijn van betalingsonwil of betalingsonmacht. In het laatste geval is een harde incasso vaak niet zinvol, omdat die niet zal leiden tot verhaal van de vordering. Overleg over een betalingsregeling biedt dan meer soelaas. Bij betalingsonwil moet onderzocht worden of de vordering op goede juridische gronden bestreden wordt, of dat achter de betwisting tóch betalingsonmacht schuil gaat. Als de vordering inhoudelijk wordt betwist maar niet op dragende gronden, komt een incassoprocedure al snel in zicht.
Of er nu sprake is van betalingsonmacht of -onwil, bij non-betaling zal voor verhaal van de vordering een procedure onvermijdelijk zijn. Doel van die procedure is het krijgen van een executoriale titel, om de regie over de betaling van de debiteur te verschuiven naar de crediteur. Een executoriale titel is bijvoorbeeld een vonnis van een rechtbank dat in kracht van gewijsde gegaan is, of uitvoerbar bij voorraad verklaard is. Dat vonnis wordt aan de debiteur betekend door de deurwaarder en vanaf dat moment kunnen met het vonnis de nodige handelingen uitgevoerd worden om tot betaling te komen. Denk daarbij aan het leggen van executoriaal beslag op bezittingen van de debiteur die openbaar kunnen worden verkocht tot verhaal van de vordering door de crediteur. Zo gezegd lijkt het vrij duidelijk wat verstaan moet worden onder een executoriale titel. Toch leidt dat in de rechtspraak soms tot verwarring, omdat een vordering procedureel niet als zodanig geformuleerd is, maar wel zo bedoeld is. In dat geval kan de rechter, in hoogste ressort de Hoge Raad, invulling geven aan de bedoeling van de crediteur. Dat gebeurde recent in de uitspraak van de Hoge Raad van 25 februari 2022[1].
De casus
Het gerechtshof
De Hoge Raad