Bescherm het design van uw gebruiksvoorwerpen met auteursrecht
De bescherming van ontwerpen zorgt ervoor dat anderen het niet klakkeloos over kunnen nemen. Op gebruiksvoorwerpen kunnen (vooralsnog) verschillende intellectuele eigendomsrechten rustten, zoals het auteursrecht en het modellenrecht. Op Europees niveau wordt flink gediscussieerd over of, en zo ja wanneer, een gebruiksvoorwerp auteursrechtelijke bescherming kan genieten. Een werk moet namelijk oorspronkelijk zijn, waarbij de maker vrije en creatieve keuzes heeft gemaakt. Terwijl bij gebruiksvoorwerpen, veel aspecten van het ontwerp al ‘vastliggen’ vanwege de functionaliteit.
De Europese Advocaat-Generaal (AG) Szpunar heeft in de conclusie van 8 mei 2025 belangrijke uitleg gegeven over de auteursrechtelijke bescherming van gebruiksvoorwerpen. De belangrijkste punten uit deze conclusie komen aan bod in deze blog.
De aanleiding
Al eerder, in het Cofemel-arrest, oordeelde het HvJ EU dat voor toegepaste kunst dezelfde originaliteitstest geldt als voor andere werken. Tegelijkertijd benadrukte het HvJ EU dat zulke werken alleen in beperkte gevallen auteursrechtelijke bescherming mogen krijgen, om het evenwicht met het modellenrecht te bewaren. De volgende drie vragen vormden kortweg de aanleiding van de recente conclusie over de bescherming van gebruiksvoorwerpen:
- Moeten er strengere eisen worden gesteld aan de toetsing van de oorspronkelijkheid van werken van toegepaste kunst?
- Moet bij de toetsing van oorspronkelijkheid (mede) worden uitgegaan van de subjectieve visie van de maker op het scheppingsproces? En moeten vrije en creatieve keuzes bewust gemaakt worden?
- Is bij de toetsing van oorspronkelijkheid beslissend of de artistieke schepping objectief tot uitdrukking is gekomen? Kunnen daarbij omstandigheden worden meegenomen zoals de presentatie ervan in kunsttentoonstellingen of musea of de erkenning ervan in vakkringen?
Oftewel: gelden er strengere eisen voor de bescherming van gebruiksvoorwerpen? En hoe subjectief en objectief dient de oorspronkelijkheid vastgesteld te worden?
De kern: wat is een auteursrechtelijk beschermd ‘werk’?
Volgens het auteursrecht is een voorwerp een auteursrechtelijk beschermd ‘werk; als het een eigen intellectuele schepping is van de maker. Een werk moet de persoonlijkheid van de maker weerspiegelen, doordat het uitdrukking geeft aan zijn of haar vrije en creatieve keuzes. Deze keuzes moeten zichtbaar zijn in het uiteindelijke ontwerp. Dit wordt ook wel het originaliteitscriterium genoemd.
Geen extra eisen voor gebruiksvoorwerpen
Het auteursrecht moet niet te gemakkelijk worden toegekend aan werken van toegepaste kunst. Het originaliteitscriterium, dat rekening houdt met de feitelijke beperkingen op creativiteit in de context van werken van toegepaste kunst, moet strikt worden toegepast, aldus de AG. Dit betekent echter niet dat er strengere eisen gelden voor de oorspronkelijkheid van gebruiksvoorwerpen zoals meubels, oftewel werken van toegepaste kunst, dan voor andere werken. Dit is een geruststelling voor ondernemers. Een stoel wordt dus op dezelfde manier beoordeeld als een schilderij. Zolang het ontwerp vrije en creatieve keuzes bevat, kan het auteursrechtelijke bescherming genieten.
Vrije keuzes
Er moet dus sprake zijn van ‘vrije keuzes’ van de maker. De AG maakt daarbij duidelijk dat niet-vrije keuzes:
- zijn ingegeven door technische of andere beperkingen; of
- het resultaat zijn van ofwel zuiver utilitaire overwegingen, ofwel methoden of normen die gewoonlijk bij de vervaardiging van de betrokken voorwerpen worden gebruikt; of
- volstrekt onbeduidend of banaal zijn.
Creatieve keuzes
Naast de vrije keuzes moet ook sprake zijn van ‘creatieve keuzes’. Dit zijn volgens de AG niet:
- keuzes zijnde kopiëen van bestaande werken;
- vakkundige of ambachtelijke keuzes;
- triviale variaties;
- voor de hand liggende keuzes;
- keuzes die bestaande trends volgen; of
- keuzes die bepaald worden door functionele doelen.
De mogelijkheid om vrije keuzes te maken, leidt niet tot een vermoeden van creatieve keuzes. De creatieve keuzes moeten de persoonlijkheid van de ontwerper weerspiegelen in de uiteindelijke uitvoering van het ontwerp. Hieruit moet blijken dat het werk van de ontwerper zich onderscheidt van dat van andere ontwerpers.
Oorspronkelijkheid
Verder kunnen de volgende omstandigheden in overweging worden genomen bij de uiteindelijke beoordeling van de oorspronkelijkheid van het betrokken voorwerp:
- de bedoeling van de ontwerper tijdens de creatie en zijn inspiratiebronnen;
- het gebruik van (al dan niet) gangbare modellen;
- de waarschijnlijkheid dat onafhankelijk van het betrokken voorwerp een gelijkaardig voorwerp wordt gemaakt; en
- de erkenning van het voorwerp in vakkringen.
Deze omstandigheden zijn echter niet doorslaggevend. De rechter beoordeelt telkens objectief of er sprake is van een oorspronkelijk werk.
In het geval van werken van toegepaste kunst is de vrijheid van de ontwerpers relatief klein door verschillende beperkingen en schaarste aan creatieve elementen. Toch kunnen zeer gelijkaardige of identieke keuzes van verschillende auteurs creatief zijn en sluit de mogelijkheid dat een gelijkaardig voorwerp onafhankelijk wordt gemaakt, een gebruiksvoorwerp niet uit van auteursrechtelijke bescherming.
Let wel, dat een voorwerp tentoon wordt gesteld in een museum is geen (doorslaggevende) factor om aan te tonen dat iets auteursrechtelijk beschermd is. Het is hoogstens een aanwijzing dat iets oorspronkelijk kan zijn, net als de erkenning ervan in vakkringen. Wat zijn dan wel belangrijke factoren bij de beoordeling van de oorspronkelijkheid van een werk? Dat zijn dus echt de vrije én creatieve keuzes van de maker.
Beoordeling van een inbreuk
Om een inbreuk op het auteursrecht vast te stellen, moet de rechter bepalen of creatieve elementen van het beschermde werk op een herkenbare manier zijn overgenomen in het mogelijk inbreukmakende voorwerp. Het is niet voldoende als er slechts sprake is van onvoldoende verschillende algemene indrukken of dat het beschermde werk een hoge mate van oorspronkelijkheid heeft.
In de praktijk zullen werken van toegepaste kunst die de originaliteitsdrempel halen veelal een laag niveau van originaliteit vertonen. Aangezien er enkel sprake is van een inbreuk als hetgeen wat het werk origineel maakt is gereproduceerd, zal het daarom vaak om een exacte reproductie moeten gaan, om te kunnen spreken van een inbreuk op het auteursrecht van een gebruiksvoorwerp.
Conclusie
Kortom, voor werken van toegepaste kunst gelden géén strengere eisen dan voor andere creatieve werken. Het vereiste is en blijft dat het werk het resultaat is van vrije en creatieve keuzes van de maker, waardoor het zijn/haar persoonlijke stempel draagt. De subjectieve visie van de maker (zoals intentie of inspiratie) kan hierbij meegewogen worden, maar is niet doorslaggevend. Wat telt is of het eindresultaat objectief gezien een oorspronkelijk karakter oplevert. Het maakt niet uit of de keuzes bewust of onbewust zijn gemaakt. Omstandigheden zoals erkenning in vakkringen of presentatie in musea mogen meegewogen worden bij de beoordeling van originaliteit, maar zijn niet beslissend voor de vraag of het werk auteursrechtelijk beschermd is.
Heeft u vragen over de bescherming van uw productdesign of wilt u juridisch sterker optreden tegen kopieën van uw ontwerp? Neem dan contact op meteen van onze specialisten.