Interne aansprakelijkheid bestuurder

Behoorlijke taakvervulling

Een bestuurder is verplicht zijn werkzaamheden op ‘behoorlijke wijze te vervullen’. Worden de werkzaamheden niet op behoorlijke wijze vervuld, dan loopt de bestuurder het risico door de onderneming aansprakelijk te worden gesteld voor zijn handelen. De onderneming moet de bestuurder dan wel een zogenaamd ‘ernstig verwijt’ kunnen maken over de manier waarop hij zijn werkzaamheden voor de onderneming heeft verricht.

Ernstig verwijt

Of sprake is van een ernstig verwijt hangt af van de omstandigheden van het geval en uiteraard van het handelen dat de bestuurder wordt verweten. Is bijvoorbeeld sprake van frauduleus handelen of gebruikt de bestuurder het vermogen van de onderneming voor privé doeleinden dan kan de bestuurder al snel een ernstig verwijt worden gemaakt.

Omstandigheden die een rol spelen bij de beoordeling of sprake is van een ernstig verwijt zijn onder andere:

  • de aard van de ondernemingsactiviteiten en de risico’s die daaraan verbonden zijn’
  • de taakverdeling binnen het bestuur;
  • de maatregelen die je hebt genomen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur (door een collega bestuurder) af te wenden;
  • eventuele aanwezige interne richtlijnen en reglementen;
  • de informatie waarover de bestuurder beschikte of had moeten beschikken ten tijde van zijn verweten gedragingen;
  • het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die op zijn taak is berekend en deze taak nauwgezet vervult.

De vraag die je je als bestuurder in dit verband ook kunt stellen is of een redelijk handelend vakgenoot in vergelijkbare omstandigheden hetzelfde zou hebben gehandeld. Is het antwoord op deze vraag “ja”, dan is van aansprakelijkheid ten opzichte van de vennootschap niet snel sprake.

Wie stelt de vordering in?

Het (collectieve) bestuur is bevoegd te besluiten tot het instellen van een vordering door de onderneming tegen een van de (andere) bestuurders wegens onbehoorlijk bestuur. In de praktijk blijkt dat een vordering vaak pas wordt ingesteld nadat de betreffende bestuurder is afgetreden. Verkeert de onderneming in faillissement, dan is uitsluitend de curator bevoegd tot het instellen van een dergelijke vordering.

Decharge

Een bestuurder kan decharge voor het gevoerde beleid worden verleend door de aandeelhouders. De onderneming verklaart in dat geval dat hij de bestuurder niet aansprakelijk zal stellen voor het gevoerde beleid. De decharge strekt zich slechts uit tot informatie die de aandeelhouders bekend is geworden (of uit de jaarrekening volgt). Een curator is in beginsel aan de verleende decharge gebonden. Voor eventuele externe aansprakelijkheid kan geen decharge worden verleend.

Verweer

Uitgangspunt is collectieve aansprakelijkheid. Dus als het bestuur bestaat uit meerdere personen, maar het verwijtbare handelen is verricht door een bestuurder, dan is het volledige bestuur aansprakelijk. Een individuele bestuurder heeft wel de mogelijkheid om zich te verdedigen. Hij kan zich disculperen van aansprakelijkheid als hij aantonen dat het onbehoorlijk bestuur niet zag op zijn taken en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.

Meer weten?