Winkeltijdenwet niet in strijd met Europees recht!

31 jul 2012

Op 25 juli jl. heeft de Raad van State zich uitgelaten over de vraag of de Winkeltijdenwet in strijd is met het Europese recht. De gemeenteraad Westland had in 2010 besloten dat winkels in de gemeente op zondag open mochten zijn. De Kroon vernietigde dit besluit omdat de gemeente Westland niet over de vereiste toeristische aantrekkingskracht beschikt. Zondagopenstelling is slechts toegestaan met een ontheffing, één winkel op de 15.000 inwoners mag dan wekelijks de deuren openen, of indien een gemeente ‘autonome toeristische aantrekkingskracht’ heeft. In dat geval mogen de winkels die onder de Winkeltijdenwet vallen, elke zondag de deuren openen.

Nadat de Kroon het besluit vernietigde stelde de gemeenteraad beroep in tegen het regeringsbesluit bij de Raad van State. De gemeenteraad was van mening dat de gemeente wél toeristische aantrekkingskracht had. Bovendien zou de Winkeltijdenwet in strijd met Europees recht zijn aangezien op grond van de Winkeltijdenwet geen beperkingen kunnen worden gesteld aan de zondagopenstelling van winkels. Dit zou in strijd zijn met de Europese Dienstenrichtlijn. Meer in het bijzonder in strijd met het vrij verkeer van goederen, diensten of de vrije vestiging.

De Raad van State oordeelt vervolgens dat de gemeente Westland ‘weliswaar een bepaalde ambitie’ heeft op het gebied van toerisme, maar dat de gemeenteraad niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gemeente daadwerkelijk toeristische aantrekkingskracht heeft om zondagopenstelling van winkels toe te staan. Vervolgens oordeelt de Raad van State dat de Europese Dienstenrichtlijn niet van toepassing is op de Winkeltijdenwet, omdat deze wet geen betrekking heeft op ‘diensten’. Evenmin regelt de Winkeltijdenwet de vestigingsvoorwaarden van ondernemingen. Voor zover de Winkeltijdenwet beperkingen voor de vrijheid van vestiging teweeg zou kunnen brengen, dan zijn deze beperkingen zo onzeker en indirect dat niet kan worden gezegd dat een op deze wet gebaseerde regeling de vrijheid van vestiging belemmert.

Interessant is dat deze uitspraak eens te meer aangeeft dat toeristische aantrekkingskracht niet zonder meer moet worden aangenomen. Het gemeentebestuur zal duidelijk moeten aangeven waar die toeristische aantrekkingskracht precies uit bestaat en in welke mate daarvan sprake is. In de wetsgeschiedenis van de Winkeltijdenwet is een aantal criteria genoemd dat in dat kader een rol kan spelen.