Een zorginstelling kan ook besluiten geen behandelingsovereenkomst aan te gaan

02 dec 2022

Wanneer komt de geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand en mag een zorginstelling deze ook weigeren?

De totstandkoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst

De geneeskundige behandelingsovereenkomst is de overeenkomst die de patiënt met de zorginstelling of een hulpverlener sluit. De patiënt sluit de behandelingsovereenkomst met de zorginstelling indien de hulpverlener in dienstverband werkzaam is. Indien de zorginstelling contractspartij is, betekent dit niet dat de hulpverlener geen verplichtingen meer heeft die uit de behandelingsovereenkomst voortvloeien.

Het onderwerp van de behandelingsovereenkomst is het verrichten van handelingen op gebied van de geneeskunst (art. 7:446 van het Burgerlijk Wetboek).  Deze komt tot stand door de algemene bepalingen van aanbod en aanvaarding. Niet is vereist dat die op schrift wordt gesteld, ook een mondelinge aanbieding en aanvaarding brengt de behandelingsovereenkomst tot stand. De behandelingsovereenkomst komt dus al tot stand wanneer de patiënt om advies vraagt en de zorgaanbieder overgaat tot advisering of onderzoek. Doorgaans gaat de behandelingsovereenkomst al van start wanneer een patiënt contact opneemt voor het maken van een (consult)afspraak.

In gevallen dat er twijfel is over het al dan niet bestaan van een geneeskundige behandelingsovereenkomst, is het aan te raden om ervan uit te gaan dat de behandelingsovereenkomst wel tot stand is gekomen. Hierdoor is de zorgaanbieder gebonden aan de wettelijke regels (van de WGBO).

Geen behandelingsovereenkomst

In een aantal uitzonderingsgevallen komt geen behandelingsovereenkomst tot stand. Bijvoorbeeld indien geen handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verricht. De behandelingsovereenkomst komt in beginsel ook niet tot stand wanneer de wil van de patiënt ontbreekt of doordat hij deze niet kan openbaren, denk aan de situatie waar de patiënt bewusteloos of comateus is. Wanneer een hulpverlener dan zorg verleent aan deze patiënt, doet hij dit als zaakwaarnemer.  Een ander voorbeeld is de patiënt die middels een schriftelijke verklaring zorg weigert, denk aan een non-reanimatieverklaring. Het is aan de patiënt om zijn wil daarin voldoende duidelijk te maken.

Het ontbreken van de wil aan de kant van de zorgaanbieder is ook mogelijk, al zal dit in alleen in uitzonderingsgevallen worden aangenomen. De zorgaanbieder heeft namelijk een zorgplicht waardoor hij in beginsel verplicht is om de behandelingsovereenkomst aan te gaan.  Dit kan zowel een hulpverlener als een zorginstelling zijn.

Fact Zorginstelling LinkedIn

Redenen voor het niet-aangaan van een behandelingsovereenkomst

Redenen voor het niet-aangaan van de behandelingsovereenkomst staan niet genoemd in de wet (WGBO), maar volgen uit de rechtspraak. De drie belangrijkste redenen zijn:

  1. Aard of omvang van de hulpvraag gaat de expertise of mogelijkheden van de zorgaanbieder of hulpverlener te buiten
  2. Door eerdere ervaringen met de patiënt ontbreekt bij voorbaat een vertrouwensbasis voor de behandelingsovereenkomst
  3. De hulpverlener heeft een aanzienlijk belang, meestal organisatorisch, om de behandelingsovereenkomst niet aan te gaan.
  4. Aard of omvang van de hulpvraag
    De hulpverlener van de zorginstelling heeft de plicht om zich als een goed hulpverlener te gedragen conform de professionele standaard. Dit houdt in dat deze enkel zorg aanbiedt waartoe hij bevoegd en bekwaam is. Soms weet de hulpverlener al vooraf welke zorg de patiënt nodig heeft en dat hij deze niet kan leveren. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de zorgaanbieder in een ander vakgebied werkzaam is of wanneer de patiënt een andere behandeling wil dan dat de hulpverlener indiceert. Wanneer over de inhoud van de te leveren zorg geen overeenstemming kan worden bereikt, is dit een reden voor de zorgaanbieder om geen behandelingsovereenkomst aan te gaan.
  5. Een ontbrekende vertrouwensbasis door eerdere ervaringen
    Het kan gebeuren dat een zorginstelling of hulpverlener al eerder een negatieve ervaring heeft gehad met de patiënt en deze daarom geen behandelingsovereenkomst wil aangaan. Dit mag de zorgaanbieder indien hij dit gemotiveerd toelicht. Voorwaarde hierbij is dat hij hier niet te lichtvaardig over doet en hij kan aantonen dat de vertrouwensbasis ontbreekt. De ervaringen kunnen kenbaar zijn uit de eigen ervaring of die van een collega.
  6. Het aanzienlijk belang van de hulpverlener
    Er kunnen zowel praktische, als persoonlijke redenen spelen waardoor een zorginstelling of hulpverlener een aanzienlijk belang heeft en een behandelingsovereenkomst sluiten niet van hem gevergd kan worden. Onder praktische redenen valt bijvoorbeeld de beschikbaarheid en bereikbaarheid van de zorgaanbieder. De beschikbaarheid kan in het gedrang komen wanneer de capaciteit van de zorgaanbieder het niet toelaten om nieuwe patiënten toe te laten Daardoor kan de zorgaanbieder dan niet meer goede en noodzakelijke zorg garanderen. Een persoonlijke reden om de behandelingsovereenkomst niet aan te gaan zijn persoonlijke gevoelens die een hulpverlener voor een patiënt heeft.

Naast bovengenoemde redenen kunnen er ook andere situaties zijn waarin de zorgaanbieder een aanzienlijk belang heeft om de behandelingsovereenkomst niet aan te gaan. Hierbij zal altijd zorgvuldig afgewogen moeten worden of het belang dat de zorgaanbieder heeft, in voldoende mate opweegt tegen het belang en het recht van de patiënt op goede zorg.

Zorgvuldigheidseisen

Indien de zorgaanbieder zich op één of meer van bovengenoemde redenen beroept, mag hij de behandelingsovereenkomst alleen niet aangaan indien hij aan de volgende zorgvuldigheidseisen heeft voldaan:

  • De hulpverlener bespreekt zijn besluit met de patiënt;
  • De hulpverlener biedt noodzakelijke hulp aan de patiënt, totdat deze een nieuwe behandelaar heeft;
  • De hulpverlener verstrekt, met toestemming van de patiënt, de eventuele gegevens aan de nieuwe behandelaar.

Overige uitzonderingsgevallen

Andere redenen dat geen behandelingsovereenkomst tot stand komen is als de patiënt op grond van een wettelijke bepaling aan verplichte zorg onderworpen wordt. Dit is veelal bij gedetineerden en militairen. Ook bij een medische keuring door bijvoorbeeld de bedrijfsarts of een vaststellingskeuring voor een verzekering of opleiding komt geen behandelingsovereenkomst tot stand.

Conclusie

Er is al snel sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Een zorgaanbieder mag dus vanwege haar zorgplicht en de afhankelijke positie waarin de patiënt verkeert als hij zorg nodig heeft, niet zomaar weigeren om de behandelingsovereenkomst aan te gaan. Er zijn echter uitzonderingsgevallen. Die zullen altijd duidelijk gemotiveerd moeten worden door de zorgaanbieder.

Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over het (al dan niet) aangaan van een geneeskundige behandelingsovereenkomst? Of heeft u meer in het algemeen een zorgvraagstuk?

Team Zorg van BG.legal

BG.legal