Faillissementspauliana: wanneer mag een curator meerdere transacties tegelijk vernietigen?
Als een onderneming vlak voor een faillissement bepaalde transacties verricht, kan dat de belangen van schuldeisers schaden. Denk aan de overdracht van bezittingen aan gelieerde vennootschappen of het plotseling vestigen van nieuwe zekerheden voor oude schulden. In dat soort situaties kan een curator in beginsel gebruikmaken van de faillissementspauliana: het wettelijk recht om benadelende rechtshandelingen terug te draaien.
Maar wat als het niet om één losse transactie gaat, maar om een samenstel van rechtshandelingen? Moet de curator dan voor elke rechtshandeling afzonderlijk aantonen dat die tot benadeling leidde, of mag hij kijken naar het geheel?
Over die vraag ging een recente zaak die uitmondde in een uitspraak van de Hoge Raad op 20 juni 2025. De uitkomst? De curator mag in bepaalde gevallen het samenstel van transacties als uitgangspunt nemen bij de beoordeling of sprake is van benadeling van schuldeisers.
De zaak Nebo/Megahome
De zaak bij de Hoge Raad draaide om een vastgoedgroep (Megahome) die kort na de kredietcrisis in zwaar weer terechtkwam. De Rabobank trok zich terug als financier, en binnen de groep werden vervolgens grote hoeveelheden grond, vorderingen en zekerheden overgeheveld naar andere (gelieerde) vennootschappen. Het ging onder meer om een bouwclaimovereenkomst ter waarde van ca. 200 miljoen euro, het vestigen van zekerheden, het aanvaarden van aansprakelijkheden oplopend tot € 8,7 miljard, en zelfs het terugkopen van eerder verkochte gronden voor miljarden.
De curator vond dat deze handelingen niet los van elkaar moesten worden beoordeeld, maar dat ze samen één grote uithollingsoperatie vormden. Hij vernietigde het samenstel van rechtshandelingen en vorderde onder meer terugbetaling. De rechtbank en het gerechtshof gaven de curator gelijk. Nebo c.s. stapten naar de Hoge Raad.
Wat zegt de wet?
Op basis van artikel 42 Faillissementswet kan een curator bepaalde rechtshandelingen vernietigen als:
- de schuldenaar deze onverplicht verrichtte;
- deze handeling schuldeisers benadeelde;
- en hij (en ook de wederpartij) wist of moest weten dat dit tot benadeling zou leiden.
Normaal gesproken gaat het daarbij om één rechtshandeling, zoals het vestigen van een pandrecht of het doen van een betaling. Maar in de praktijk zijn situaties vaak complexer en is sprake van meerdere rechtshandelingen. Zeker bij concernstructuren en grotere herstructureringen, waarbij – bijvoorbeeld – activa van de schuldenaar wordt overgedragen en intercompany vorderingen/schulden met elkaar worden verrekend.
De vraag is dan: mag een curator het samenstel van rechtshandelingen als zijnde één rechtshandeling beoordelen of moet hij iedere rechtshandeling afzonderlijk beoordelen. Of anders gezegd, moet de curator dan voor iedere rechtshandeling afzonderlijk aantonen dat sprake is van benadeling van schuldeisers? Of volstaat dat hij aantoont dat het samenstel van rechtshandelingen benadelend is voor schuldeisers.
Hoge Raad: samenstel mag uitgangspunt zijn
De Hoge Raad zegt daar nu het volgende over. Als sprake is van een samenhangend geheel van rechtshandelingen, mag een curator dat geheel als uitgangspunt nemen. Hij hoeft dus niet per rechtshandeling aan te tonen dat sprake was van benadeling en wetenschap daarvan – zolang dat voor het samenstel als geheel maar geldt.
Met andere woorden: de curator mag naar het effect van de gehele constructie kijken en is dus niet beperkt tot de losse rechtshandelingen. Dat betekent ook dat het moment waarop wetenschap van benadeling vereist is, niet telkens hoeft te worden vastgesteld bij iedere afzonderlijke handeling. De Hoge Raad bevestigt hiermee het oordeel van het hof en verwerpt het beroep van Nebo c.s.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Voor curatoren is dit arrest belangrijk. Het biedt steun om complex opgebouwde constructies die benadelend zijn voor de gezamenlijke schuldeisers aan te pakken, zonder dat elke rechtshandeling afzonderlijk onderuitgehaald hoeft te worden.
Maar ook voor ondernemers is deze uitspraak relevant:
- Wees voorzichtig met herstructureringen als de onderneming financieel onder druk staat. Wat op papier een legitieme afspraak lijkt, kan later als onderdeel van een benadelend samenstel worden aangemerkt.
- Bij transacties binnen een groep of tussen bevriende partijen moet u alert zijn op de mogelijke gevolgen bij faillissement.
- Let dus op bij de overdracht van activa aan gelieerde partijen, het aanvaarden van (hoofdelijke) aansprakelijkheid of verrekeningen en het gladtrekken of opschonen van rekening-courantverhoudingen: ook dit soort afspraken kan deel uitmaken van een vernietigbaar geheel.
Overweegt u een herstructurering van de onderneming of het concern? Wilt u voorkomen dat de bedachte constructie later wordt teruggedraaid? Neem dan contact met ons op. Onze specialisten in insolventierecht staan voor u klaar.