Medische zorgverleners opletten geblazen als je familie of vrienden behandelt!

27 feb 2024

Het betreft hier een tuchtzaak waarbij klaagster jarenlang patiënt was van de betreffende huisarts en tevens ook bevriend was met de huisarts. Thans verwijt klaagster dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege had de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege denkt er anders over.

Casus

Klaagster was jarenlang  patiënt van de huisarts. Sinds 2015 hadden zij ook een persoonlijke vriendschappelijke band met elkaar gekregen. De huisarts was in 2015 nauw betrokken bij het overlijden van de echtgenoot van klaagster. In die periode waren er ook problemen met de dochter van klaagster, die een relatie had met een persoon uit het criminele circuit. Informatie daarover heeft de huisarts toen door zijn nauwe betrokkenheid meegekregen onder andere doordat dit klaagster en haar echtgenoot veel geld had gekost.

De huisarts kwam veelvuldig over de vloer bij klaagster en klaagster paste ook vaak op de hond van de huisarts. Klaagster en huisarts hadden beiden elkaars huissleutels. In de contacten had klaagster de huisarts ook op de hoogte gehouden van het wel in wee in haar familie.

In de zomer van 2022 heeft een inbraak plaats gevonden in het huis van de huisarts. Vanwege zijn vermoeden dat de dochter van klaagster de inbraak had gepleegd, heeft de huisarts de vriendschap met klaagster verbroken. De partner van de huisarts heeft klaagster gebeld. De partner uit de beschuldiging aan klaagster dat de dochter van klaagster heeft ingebroken en juwelen heeft vervreemd.

Klacht

De klaagster stapt naar de tuchtrechter en stelt dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Hij heeft persoonlijke informatie over haar dochter in de thuissituatie gedeeld met zijn partner, aldus klaagster.

Verweer huisarts

De huisarts stelt zich op het standpunt dat hij de informatie niet had verkregen in zijn hoedanigheid als huisarts, maar als vriend van de familie. Van schending van het beroepsgeheim is dan geen sprake, aldus de huisarts.

Uitspraak Centraal Tuchtcollege

Klaagster vond geen gehoor bij het Regionaal Tuchtcollege. De klacht werd aldaar ongegrond verklaard. Klaagster ging in beroep bij het Centraal Tuchtcollege.

Het beroepsgeheim geldt zowel voor medische als niet medische aangelegenheden die een arts in hoedanigheid van een arts worden toevertrouwd door een patiënt of diens naaste betrekkingen. Dit betekent in dit geval dat de informatie over de dochter van klaagster, die de huisarts rond de ziekte en het sterfbed van de echtgenoot van klaagster ter ore was gekomen, onder zijn beroepsgeheim valt.

Het standpunt van de huisarts dat hij die informatie als vriend van klaagster heeft verkregen volgt het Centraal Tuchtcollege niet. De huisarts was als arts bij klaagster en wijlen haar echtgenoot betrokken. Na het overlijden zijn naast de nog voortdurende behandelrelatie pas vriendschappelijke betrekkingen met klaagster ontstaan en onderhouden. Ook toen heeft klaagster met de huisarts gesproken over haar gezinssituatie. Ook die informatie valt onder het medisch beroepsgeheim, aangezien op dat moment nog steeds sprake was van een behandelrelatie. Het verweer van de huisarts dat hij bij klaagster in de thuissituatie geen medische handelingen heeft verricht, omdat hij dan geen dokterstas bij zich had, doet niet ter zake. Aldus  het Centraal Tuchtcollege.

Conclusie

Het Centraal Tuchtcollege bevestigt met deze uitspraak dat het medisch beroepsgeheim een ruime uitleg heeft. Alle informatie die een arts van een patiënt verkrijgt valt in principe onder het medisch beroepsgeheim. Hierover moet de huisarts zwijgen, ook ten opzichte van zijn/haar eigen partner.

Volledige uitspraak: ECLI:NL:TGZCTG:2024:30

Edith juist