Het beroepsgeheim in de zorg

22 mei 2023

Het beroepsgeheim in de zorg: alles wat zorgverleners moeten weten!

Een zorgverlener moet zwijgen over alles wat hij tijdens de uitoefening van zijn beroep te weten komt over de patiënt. Indien een patiënt het gevoel heeft dat zijn informatie niet vertrouwelijk blijft, ontstaat er zorgontwijkend gedrag. Een patiënt moet zich met een gerust hart tot een zorgverlener kunnen wenden. Dit volgt (o.a.) uit art. 88 Wet BIG.

Welke informatie valt er onder het beroepsgeheim?

Het medisch beroepsgeheim geldt voor alle informatie die een zorgverlener over een patiënt heeft, dus ook niet-medische informatie. Het gaat daarbij ook over informatie die de zorgverlener indirect ter ore is gekomen.

Het medisch beroepsgeheim bestaat uit een zwijgplicht en een verschoningsrecht.

De zwijgplicht is de verantwoordelijkheid dat niemand toegang krijgt tot de door de patiënt aan de zorgverlener toevertrouwde informatie. Het verschoningsrecht is het recht van de zorgverlener om tegenover politie en justitie te zwijgen. Hierin ligt een eigen afweging naar de feiten en omstandigheden.

Wanneer doorbreken?

Het beroepsgeheim mag  in beginsel niet doorbroken worden, er zijn echter wel een paar (zorgvuldig bepaalde) uitzonderingsgronden.

  1. Toestemming patiënt: Als de patiënt zijn nadrukkelijke toestemming geeft voor het delen van de gegevens is er geen probleem. Ook wanneer de zorgverlener mocht veronderstellen dat de patiënt toestemming zou geven, bijvoorbeeld bij een doorverwijzing wettelijke plicht zorgverlener. Soms heeft de zorgverlener een wettelijke plicht om zijn beroepsgeheim te doorbreken. Dit is bijvoorbeeld het geval indien er bij de GGD een melding over een infectieziekte gedaan moet worden, zoals ook bleek gedurende COVID-19.
  1. Meldrecht zorgverlener: Daarnaast zijn er wettelijke bepalingen die een zorgverlener het recht geven om te spreken. De zorgverlener heeft in die gevallen een meldrecht en geen meldplicht. Door het meldrecht kan er een melding worden gedaan zonder de toestemming. Dit is bijvoorbeeld bij een gegrond vermoeden van kindermishandeling (zie hiervoor ook de KNMG Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling). Hier gaat wel een zeer zorgvuldige afweging aan vooraf.
  1. Afweging belangen bij conflict van plichten: Indien er een conflict van plichten voor de zorgverlener ontstaat tussen de geheimhoudingsplicht en het delen van de informatie dient een afweging gemaakt te worden. Hiervoor zijn wel een aantal vereisten voor het beroepsgeheim doorbroken mag worden.
  • Alles is in het werk gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen;
  • Het niet-doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op;
  • De zorgverlener verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht;
  • Er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen;
  • Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking de schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt;
  • Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden.
  1. Zwaarwegend belang: Er zijn ook situaties waarbij een derde een zwaarwegend belang heeft om de informatie te ontvangen. Denk aan afstammingsgegevens of informatie over een erfelijke aandoening. In dergelijke situaties is het aan de zorgverlener het ‘zwaarwegend belang’ van een derde af te zetten tegen het belang van de geheimhouding.

Conclusie

Het beroepsgeheim is een essentieel principe in de zorg, waarbij zorgverleners de verantwoordelijkheid hebben om vertrouwelijke informatie van patiënten te beschermen.

Het uitgangspunt is dat het beroepsgeheim niet mag worden doorbroken, tenzij er sprake is van een van de uitzonderingsgronden. Het is belangrijk voor zorgverleners om zich bewust te zijn van deze uitzonderingen en om hun professionele oordeel te gebruiken bij het beslissen of het beroepsgeheim moet worden doorbroken.

Heeft u een vraag over het beroepsgeheim of heeft u een algemene zorgvraag? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers van de sectie zorg!

Jody Esveldt 1