Geen auteursrecht op technisch en functioneel ontwerp
Een recente rechtszaak bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant over een apothekerssorteerkast heeft vragen opgeroepen over auteursrechtelijke bescherming. Wanneer wordt een ontwerp beschermd door auteursrecht, en waar liggen de grenzen?
De rechtszaak
Twee partijen werkten samen aan de ontwikkeling van een innovatieve apothekerssorteerkast. De inhoud van de samenwerking is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Gedurende de samenwerking ontstond onenigheid, waardoor partijen besloten de samenwerking te beëindigen. Eiser meent dat hij rechthebbende is ten aanzien van de auteursrechten op de apothekerskast en de afzonderlijke componenten. De eerste vraag was of de kast in kwestie überhaupt auteursrechtelijke bescherming genoot. De eiser stelde dat dit het geval was. Gedaagde stelt dat zij zelf met het idee is gekomen om een sorteerkast te ontwikkelen en dat zij zelf diverse ontwerpkeuzes heeft gemaakt. De keuzes ten aanzien van de diverse componenten zijn in de optiek van eiser functioneel ingegeven, waardoor auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is.
Oordeel van de rechter
Op 18 december 2024 oordeelde de rechtbank dat het ontwerp niet in aanmerking kwam voor auteursrechtelijke bescherming. Veel van de ontwerpkeuzes, zoals de plaatsing van onderdelen, waren functioneel en technisch bepaald. Puur functionele en technische keuzes zonder dat enige vorm van creativiteit valt aan te wijzen, komen niet in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming. Ook kon de eiser niet overtuigend onderbouwen waarom de afmetingen en de egale belichting creatieve keuzes waren. Hierdoor ontbrak het aan het vereiste “persoonlijke stempel” van de maker, een voorwaarde voor auteursrecht. Omdat het ontwerp niet voldeed aan de criteria voor auteursrecht, verloor de eiser de zaak.
Ook het beroep op de slaafse nabootsing ging niet op, aangezien de rechtbank van oordeel was de sorteerkast van eiser geen eigen gezicht op de markt had.
Wat betekent dit voor auteursrecht op ontwerpen?
Deze uitspraak benadrukt dat auteursrecht beperkte bescherming biedt voor ontwerpen met een technisch of functioneel karakter. Het is met dit soort voortbrengselen van belang om goed te benadrukken welke vrije en creatieve ontwerpkeuzes zijn gemaakt, om in aanmerking te komen voorauteursrechtelijke bescherming.
Alternatieve beschermingsmogelijkheden voor functionele Ontwerpen
Als je een technisch of functioneel ontwerp wilt beschermen, zijn er andere regimes binnen het intellectuele eigendomsrecht beschikbaar. Door een combinatie van deze rechten strategisch in te zetten, kun je intellectueel eigendom effectief beschermen en je marktpositie versterken, bijvoorbeeld:
Octrooien:Beschermen technische innovaties, mits ze nieuw en inventief, en toepasbaar in de nijverheid zijn.Modelrecht:Hiermee kun je het uiterlijk van een product beschermen. Creativiteit is hierbij minder van belang; de vormgeving moet nieuw zijn en beschikken over een eigen karakter.
Ook als er geen sprake is van een van de bovengenoemde rechten, is er onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een ander op slaafse nabootsing aan te spreken. Het product moet dan wel een eigen gezicht op de relevante markt hebben en verwarring bij het publiek wekken die – zonder afbreuk te doen aan het gebruik van het product – voorkomen had kunnen worden.
Conclusie
Deze rechtszaak toont aan dat vrije, creatieve keuzes en originaliteit nodig zijn voor auteursrechtelijke bescherming. Denk dus niet alleen na over functionaliteit, maar ook over hoe je de creatieve aspecten van je product kunt beschermen. Indien een product mogelijk niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, is het goed te bekijken of het product door een van de andere IE-regimes beschermd kan worden. Slimme bescherming is tenslotte net zo belangrijk als slim design.
Deze blog verscheen eerder op Engineersonline.nl.