Is de vormgeving van een industrieel product beschermd?

12 aug 2019

Bij het vormgeven van een (industrieel) gebruiksvoorwerp worden keuzes gemaakt. Die keuzes kunnen leiden tot een vorm waardoor het product zich kan onderscheiden van vergelijkbare producten. Een bekende of originele vorm kan ook aantrekkelijk zijn om na te bootsen. Dat maakt het voor een concurrent vaak makkelijker om het product te verkopen. Daarom kan het aantrekkelijk zijn om ervoor te zorgen dat de vormgeving van een industrieel product met intellectuele eigendomsrechten wordt beschermd. Met name door het auteursrecht, merkenrecht en modellenrecht. Maar waar liggen de grenzen? Waar ligt de ruimte voor een concurrent? Wat kan wel en wat vormt inbreuk?

Wanneer is de vorm auteursrechtelijk beschermd?

Het moet gaan om een vormgeving die ‘een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk’. Meer concreet betekent dit:

  • De vorm mag niet zo banaal of triviaal zijn dat daarin geen creatieve arbeid uit blijkt
  • Het vormelement moet niet noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van een technisch effect.
  • Verder mag de vorm niet bepaald zijn door of het gevolg zijn van technische uitgangspunten.

De vraag is dan ook altijd of er bij het kiezen van vormelementen creatieve keuzes gemaakt konden worden. Voorop staat dat het gebruiksvoorwerp aan bepaalde technische en functionele eisen moet voldoen. Maar dat laat vaak nog steeds ruimte voor creatieve keuzes bij het maken van keuzes over elementen van de vorm. Zodra er sprake is van creatieve keuzes kan sprake zijn van het ontstaan van auteursrecht. Wanneer er geen sprake is van creatieve keuzes dan ontstaat er ook geen auteursrecht. Of er auteursrecht is ontstaan moet worden beoordeeld naar het moment waarop het werk is gemaakt.

Casus Afvalzuiger

In een recente kortgedingprocedure kwam aan de orde de vraag of de afvalzuiger van Glutton auteursrechtelijk beschermd was. Vervolgens was de vraag of de afvalzuiger van Vanguard inbreuk maakte op het auteursrecht van Glutton. In de kort geding uitspraak van 10 mei 2019 zijn de vorderingen van Glutton afgewezen.

 

 

 

 

 

 

De eerste vraag was welke vormgevingselementen auteursrechtelijk zouden zijn beschermd. Glutton had dit te vaag aangegeven in de dagvaarding. Glutton had zes kenmerkende vormgevingselementen genoemd: “de (vormen, formaat en plaats van de) drie wielen, de hoge witte opvangbak, de uitneembare zwarte mini-container, de gestileerde witte kap met zuigslangen en geprofileerde neus alsmede de (plaats en vorm van de) verbindingsslang”. Hieruit kon de rechtbank niet afleiden wat nu de auteursrechtelijk beschermde vormgevingselementen waren, volgens Glutton. De rechtbank geeft aan dat dit met name relevant is omdat het hier gaat om een ‘industrieel gebruiksvoorwerp waarvan vele onderdelen (in hoge mate) technisch en functioneel zullen zijn bepaald’. Dat bleek onder andere uit de vier octrooien die voor de Glutton afvalzuiger zijn gevestigd. Glutton had dit dus beter moeten toelichten.

Op de zitting heeft Glutton 15 elementen genoemd die van de Glutton afvalzuiger een auteursrechtelijk beschermd werk zouden maken. Daarbij is tevens aangegeven waarom die elementen niet technisch dan wel functioneel bepaald zouden zijn. Pas op de zitting kon voor het eerst daar discussie over worden gevoerd. De rechtbank vindt dat Glutton dat eerder in de procedure concreter had moeten maken.

Vergelijking origineel met latere werk

Vervolgens zou aan de orde moeten komen het vergelijken van het origineel (van Glutton) met het latere werk (van Vanguard).

De rechtbank geeft aan dat de vormen gelijkenis vertonen maar ook de nodige uiterlijke verschillen. Aan een beoordeling komt de rechtbank niet toe. Die vergelijking moet namelijk plaatsvinden aan de hand van de ‘auteursrechtelijk beschermde elementen’. En die had Glutton nu juist onvoldoende duidelijk gemaakt. En dus strandt het daar.

Wie is de maker?

In de procedure werd ook betwist dat degene die de procedure was gestart, de auteursrechthebbende was. Dit was gebaseerd op een publicatie waarin de eigenaar van het bedrijf aangaf de vorm met een pen op een stuk papier te hebben gezet. In het artikel staat vervolgens “Hij heeft een beroep gedaan op de diensten van een ontwerper om een vorm te vinden die onopvallend en speels is en die perfect in de omgeving past”.

En dus was de vraag wie de auteur van het werk was (de externe ontwerper?) en of het auteursrecht op de juiste wijze was overgedragen.

Ook hier kwam Glutton niet uit.

Wat betekent dit voor de praktijk
  • Het is verstandig om bij de vormgeving van een (industrieel) gebruiksvoorwerp een dossier aan te maken. In dat dossier moeten afbeeldingen komen van de vormen die al bekend zijn. Tevens moet worden aangegeven welke vormgevingselementen nieuw zijn en afwijken van de rest. Ook moet concreet worden gemaakt waar de keuzes zijn gemaakt, waarom en waaruit gekozen kon worden. Dit om later te kunnen onderbouwen dat de keuze niet functioneel dan wel technisch was bepaald.
  • Wanneer een concurrent met een ontwerp (te) dicht in de buurt komt dan moet een vergelijking worden gemaakt. Daarbij moeten de auteursrechtelijk beschermde elementen van het origineel worden geplaatst naast de kopie. De conclusie moet dan zijn dat sprake is van een kopie.
  • Wanneer bij het ontwerpen externe partijen worden betrokken dan moet auteursrecht worden overgedragen. Naar Nederlands recht moet auteursrecht schriftelijk, door middel van een akte worden overgedragen. Hier gaat vaak wat mis. Vaak wordt dit vergeten. De opdracht aan een vormgever voor het maken van een ontwerp, het vervolgens betalen van de factuur, betekent nog niet dat het auteursrecht daarbij is overgedragen.
Wat kunnen wij voor u doen?
  • Met een juridische blik adviseren over een vormgevingsdossier
  • Zorgen voor een akte waarbij auteursrecht rechtsgeldig wordt overgedragen. Dat kan al ‘bij voorbaat’, dus bij het verlenen van een opdracht voor het maken van een ontwerp.
  • Adviseren hoe succesvol op te treden tegen een partij die uw vormgeving kopieert.