Inwerkingtreding van EU Open Data richtlijn

16 aug 2021

De overheid is steeds meer bezig met proactief informatie delen en ook op EU niveau wordt hier al jaren aan gewerkt. De Open Data richtlijn van 2019 (de richtlijn) over deze overheidsinformatie moest in juli al geïmplementeerd zijn bij de lidstaten. Hoewel dit in Nederland nog niet is gebeurd, is het al wel mogelijk om de te verwachte veranderingen te bekijken. Zo heeft de VNG al de mogelijke impact van de richtlijn op overheden geanalyseerd.

Wat is overheidsinformatie?

Onder overheidsinformatie die gedeeld moet worden valt alle informatie die door openbare lichamen wordt verzameld, gemaakt en gebruikt voor het uitvoeren van hun publieke taak. Gevoelige informatie, informatie waar rechten van derden of wettelijke beperkingen op rusten, hoeft niet gedeeld te worden. De specifieke definitie is te vinden in artikel 1 van de richtlijn.

Wat verandert er?

  1. Data die bij onderzoek door of voor overheden wordt gebruikt of verzameld, moet beschikbaar worden gesteld aan de overheidsorganisatie. De overheidsorganisatie kan daarna deze gegevens op verzoek beschikbaar stellen voor hergebruik.
  2. Als er informatie wordt gedeeld, moet dit gebeuren op een wijze die zo veel mogelijk voldoet aan open standaarden. De gebruikte formaten van de documenten moet ook machine leesbaar zijn. Hier mag van worden afgeweken als dit een onevenredige inspanning zou vereisen.
  3. Gegevens die vaak veranderen, zoals sensormetingen, moeten direct beschikbaar worden gesteld via een Application Programming Interface (API) en daarna ook in grotere bulkbestanden. Hier mag alleen van afgeweken worden als de uitvoering een financiële of technische onevenredige inspanning zou vereisen.
  4. Vroeger mochten overheden nog kosten in rekening brengen voor het hergebruik, maar in de richtlijn is dat niet meer toegestaan. Alleen de kosten van het vermenigvuldigen, verstrekken en verspreiden mogen in rekening gebracht worden. Ook maatregelen zoals het anonimiseren van gegevens zijn kosten die teruggevorderd kunnen worden bij een opvragende partij. Deze regels gelden echter niet voor overheidsorganisaties die verplicht zelf een deel van hun inkomsten moeten genereren, zoals musea, bibliotheken en archieven.
  5. Het is toegestaan voor overheden om bepaalde data alleen aan een partij te leveren, mits deze afspraken transparant zijn, het in ieder geval bekend is welke informatie er wordt gedeeld en wat de kosten zijn. Daarnaast heeft iedere overeenkomst een maximale duur van 3 jaar.
  6. Er komt een lijst van hoogwaardige datasets: de Europese High Value Datasets List (HVDL). Deze datasets moeten door overheden kosteloos, in een machine leesbaar formaat en met API’s en bulkdownloads beschikbaar worden gesteld. De lijst specifieke lijst zal later door de Europese Commissie vast worden gesteld, maar er is al wel een lijst met thematische categorieën die waarschijnlijk meegenomen gaan worden:
    a. Geospatiale data;
    b. Aardobservatie en milieu;
    c. Meteorologische data;
    d. Statistiek;
    e. Bedrijven en eigendom van bedrijven;
    f. Mobiliteit.

Wat betekent dit voor openbare lichamen?

Na de implementatie van deze richtlijn zullen openbare lichamen meer informatie moeten gaan voorbereiden om te kunnen delen. Dit zal leiden tot een toename in kosten. De VNG geeft in haar impactanalyse aan dat de mate van impact afhangt van de manier waarop de richtlijn wordt geïmplementeerd. Het opzetten en onderhouden van API’s voor alle dynamische data zal voor lang niet alle organisaties vanzelfsprekend zijn.

Wat kunnen organisaties en burgers hiermee?

De overheid zal meer informatie gaan delen waarmee organisaties en burgers aan de slag kunnen. Bedrijven kunnen de informatie gebruiken in hun producten terwijl journalisten en onderzoeksgroepen meer kunnen leren over Nederland. Ook burgers kunnen meer leren over de nationale en lokale overheden, zeker als de HVDL eenmaal bekend is.

Als u vragen heeft over hoe u overheidsdata kunt hergebruiken en welke informatie u op kunt vragen, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal).

Jos van der Wijst