WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[paged] => 0
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 86
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1413
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (86) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 0, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 44153
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-12-03 16:53:55
[post_date_gmt] => 2024-12-03 15:53:55
[post_content] => Bij een octrooi wordt vaak gedacht aan complexe technologie, zoals medische apparatuur of software. Maar ook iets alledaags zoals chocolade kan profiteren van bescherming via een octrooi? Mars Inc. bewees dit met een octrooi (EP3383192), voor een innovatieve techniek om chocolade continu te temperen. Hoewel dit octrooi werd aangevochten in een oppositie procedure, bevestigde het Europees Octrooibureau (EPO) de geldigheid ervan.
Wat maakt de uitvinding uniek?
Het octrooi betreft een apparaat en methode voor het temperen van chocolade op een efficiënte en energiebesparende manier. Traditionele systemen vereisen dat 100% van de chocolademassa wordt afgekoeld en gekristalliseerd, wat energie-intensief en kostbaar is. De technologie in dit octrooi verdeelt de massa in twee stromen: een kleinere stroom die wordt gekristalliseerd en een grotere stroom die rechtstreeks naar een mixer gaat.
Deze innovatieve aanpak vermindert het energieverbruik met wel 70%, terwijl het apparaat kleiner en kostenefficiënter wordt geproduceerd. Bovendien wordt de kristalvorming geoptimaliseerd zonder dure toevoegingen zoals cacaoboter-kristallen, wat bij toepassing van traditionele processen wel vereist is.
Waarom werd het octrooi aangevochten?
De opposanten betoogden dat de uitvinding niet nieuw of inventief was, gelet op bestaande technieken en octrooien. Meer specifiek stelden zij dat vergelijkbare werkwijzen voor kristallisatie en tempering al in de literatuur waren beschreven en dat de voordelen, zoals energiebesparing en een kleiner apparaat, slechts een logisch gevolg waren van de bestaande kennis.
Waarom werd het octrooi bevestigd?
Het EPO vond echter dat de specifieke configuratie van het apparaat – zoals het gebruik van gescheiden stromen en een geoptimaliseerd kristallisatieproces – een niet-triviale verbetering was ten opzichte van eerdere technieken. De technische voordelen, waaronder aanzienlijke energiebesparingen en verbeterde kristalkwaliteit, wezen op inventiviteit. Bovendien werd het innovatieve gebruik van een statische mixer en de afwezigheid van traditionele toevoegingen als significant beschouwd.
Wat betekent dit voor een bedrijf?
Dit voorbeeld laat zien dat bijna elk technisch probleem, hoe klein of alledaags ook, kan leiden tot een waardevol octrooi. Innovatie in productie- of ontwikkelingsprocessen kan concurrentievoordeel opleveren, terwijl het beschermen van die innovatie ervoor zorgt dat u optimaal profiteert van uw investering.
Bedrijven die actief inzetten op octrooibescherming, versterken hun concurrentiepositie. Een goed geplande strategie biedt niet alleen exclusiviteit op de markt maar kan ook de bedrijfswaarde verhogen bij investeerders of tijdens samenwerkingen. Door een robuuste intellectuele eigendom (“IE”)-strategie te ontwikkelen, kunt u uw bedrijf niet alleen beschermen, maar ook laten groeien.
Wilt u meer weten over hoe een octrooi of IE-strategie uw onderneming kan ondersteunen? Neem contact op of lees meer over ons IE-discovery tool voor bedrijven. Samen bouwen we aan uw succes.
[post_title] => Kan chocolade een octrooi verkrijgen? Innovatie zit in de details
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-chocolade-een-octrooi-verkrijgen-innovatie-zit-in-de-details
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-12-03 16:53:55
[post_modified_gmt] => 2024-12-03 15:53:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44153
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 44070
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-11-20 15:28:10
[post_date_gmt] => 2024-11-20 14:28:10
[post_content] => Lego is een van de meest bekende en gewilde speelgoedmerken ter wereld, waardoor het merk bijzonder aantrekkelijk is om na te maken. De afgelopen jaren heeft Lego actief geprobeerd haar markt te beschermen en inbreukmakers te bestrijden. Een van de meest recente handhavingszaken is een zaak aangespannen tegen Wibra.[1] In deze blog lees je over hoe de voorzieningenrechter bevestigt dat Lego-producten niet zomaar nagemaakt kunnen worden wegens de merken- en modelrechten van Lego.
Het geschil
Lego heeft onlangs de populaire ‘Botanical Collection’ gelanceerd, met modulaire bloemenfiguren. Wibra startte met de verkoop van vergelijkbare producten, genaamd ‘Mini Block Flower Arrangement’ en ‘Mini Block Funny Animals’. Deze producten, gemaakt van plastic bouwblokjes, vertonen veel gelijkenissen met Lego’s eigen ontwerpen.
Het geschil draait enerzijds om de vraag of Wibra met haar producten inbreuk maakt op de geregistreerde modellen en merken van Lego. Anderzijds is de vraag of consumenten misleid worden door een vermeende associatie met het Lego-merk. Wibra daarentegen ontkent de beschuldigingen en stelt dat de producten te goeder trouw zijn aangeschaft en dat zij met het gebruik van de Lego-merknaam, bijvoorbeeld in metatags of op sociale media, niet de intentie had om te misleiden.
[caption id="attachment_44071" align="aligncenter" width="219"] Figuur 1 De Lego-botanical Collection[/caption]
Wibra verdedigt zich tegen Lego’s aantijgingen
Wibra stelt dat de Mini Block Flower Arrangement en Mini Block Funny Animals te goeder trouw zijn ingekocht van derde partijen, zonder intentie om inbreuk te maken op intellectuele eigendomsrechten. Bovendien wijst Wibra op lopende nietigheidsprocedures bij het EUIPO tegen enkele van de door Lego ingeroepen modellen, waaronder een model dat in eerste aanleg al nietig is verklaard. Ook betwist Wibra merkinbreuk, waarbij zij benadrukt dat het gebruik van het teken ‘Lego’ als metatag is gestaakt en niet als gebruik in economisch verkeer kan worden aangemerkt. Ten aanzien van de auteursrechtelijke en slaafse nabootsingsvorderingen stelt Wibra dat de Lego Botanical Collection geen eigen gezicht op de markt heeft en dat haar producten voldoende onderscheidend zijn om verwarring te voorkomen.
Beoordeling van de inbreuk op model- en merkenrechten
Op grond van artikel 90 lid 2 van de Gemeenschapsmodellenverordening is het gedaagden toegestaan om de nietigheid van een ingeroepen Gemeenschapsmodel aan te voeren als verweer. Wibra heeft echter nagelaten om deze mogelijkheid effectief te benutten. Het bedrijf verwees slechts naar lopende procedures bij het EUIPO tussen Lego en derden, zonder concreet en juridisch onderbouwd te stellen waarom de Lego-modellen ongeldig zouden zijn. Dit verweer werd door de rechter als onvoldoende beschouwd.
De rechter wees er bovendien op dat van Wibra verwacht had mogen worden om de geldigheid van de modellen verder te onderzoeken, zeker gezien de informatie waarover zij beschikte. Het feit dat dergelijke onderzoeken relatief eenvoudig uitvoerbaar waren, maakte het ontbreken van een onderbouwing des te opvallender.
Bij de beoordeling van de modelrechtinbreuk stelde de rechter dat Wibra onvoldoende had aangetoond dat haar producten bij een geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk zouden wekken dan de Lego-modellen. De verschillen in de bouwsteentjes tussen de Lego-modellen en die van Wibra werden als te minimaal beschouwd om een andere algemene indruk te wekken.
Wat betreft de merkinbreuk was het duidelijk dat Wibra het woordmerk ‘LEGO’ had gebruikt bij de promotie van haar producten op sociale media. Wibra had weliswaar aangegeven dit gebruik te staken, maar Lego had bewijs geleverd dat het gebruik nog niet was gestaakt. Daarmee werd de voortdurende merkinbreuk op basis van artikel 9 lid 2 van de Europese Merkverordening bevestigd.
De beslissing
De rechter heeft Wibra in het ongelijk gesteld en veroordeeld om onmiddellijk te stoppen met de inbreuk op de Lego-modellen en merken. Dit houdt in dat Wibra meer specifiek is dat Wibra moet stoppen met het invoeren, produceren, verkopen of anderszins verhandelen van de producten "Mini Block Flower Arrangement" en "Mini Block Funny Animals" die de Lego-merken en -modellen schenden. De opgelegde maatregelen gelden voor de gehele Europese Unie.
Daarnaast is Wibra veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van Lego, die tot op heden zijn begroot op €14.577,07.
Conclusie
Deze zaak benadrukt hoe essentieel het is om uw intellectuele eigendomsrechten te registreren om uw positie in de markt te beschermen. Het vonnis laat zien dat maatregelen tegen inbreukmakers ingrijpend kunnen zijn, met hoge dwangsommen als gevolg bij niet-naleving. Dit een krachtig voorbeeld van hoe geregistreerde rechten kunnen worden gebruikt om uw producten en marktpositie te verdedigen.
Bovendien onderstreept deze uitspraak de risico’s die gepaard gaan met het onterecht gebruiken van andermans rechten en de gevolgen daarvan. Door uw rechten te registreren, versterkt u niet alleen uw juridische positie, maar vermindert u ook het risico op complicaties en onduidelijkheden. Dit is vooral belangrijk in sectoren zoals de speelgoedindustrie, waar de concurrentie groot is en een sterke bescherming van uw intellectuele eigendom een essentieel onderdeel vormt van uw bedrijfsstrategie.
Wil u graag een merk- of model registreren? Neem contact op met een van onze specialisten.
[1] Rb. Den Haag 19 november 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:18975.
[post_title] => Blokje-voor-blokje: Lego behoudt zijn marktpositie
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => blokje-voor-blokje-lego-behoudt-zijn-marktpositie
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-11-20 15:28:10
[post_modified_gmt] => 2024-11-20 14:28:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44070
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 43507
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-09-11 11:09:11
[post_date_gmt] => 2024-09-11 09:09:11
[post_content] => Elke overeenkomst bestaat in wezen uit een selectie van woorden die een intentie tussen partijen definiëren en reguleren. Soms worden deze woorden gebruikt zonder dat zorgvuldig wordt nagedacht over de exacte betekenis en de eventuele gevolgen van de woordkeuze. Echter, het belang van een zorgvuldige overweging van de onderliggende betekenis van elk van deze woorden werd opnieuw bevestigd door de rechtbank in Rotterdam in de zaak tegen Harbour Antibodies c.s. (“Harbour”) en Erasmus MC (“Erasmus”). De identiteit van eiser is onbekend en wordt hierna aangeduid als “Eiser”.
Achtergrond
De Eiser en Erasmus hebben gezamenlijk een platform ontwikkeld voor de productie van antilichamen voor medische toepassingen. De antilichamen zijn bedoeld om te worden ontleend aan niet-menselijke zoogdieren en meer in het bijzonder van muizen. Dit platform is in de Verenigde Staten geoctrooieerd door middel van een aantal werkwijze van octrooien, die destijds werden ingediend op naam van Erasmus en/of Eiser.
Erasmus en Eiser hebben een exclusieve licentie verleend aan Harbour, die later werd overgenomen door HBM Holdings Ltd. (“HBM”), om de geoctrooieerde methode verder te ontwikkelen, exploiteren en gebruiken. De licentie gaf in het bijzonder aan dat de methode moest worden gebruikt voor de ontlening van antilichamen aan transgene muizen.
Het geschil
Ten eerste was er een geschil tussen de partijen over de vraag of de term “muizen”, zoals gebruikt in de licentie, beperkt is tot alleen muizen of dat deze ook andere knaagdieren zoals ratten omvat. De Eiser betoogde dat de term “muizen” beperkt is tot alleen muizen en zocht bevestiging van de rechtbank voor deze interpretatie van “muizen”. Daarentegen betoogde Harbour dat de term “muizen” ook ratten zou moeten omvatten, en dat de licentie hen dus het recht zou geven om naast muizen ook antilichamen van ratten af te leiden.
Ten tweede was er een geschil over de vraag of Harbour was toegestaan om de verleende octrooien te handhaven tegen een derde partij die inbreuk maakt op de octrooien door gebruik te maken van ratten. Dus zelfs als de licentieovereenkomst beperkt zou zijn tot het gebruik van muizen, zou Harbour toegestaan zijn om het octrooi te handhaven op basis van de in de octrooien beschermde toepassingen of alleen zoals bepaald in de licentie.
Interpretatie van de term “muizen”
Bij de interpretatie van de term “muizen” gebruikte de rechtbank de Haviltex-criterium. Dit criterium houdt in dat men bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen rekening moet houden met de taalkundige betekenis van de tekst, maar dat ook gekeken moet worden naar de betekenis die partijen – gelet op de omstandigheden van het geval – aan die tekst mochten toekennen, wat zij daarbij over en weer van elkaar mochten verwachten. In dit geval was van belang dat de partijen professionele partijen zijn die werden bijgestaan door advocaten. Bovendien werden er verschillende conceptovereenkomsten uitgewisseld voordat de overeenkomst werd gesloten. En ten slotte waren er grote financiële belangen verbonden aan de overeenkomst. Daarom oordeelde de rechtbank dat de taalkundige betekenis die aan het gekozen woord in de overeenkomst wordt gehecht, groot gewicht draagt.
De rechtbank merkte op dat, hoewel de octrooien betrekking hebben op het gebruik van niet-menselijke zoogdieren, in het bijzonder knaagdieren en meer specifiek, muizen, de licentieovereenkomst uitsluitend “muizen” vermeldt. Daarom kan de bewoording in de licentieovereenkomst alleen worden geïnterpreteerd dat de licentie bedoeld is voor het gebruik van transgene muizen, en niet voor andere knaagdieren, waaronder ratten.
Daarnaast verklaarde Erasmus dat op het moment van het sluiten van de licentie, muizen het meest haalbare en winstgevende zoogdier waren om de methode op toe te passen. Echter, hoewel de licentieovereenkomst “muizen” vermeldt, is de licentie bedoeld voor de volledige reikwijdte van de octrooien, die ook andere knaagdieren en dus ratten omvat. De rechtbank oordeelde dat als muizen het meest winstgevende en haalbare zoogdier waren om op het moment van het sluiten van de licentie te gebruiken, het logisch is dat de licentie beperkt is tot het gebruik van muizen.
Handhaving van de octrooien
De licentieovereenkomst bepaalt dat Harbour de octrooien mag handhaven tegen derden die inbreuk maken op de octrooien. Echter, hoewel de licentieovereenkomst beperkt is tot het gebruik van muizen, bevat de handhavingsbepaling in de overeenkomst geen beperking van inbreukmakende toepassingen. Dienovereenkomstig kan worden begrepen dat de octrooien in hun geheel mogen worden gehandhaafd door Harbour. Dit omvat het handhaven van de octrooien tegen partijen die antilichamen ontleend aan ratten.
De beslissing
De rechtbank oordeelde dat uit de intentie tussen de partijen en de woorden die in de licentieovereenkomst zijn gebruikt, duidelijk blijkt dat de licentieovereenkomst slechts is verleend voor het gebruik van muizen. Harbour zou dus niet toegestaan zijn om de geoctrooieerde methode voor ratten te gebruiken. Echter, aangezien de licentieovereenkomst de handhavingscapaciteit van Harbour niet beperkte tot inbreukmakende toepassingen van muizen, is Harbour toegestaan om de verleende octrooien te handhaven tegen derden die ratten of andere niet-menselijke zoogdieren gebruiken.
Conclusie
Deze beslissing bevestigt opnieuw dat de rechtbank niet alleen waarde hecht aan de letter van de overeenkomst, maar ook kijkt naar de betekenis die partijen mochten toekennen, gelet op de gegeven omstandigheden van het geval.
Heeft u vragen over octrooien en bijbehorende licenties? Neem contact op met een van onze specialisten.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => De termen die in overeenkomsten worden gebruikt, bepalen wederom de reikwijdte van de overeenkomst
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-termen-die-in-overeenkomsten-worden-gebruikt-bepalen-wederom-de-reikwijdte-van-de-overeenkomst
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-09-11 11:19:48
[post_modified_gmt] => 2024-09-11 09:19:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43507
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 43218
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-08-20 10:21:36
[post_date_gmt] => 2024-08-20 08:21:36
[post_content] => In een belangrijke ontwikkeling voor de biotechnologie- en landbouwsectoren heeft het gerecht in eerste aanleg te Den Haag van het Unified Patent Court (“UPC”) een bevel uitgevaardigd waarin een voorlopige voorziening in het voordeel van Amycel LLC tegen Szymon Spyra is toegekend. Deze beslissing benadrukt het belang van grondige technische analyses bij het vaststellen van octrooi-inbreuk.
De feiten
Amycel LLC is houder van Europees Octrooi EP1993350 (“EP’350”), dat de champignon stam BR06 beschermt, die ook wel “Heirloom” wordt genoemd. Het geschil ontstond toen Amycel in 2017 ontdekte dat Szymon Spyra een champignon stam genaamd “Cayene” produceerde en op de markt bracht, die naar verluidt inbreuk maakte op EP’350. Ondanks pogingen om de kwestie in der minne te schikken, bleken de onderhandelingen niet succesvol. Dit leidde ertoe dat Amycel in juli 2023 een inbreukprocedure startte in Polen. Polen is geen UPC-lidstaat.
De zaak nam een belangrijke wending toen Amycel ontdekte dat de “Cayene”-stam ook werd verkocht in verschillende UPC-lidstaten, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië. Dit bracht Amycel ertoe om op 14 mei 2024 een actie in te stellen bij het gerecht in eerste aanleg van de UPC te Den Haag, waarbij een voorlopige voorziening tegen Szymon Spyra werd geëist.
Procedureel probleem: onredelijke vertraging
Een van de kritieke kwesties die door het gerecht in eerste aanleg werd behandeld, was of Amycel onredelijk vertraagd had gehandeld bij het aanhangig maken van de UPC-actie. Op grond van Artikel 62 van de UPC Overeenkomst (“UPCA”) en Artikel 211(4) van het UPC-procesreglement had het gerecht het verzoek voor een voorlopige voorziening af kunnen wijzen. Een van de criteria voor het toewijzen van een voorlopige voorziening is namelijk dat het verzoek zonder onnodige vertraging is ingediend.
Szymon Spyra voerde aan dat de vertraging van Amycel na het indienen van de Poolse actie van bijna een jaar zou moeten leiden tot verwerping van het verzoek voor de voorlopige voorziening vanwege het gebrek aan spoedeisendheid. De rechtbank verwierp dit argument echter en merkte op dat Amycel in dat jaar aanvullende genetische en fenotypische analyses had uitgevoerd, die nodig waren om meer gedetailleerd bewijs te verzamelen en om de technische verweren die al in de Poolse procedures waren ingebracht, te weerleggen.
Het gerecht in eerste aanleg concludeerde dat deze vertraging gerechtvaardigd was en geen nalatig of aarzelend gedrag van Amycel weerspiegelde. Het gerecht in eerste aanleg erkende dan ook de noodzaak van grondige technische beoordelingen in het specifieke gebied van biotechnologie.
Inhoudelijke kwestie: De octrooieerbaarheid van champignons
De zaak betrof ook de inhoudelijke vraag of champignons, zoals de 'Heirloom'-stam, onder het Europees Octrooiverdrag (EOV) octrooieerbaar zijn. Szymon Spyra betoogde dat champignons als planten moeten worden beschouwd en daarom onder de uitsluiting van octrooieerbaarheid van plantensoorten vallen volgens Artikel 53(b) EOV.
Het gerecht in eerste aanleg verwierp dit argument en verduidelijkte dat champignons worden geclassificeerd in het afzonderlijke rijk Fungi, dat gescheiden is van planten. Ze vallen dus niet onder de uitsluiting zoals vermeld in Artikel 53(b). Het gerecht in eerste aanleg benadrukte dat uitzonderingen op octrooieerbaarheid nauwkeurig moeten worden geïnterpreteerd en merkte op dat het Europees Octrooibureau (EOB) champignons expliciet van deze uitzondering heeft uitgesloten.
Conclusie
De beslissing van het gerecht in eerste aanleg in het voordeel van Amycel LLC weerspiegelt de zorgvuldige afweging van zowel procedurele als inhoudelijke juridische kwesties door het gerecht in eerste aanleg, met name in de context van biotechnologie-octrooien. De uitspraak benadrukt het belang van grondige technische analyses in octrooi-inbreukzaken en de noodzaak om de interpretatie van octrooirecht af te stemmen op de huidige wetenschappelijke kennis.
Deze zaak schept ook een precedent voor hoe het UPC soortgelijke kwesties in de toekomst kan benaderen, met name met betrekking tot de urgentie-eis voor voorlopige voorzieningen en de octrooieerbaarheid van biologische organismen.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => Champignons kunnen groeien, maar het zijn geen planten - dus octrooieerbaar
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => champignons-kunnen-groeien-maar-het-zijn-geen-planten-dus-octrooieerbaar
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-20 10:23:49
[post_modified_gmt] => 2024-08-20 08:23:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43218
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 43046
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-08-05 11:00:39
[post_date_gmt] => 2024-08-05 09:00:39
[post_content] => In gerechtelijke procedures komt het regelmatig voor dat bewijs geleverd moet worden door een van de partijen, maar dat dit bewijs vertrouwelijke informatie bevat, zoals bedrijfsinformatie. Het leveren van bewijs kan daarom schadelijk zijn voor de betreffende partij. Indien de rechtbank het eens is dat het bewijs vertrouwelijk moet blijven, kan de rechtbank maatregelen nemen om de vertrouwelijkheid ervan te beschermen.
In een recente zaak betreffende een octrooi-inbreukgeschil tussen Huawei en Netgear, kwam dit opnieuw naar voren. In deze zaak voor het Unified Patent Court ("UPC") moest bewijs worden geleverd terwijl de inhoud hiervan vertrouwelijke informatie bevat.
Het geschil
In dit geschil heeft Huawei een rechtszaak aangespannen tegen Netgear wegens inbreuk op hun Standaard Essentieel Octrooi ("SEP") EP 3611989 ("EP’989"), getiteld " Method and apparatus for transmitting wireless local area network information". Huawei voert aan dat dit octrooi essentieel is voor naleving van de Wi-Fi 6-standaard en dat, aangezien Netgear deze standaard naleeft, ze ook inbreuk maken.
Op haar beurt heeft Netgear een beroep gedaan op uitputting van rechten van EP’989. (Zie blog over uitputting van octrooirechten hier). De uitputting van rechten was gebaseerd op een licentieovereenkomst tussen Netgear's leverancier, Qualcomm Corp, en Huawei. Volgens Netgear bevatten de mogelijk inbreukmakende producten chips die door Qualcomm aan hen worden geleverd. Deze chips gebruiken Huawei’s Wi-Fi 6-standaard octrooien, waarvan het gebruik al is betaald volgens de licentieovereenkomst. Dus, aangezien de licentievergoeding al door Qualcomm is betaald, kan Huawei geen tweede betaling van Netgear vorderen, omdat deze vergoeding al door Qualcomm is voldaan en de octrooirechten dus zijn uitgeput.
De licentieovereenkomst
Deze licentieovereenkomst werd gebruikt als bewijs in een discovery-procedures die parallel loopt in de Verenigde Staten ("VS"), en was ook beschikbaar voor Netgear. Netgear werd echter door de Amerikaanse rechtbank verhinderd om deze aan het UPC voor te leggen of om details daarover te verstrekken. Als reactie op een verzoek om indiening van de overeenkomst in deze procedure adviseerde de Amerikaanse rechtbank Netgear om een verzoek bij de UPC in te dienen om deze overeenkomst te vorderen.
De beslissing van het UPC
Het UPC oordeelde op het indieningsverzoek dat, aangezien Netgear al toegang had tot de overeenkomst via de Amerikaanse procedures, het alleen eerlijk zou zijn om hen ook in staat te stellen de overeenkomst voor het UPC te gebruiken. De vertrouwelijkheidsbelangen van Huawei en Qualcomm bij het niet presenteren van de overeenkomst wogen ook minder zwaar dan het feit dat Netgear al in bezit was van de overeenkomst. Huawei werd daarom bevolen om de productie van de licentieovereenkomst van de Amerikaanse rechtbank te verzoeken.
Het UPC oordeelde verder dat, vanwege de legitieme vertrouwelijkheidsbelangen van Huawei en Qualcomm, beschermende maatregelen moesten worden genomen. De maatregelen omvatten dat de inhoud van de licentieovereenkomst als vertrouwelijk moet worden geclassificeerd. Bovendien mag de inhoud van de licentieovereenkomst alleen worden bekendgemaakt aan de juridische vertegenwoordigers van Netgear, hun assistenten en de vice-president van legal van Netgear. De informatie in de overeenkomst moet strikt vertrouwelijk worden behandeld, zelfs na afloop van de procedure. Ook zal het publiek worden uitgesloten van deelname aan het deel van de procedure waarin de overeenkomst zal worden onthuld. De vertrouwelijke informatie zal ook worden geredigeerd in het vonnis en niet beschikbaar zijn voor derden. Bovendien mag de licentie alleen als bewijs worden gebruikt in de UPC-procedures en niet in andere procedures.
Toepassing van de UPC-procedurele regels
Deze beslissing illustreert de implementatie van de mechanismen die worden geboden in regel 190 van de UPC's Rules of Procedure ("RoP"), bevel tot het opleveren van bewijs, en regel 262A, bescherming van vertrouwelijke informatie. Volgens regel 190 kan de rechtbank de productie van bewijs in het bezit van een partij bevelen. Bovendien, en hier van belang, voorziet regel 262A RoP in de mogelijkheid van maatregelen ter bescherming van legitieme vertrouwelijkheidsbelangen.
Toepassing in de praktijk
Deze beslissing bevestigt dat het UPC de belangen van partijen bij het opleveren van bewijs zal afwegen. Enerzijds zal het belang van het bewijs worden geëvalueerd, en anderzijds de vertrouwelijkheid van het bewijs. Als het bewijs van belang is voor de procedure en het bewijs vertrouwelijke informatie bevat, zal het UPC zorgen voor de implementatie van redelijke maatregelen om de vertrouwelijke informatie te beschermen. Het is echter belangrijk om de rechtbank erop te wijzen dat het bewijs vertrouwelijke informatie bevat en dat het opleveren ervan de vertrouwelijkheid in gevaar zou brengen.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => Bescherming van vertrouwelijke informatie in procedures bij het UPC
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bescherming-van-vertrouwelijke-informatie-in-procedures-bij-het-upc
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-05 11:14:00
[post_modified_gmt] => 2024-08-05 09:14:00
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43046
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 42920
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-07-18 10:38:41
[post_date_gmt] => 2024-07-18 08:38:41
[post_content] => In een recente rechtszaak tussen Bayer en Viatris c.s. kwamen de partijen tot een schikking over de inhoudelijke aspecten van de zaak. Echter, ze bleven twisten over de vraag wie van hen de proceskosten moest dragen.
Bayer was houdster van Europees octrooi EP 1 261 606 B1 (hierna “EP’606”) voor “Gesubstitueerde oxazolidinonen en toepassing daarvan op het terrein van de bloedstolling”. Octrooicentrum Nederland heeft aan Bayer op basis van EP’606 een aanvullend beschermingscertificaat met nummer 300370 (hierna “ABC’370”) verleend voor “rivaroxaban”. Het is een werkzame stof voor het geneesmiddel Xarelto. Viatris c.s. heeft een generieke versie van Xarelto met werkzame stof rivaroxaban opgenomen in de G-Standaard voor afloop van ABC’370.
De zaak
In de hoofdzaak stelde Bayer dat Viatris c.s. inbreuk had gemaakt op ABC’370. De partijen schikten echter voordat de hoofdzaak ter zitting kwam. In de schikking voldeed Viatris c.s. aan de vorderingen van Bayer. In de schikking werden echter geen afspraken gemaakt over de gemaakte kosten in de procedure. De partijen konden ook achteraf geen overeenstemming bereiken over welke partij verantwoordelijk is voor de gemaakte kosten.
Dus, Bayer vorderde de volledige proceskosten op grond van artikel 1019h Rv, omdat Viatris c.s. vrijwillig had voldaan aan de vorderingen in de procedure. Volgens vaste rechtspraak geldt Viatris c.s. daarmee als de in het ongelijk gestelde partij die moet worden veroordeeld in de proceskosten.
Viatris c.s. voert verweer ten aanzien van de gevorderde proceskosten en verzoekt Bayer te veroordelen in de volledige proceskosten op grond van artikel 1019h Rv, dan wel de proceskosten te compenseren. Dit is onder meer gebaseerd op het feit dat, volgens Viatris c.s., Bayer deze kosten overbodig zijn gemaakt. Volgens Viatris c.s. waren ze niet geïnformeerd over Bayer voornemen om een procedure te starten.
Verantwoordelijk voor de kosten?
De rechter oordeelde dat Viatris c.s. had moeten weten dat Bayer haar rechten zou handhaven. Hierdoor was het niet nodig dat Bayer Viatris c.s. vooraf in kennis had gesteld. De voorzieningenrechter zag in de enkele omstandigheid dat partijen een schikking hadden getroffen ook geen reden om de proceskosten te compenseren, met name niet omdat Viatris c.s. vrijwillig aan de vordering had voldaan. De voorzieningenrechter oordeelde dus dat Viatris c.s. de kosten voor de procedure aan de zijde van Bayer moest voldoen.
Relevantie
Deze zaak laat zien dat zelfs na een schikking, een partij alsnog succesvol vergoeding van de proceskosten kan vorderen op grond van artikel 1019h Rv. Kortom, de rechter hoeft geen uitspraak te doen over de handhaving van een octrooi om alsnog kosten te kunnen toewijzen op grond van artikel 1019h Rv.
Heeft u vragen? Neem dan contact op.
[post_title] => Vorderen van proceskosten na een schikking in een IE-geschil
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => vorderen-van-proceskosten-na-een-schikking-in-een-ie-geschil
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-18 11:01:43
[post_modified_gmt] => 2024-07-18 09:01:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42920
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 42203
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-05-27 15:19:22
[post_date_gmt] => 2024-05-27 13:19:22
[post_content] => Handhaven van het WobbleWorks octrooi
WobbleWorks ontwikkelt 3D-print pennen en heeft een aantal octrooien geregistreerd over de hele wereld met betrekking daartoe. Als een van de pioniers op het gebied van 3D-print pennen, hebben zij deze octrooirechten actief gehandhaafd, vooral in de Verenigde Staten.
Sinds de verlening van hun Europese octrooi nummer EP2928672 (hierna aangeduid als EP’672) lijkt WobbleWorks haar focus naar Europa te hebben verlegd. In februari rapporteerde JUVE Patent dat WobbleWorks een voorlopige voorziening tegen een concurrent had verkregen die aanwezig was bij een beurs in Neurenberg. Dit had tot gevolg dat de concurrent zijn product van de beurs moest verwijderen. Een effectieve manier van het handhaven van een intellectueel eigendomsrecht.
[caption id="attachment_42204" align="alignnone" width="300"] Figuur 1 Een uitvoeringsvorm van de WobbleWorks 3D-pen in EP'672[/caption]
Wapperen met het octrooi
Octrooihouders doen er verstandig aan om hun octrooirechten actief te handhaven. Niet alleen omdat het meestal veel investeringen kost om dergelijke octrooirechten te verkrijgen en geregistreerd te houden. Maar ook omdat het niet-handhaven ertoe kan leiden dat later handhaven moeilijker wordt. Echter, bij het handhaven moet men voorzichtig zijn om niet te hard op te treden jegens concurrenten en daarbij het risico te lopen onrechtmatig met een octrooi te “wapperen”.
Octrooi “wapperen” betekent dat een octrooihouder een octrooi handhaaft terwijl hij weet, of redelijkerwijs zou moeten weten, dat het betreffende octrooi niet geldig is of dat er geen sprake is van inbreuk. De octrooihouder zal dan de schade, waaronder de juridische kosten, moeten vergoeden die de vermeende inbreukmaker heeft gemaakt om de beschuldigingen te weerleggen. Dit geldt niet alleen bij octrooien, het geldt ook bij andere intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrecht.
Een voorbeeld van onrechtmatig wapperen is wanneer er een oppositieprocedure loopt met betrekking tot het octrooi en er een redelijke kans bestaat dat het octrooi door deze oppositieprocedure wordt herroepen. In een oppositie geeft een opposant redenen aan waarom het octrooi niet geldig is, bijvoorbeeld dat de uitvinding niet nieuw is. In zo'n geval van oppositie zou de octrooihouder aansprakelijk kunnen worden gesteld voor octrooiwapperen wanneer hij het octrooi toch actief handhaaft en het octrooi wordt herroepen.
De consequenties van octrooi wapperen maken het van belang om, alvorens octrooi-inbreuk wordt aangekaart, zeker te zijn dat dit inderdaad het geval is en dat het octrooi niet doorgehaald kan worden.
In het geval van WobbleWorks zijn er al twee opposities ingediend tegen EP’672 (link naar het Europese octrooiregister). Mocht EP’672 worden herroepen door deze oppositieprocedures, dan kan WobbleWorks aansprakelijk worden gesteld voor onrechtmatig octrooi wapperen. Dit staat uiteraard los van de vraag of de mogelijk inbreukmakende pen daadwerkelijk inbreuk maakt op EP’672 of niet.
Bepalen van octrooi-inbreuk
Een octrooi-inbreukanalyse kan vrij makkelijk inzicht geven van of er inbreuk is of niet. Mocht het duidelijk zijn dat er geen sprake was van inbreuk, en worden er inbreukacties ondernomen, dan kan sprake zijn van onrechtmatig octrooi wapperen. Aan de andere kant, wanneer uit een octrooi-inbreukanalyse volgt dat er waarschijnlijk wel sprake is van octrooi-inbreuk, dan is het zaak de inbreuk te staken en afspraken te maken met de octrooihouder. Dat kan bijvoorbeeld een gebruikslicentie zijn. Of zelfs een schadevergoeding voor de octrooi-inbreuk in het verleden.
Mocht je vragen hebben over octrooi-inbreuk, een inbreukanalyse, al dan niet onrechtmatig wapperen, neem dan contact met me op.
[post_title] => Wappert WobbleWorks onrechtmatig met octrooi-inbreuk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wappert-wobbleworks-onrechtmatig-met-octrooi-inbreuk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-05-27 15:19:22
[post_modified_gmt] => 2024-05-27 13:19:22
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42203
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 41861
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-04-17 16:01:18
[post_date_gmt] => 2024-04-17 14:01:18
[post_content] => Octrooigeschillen kunnen zowel voor octrooihouders als voor degenen die beschuldigd worden van inbreuk hoofdpijn veroorzaken. De EU-richtlijn 2004/48, geïmplementeerd in het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (DCCP) in 2007, verlicht enkele van deze problemen. Het voorziet in ex parte verboden, waardoor rechtbanken verboden kunnen opleggen zonder de verweerder te horen. Deze blog bekijkt wat dit betekent voor zowel octrooihouders als voor vermeende inbreukmakers, met speciale aandacht voor grijsmaking als defensief mechanisme.
Wat is een ex parte verbod?
Onder artikel 1019e(1) van het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen rechtbanken een verbod opleggen zonder de verweerder te horen (zogenaamd ex parte). Een ex parte verbod wordt uitgevaardigd in urgente gevallen, vooral wanneer vertraging onomkeerbare schade aan de octrooihouder kan veroorzaken. Dit betekent dat de rechtbank snel kan optreden om mogelijke inbreuk te voorkomen zonder de verweerder de kans te geven te reageren.
Naast het verbod kan de rechtbank ook eisen dat de inbreukmaker zijn distributeurs formeel opdraagt te stoppen met de verkoop van de inbreukmakende producten. Daarnaast kan het verzoek om een ex parte verbod andere maatregelen omvatten, zoals het in beslag nemen van bewijsmateriaal en het verstrekken van gedetailleerde beschrijvingen van de inbreukmakende producten.
Hoe werkt het?
Het proces begint met de octrooihouder die een schriftelijk verzoek indient bij de rechtbank. De rechtbank kan het verbod direct na ontvangst van het verzoek opleggen of na een korte periode, meestal binnen een week. Samen met het verbod kan de rechtbank de octrooihouder verplichten een waarborgsom of andere geldelijke garantie te verstrekken om de belangen van de vermeende inbreukmaker te beschermen.
Het afdwingen van een ex parte verbod
Als een ex parte verbod onrechtmatig wordt afgedwongen, kan de vermeende inbreukmaker compensatie eisen voor de schade die door de handhaving ervan is veroorzaakt. Bovendien stelt de rechtbank een redelijke deadline vast voor de octrooihouder om volledige juridische procedures te starten, meestal binnen zes maanden na de betekening van de bevelsbrief. Als de octrooihouder dit niet binnen deze periode doet, vervalt het verbod.
Grijsmakingen: een schild tegen ex parte verboden
Inbeslagname van bewijsmateriaal en stopzetting van de verkoop kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de activiteiten en reputatie van een bedrijf. Voor vermeende inbreukmakers die een ex parte verbod verwachten, is er een defensief instrument beschikbaar dat een grijsmaking wordt genoemd. Deze brief is 6 maanden geldig, maar kan op verzoek meerdere keren worden verlengd.
Deze brief, ingediend bij de Rechtbank Den Haag, stelt vermeende inbreukmakers in staat om preventief bezwaren tegen het verbod aan te voeren, met als argument dat het octrooi ongeldig is of dat het betreffende product geen inbreuk maakt op het octrooi. De rechtbank zal deze bezwaren in overweging nemen bij het beoordelen van het verzoek om een verbod.
Als de rechtbank een ex parte verzoek overweegt en een grijsmaking is ingediend, zal de rechtbank de octrooihouder hiervan op de hoogte stellen. Op verzoek van de octrooihouder zal de rechtbank een kopie van de grijsmaking verstrekken. Na ontvangst van deze kopie kan de octrooihouder inhoudelijk reageren of het verzoek volledig intrekken. Het is cruciaal voor de vermeende inbreukmaker om te begrijpen dat hun verdediging bekend kan worden bij de octrooihouder en in toekomstige procedures tegen hen kan worden gebruikt. Bovendien, als de rechtbank het verzoek om een verbod afwijst, zal de vermeende inbreukmaker niet op de hoogte zijn dat een kopie van de grijsmaking naar de octrooihouder is gestuurd totdat er vervolgprocedures ontstaan.
Conclusie
Ex parte verboden bieden octrooihouders een snelle handhaving van hun rechten. Dit brengt echter ook een risico met zich mee voor vermeende inbreukmakers dat deze rechten worden afgedwongen zonder hen de mogelijkheid te bieden zich te verdedigen. Daarom kunnen vermeende inbreukmakers grijsmakingen gebruiken om zich te verdedigen tegen dergelijke ongerechtvaardigde acties. Deze grijsmakingen moeten worden ingediend voordat een verzoek om een verbod wordt ingediend door de octrooihouder.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => Octrooi-inbreuk: begrip van ex parte verboden en grijsmakingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => octrooi-inbreuk-begrip-van-ex-parte-verboden-en-grijsmakingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-04-24 09:52:40
[post_modified_gmt] => 2024-04-24 07:52:40
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41861
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 41536
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-03-13 11:13:44
[post_date_gmt] => 2024-03-13 10:13:44
[post_content] => In de afgelopen jaren is de term Kunstmatige Intelligentie (AI) veelvuldig gebruikt, wat zowel opwinding als angst teweegbrengt. Vaak wordt het afgeschilderd als een potentiële schurk in het verhaal van privacy schending. Terwijl deze zorgen blijven bestaan, kan het potentieel voor baanbrekende vooruitgang in de gezondheidszorg door middel van AI niet over het hoofd worden gezien. Dit artikel behandelt het besluitvormingsproces over het al dan niet beschermen van AI-innovaties in de gezondheidszorg via bedrijfsgeheimen en octrooien.
Het landschap van AI in de zorg
De toenemende vraag naar gezondheidszorgdiensten heeft geleidt tot een verschuiving naar proactief, langetermijnbeleid van zorg, waarbij AI naar voren komt als een mogelijke oplossing. De waardering van de markt voor AI in de zorg steeg naar $11 miljard in 2021 en wordt geschat op $187 miljard tegen 2030, wat het belang van bescherming ervan benadrukt.
Bescherming van bedrijfsgeheimen
Een belangrijke manier om AI-gebaseerde uitvindingen te beschermen, is door middel van bedrijfsgeheimen. Dit stelt bedrijven in staat om hun vertrouwelijke AI-trainingsmethoden en gegevens te beschermen tegen openbare bekendmaking. Bedrijfsgeheimen zijn vaak geschikter om de broncode, trainingsdatasets en interne databasestructuur van een AI-systeem te beschermen.
In tegenstelling tot octrooien is de bescherming van bedrijfsgeheimen eeuwigdurend en blijft deze bestaan zolang de informatie vertrouwelijk blijft. Echter, zodra de informatie openbaar wordt gemaakt of onafhankelijk wordt ontdekt, vervalt de bescherming van het bedrijfsgeheim.
Voorwaarden voor bedrijfsgeheimen
Om als bedrijfsgeheim te kwalificeren, moet informatie aan drie voorwaarden voldoen:
- De informatie is geheim, omdat de informatie niet algemeen bekend is bij/gemakkelijk toegankelijk is voor branchegenoten.
- De informatie heeft handelswaarde (omdat de informatie geheim is).
- Er zijn maatregelen getroffen die ervoor moeten zorgen dat de informatie geheim blijft.
Octrooibescherming
In tegenstelling tot bedrijfsgeheimen is octrooibescherming wellicht geschikter voor aspecten zoals de gebruikersinterface en de complexe algoritmen die aan de basis liggen van het AI-zorgsysteem. AI in de zorg kan worden geoctrooieerd om de software, technologie of het fysieke apparaat te beschermen.
Om in aanmerking te komen voor octrooibescherming, moet AI in de zorg voldoen aan bepaalde eisen, zoals nieuwheid, inventiviteit en vatbaarheid voor industriële toepassingen. Bovendien mag de geclaimde uitvinding niet slechts abstracte kenmerken bevatten. De uitvinding moet in de conclusies en specificatie voldoende specifiek beschreven zijn, zodat de uitvinding op basis daarvan kan worden uitgevoerd. Het moet ook een technisch probleem oplossen.
Opties voor het octrooieren van AI-zorg uitvindingen
AI-gezondheidszorguitvindingen kunnen op drie verschillende manieren worden geoctrooieerd, afhankelijk van de uitvinding zelf. De opties zijn als volgt:
Procesoctrooi: Beschermt de methode om AI te gebruiken voor het volbrengen van specifieke taken.
Systeemoctrooi: Beschermt de hardware- en softwarecomponenten die het AI-systeem vormen.
Inrichting octrooi: Beschermt het algehele inrichting of machine, inclusief AI-software.
Conclusie
Het kiezen van de juiste intellectuele eigendomsstrategie voor AI in de zorg hangt af van het inzicht van de aard, het gebruik en de controle van de technologie. Factoren zoals publieke zichtbaarheid, vatbaarheid voor reverse engineering en vereisten voor gegevensuitwisseling beïnvloeden de beslissing tussen bedrijfsgeheim en octrooibescherming. Niet-publieke technologieën kunnen wellicht adequaat worden beschermd als bedrijfsgeheimen. Echter, publiek zichtbare technologieën vinden mogelijk betere bescherming onder het octrooiregime, vooral wanneer het verstrekken van licenties of SaaS toepassing relevant zijn.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => AI in de zorg: bescherm met bedrijfsgeheim of octrooi
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-in-de-zorg-bescherm-met-bedrijfsgeheim-of-octrooi
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-13 11:25:05
[post_modified_gmt] => 2024-03-13 10:25:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41536
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 41333
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-02-28 10:29:29
[post_date_gmt] => 2024-02-28 09:29:29
[post_content] => Het European Patent Office (EPO) is de instantie die Europese octrooiaanvragen inhoudelijk behandelt en verleent. De laatste tijd wordt er veel gediscussieerd over de rol van AI bij Europese octrooiaanvragen, dus heeft het EPO haar richtlijnen voor het verlenen aangepast. Vanaf maart 2024 zullen de nieuwe regels in werking treden. Hierdoor wordt het duidelijker aan welke voorwaarden AI uitvindingen moeten voldoen om een Europees octrooi te krijgen.
Waar is geen octrooi voor te krijgen?
Voordat we kijken welke AI uitvindingen wel octrooieerbaar zijn, is het belangrijk om te weten dat bepaalde ‘uitvindingen’ altijd zijn uitgesloten van octrooieerbaarheid, zoals:
- Wiskundige methodes, zoals de methodes achter machine learning algoritmes en de bouwblokken van AI modellen. Ongetrainde modellen en algoritmes zijn per definitie wiskundige methodes.
- Computerprogramma’s, zolang er geen effecten buiten het programma om zijn.
Technische toepassingen van deze uitvindingen kunnen echter
wel in aanmerking komen voor een
octrooi. Hierbij is het van belang dat de technische toepassing
specifiek is en bestaat uit een oplossing voor een technisch probleem.
Het technische effect van
een machine learning algoritme kan op zichzelf duidelijk zijn. Het kan echter ook nodig zijn om extra uitleg, bewijs of resultaten toe te voegen. Een algemene conclusie zonder onderbouwing is niet genoeg. De onderbouwing moet voldoende zijn zodat een persoon bekwaam op het gebied van AI de uitvinding kan uitvoeren op basis van deze onderbouwing.
Verschafte informatie
Als een effect afhankelijk is van de eigenschappen van de training dataset in een conclusie, dan moet dit te reproduceren zijn met de juiste vakkennis
without undue burden en met algemene vakkennis. Als men zelf
een nieuwe dataset moet verzamelen, dan is dat waarschijnlijk een
undue burden. Het openbaren van de dataset zelf is echter geen absolute vereiste.
De verschafte informatie moet dus voldoende zijn om alle conclusies te kunnen reproduceren. Dit betekent dat bijzondere details van de trainingsdata vermeld moeten worden en bijzondere resultaten uitgelegd moeten worden. Een alternatief is de parameters van het algoritme openbaar maken.
Uitvinders
Het EPO bevestigt nu ook in haar richtlijnen dat alleen een mens als uitvinder kan worden geregistreerd en dat dit ook gecheckt moet worden.
Tips om een AI uitvinding te octrooieer:
- Maak de structuur van het AI model duidelijk, bijvoorbeeld met een diagram of een standaardnotatie.
- Wees gedetailleerd bij het omschrijven van vernieuwende onderdelen.
- Geef een voorbeeld van de input en output data.
- Bedenk welke informatie nodig is om het AI model na te maken als iemand de juist vakkennis heeft.
- Eventueel kan het nodig zijn om het trainen van het systeem te omschrijven of zelfs training data of de weights van het model te vermelden.
Afwezigheid van de informatie benoemd in de tips kan erop duiden dat de uitvinding in een octrooi niet voldoende is omschrijft. Dus, deze tips kunnen ook gebruik worden als richtlijn in een nietigheidsactie van een octrooi op een AI model.
Als u advies wil over het aanvragen van een octrooi op uw AI model, dan kunt u contact opnemen met
Magdaleen Jooste (
jooste@bg.legal).
[post_title] => Strengere regels voor octrooi op AI uitvindingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => strengere-regels-voor-octrooi-op-ai-uitvindingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-28 10:46:56
[post_modified_gmt] => 2024-02-28 09:46:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41333
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 44153
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-12-03 16:53:55
[post_date_gmt] => 2024-12-03 15:53:55
[post_content] => Bij een octrooi wordt vaak gedacht aan complexe technologie, zoals medische apparatuur of software. Maar ook iets alledaags zoals chocolade kan profiteren van
bescherming via een octrooi?
Mars Inc. bewees dit met een octrooi (EP3383192), voor een innovatieve techniek om chocolade continu te temperen. Hoewel dit octrooi werd aangevochten in een oppositie procedure, bevestigde het Europees Octrooibureau (EPO) de geldigheid ervan.
Wat maakt de uitvinding uniek?
Het octrooi betreft een apparaat en methode voor het temperen van chocolade op een efficiënte en energiebesparende manier. Traditionele systemen vereisen dat 100% van de chocolademassa wordt afgekoeld en gekristalliseerd, wat energie-intensief en kostbaar is. De technologie in dit octrooi verdeelt de massa in twee stromen: een kleinere stroom die wordt gekristalliseerd en een grotere stroom die rechtstreeks naar een mixer gaat.
Deze innovatieve aanpak vermindert het energieverbruik met wel 70%, terwijl het apparaat kleiner en kostenefficiënter wordt geproduceerd. Bovendien wordt de kristalvorming geoptimaliseerd zonder dure toevoegingen zoals cacaoboter-kristallen, wat bij toepassing van traditionele processen wel vereist is.
Waarom werd het octrooi aangevochten?
De opposanten betoogden dat
de uitvinding niet nieuw of inventief was, gelet op bestaande technieken en octrooien. Meer specifiek stelden zij dat vergelijkbare werkwijzen voor kristallisatie en tempering al in de literatuur waren beschreven en dat de voordelen, zoals energiebesparing en een kleiner apparaat, slechts een logisch gevolg waren van de bestaande kennis.
Waarom werd het octrooi bevestigd?
Het EPO vond echter dat de specifieke configuratie van het apparaat – zoals het gebruik van gescheiden stromen en een geoptimaliseerd kristallisatieproces – een niet-triviale verbetering was ten opzichte van eerdere technieken. De technische voordelen, waaronder aanzienlijke energiebesparingen en verbeterde kristalkwaliteit, wezen op inventiviteit. Bovendien werd het innovatieve gebruik van een statische mixer en de afwezigheid van traditionele toevoegingen als significant beschouwd.
Wat betekent dit voor een bedrijf?
Dit voorbeeld laat zien dat bijna elk
technisch probleem, hoe klein of alledaags ook, kan leiden tot een waardevol octrooi. Innovatie in productie- of ontwikkelingsprocessen kan concurrentievoordeel opleveren, terwijl het beschermen van die innovatie ervoor zorgt dat u optimaal profiteert van uw investering.
Bedrijven die actief inzetten op octrooibescherming, versterken hun concurrentiepositie. Een goed geplande strategie biedt niet alleen exclusiviteit op de markt maar kan ook de bedrijfswaarde verhogen bij investeerders of tijdens samenwerkingen. Door een robuuste intellectuele eigendom (“
IE”)-strategie te ontwikkelen, kunt u uw bedrijf niet alleen beschermen, maar ook laten groeien.
Wilt u meer weten over hoe een octrooi of IE-strategie uw onderneming kan ondersteunen? Neem contact op of lees meer over ons
IE-discovery tool voor bedrijven. Samen bouwen we aan uw succes.
[post_title] => Kan chocolade een octrooi verkrijgen? Innovatie zit in de details
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-chocolade-een-octrooi-verkrijgen-innovatie-zit-in-de-details
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-12-03 16:53:55
[post_modified_gmt] => 2024-12-03 15:53:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44153
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 16
[max_num_pages] => 2
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] =>
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 4c694f936b5dda2668f3a57e5f0807ff
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Bij een octrooi wordt vaak gedacht aan complexe technologie, zoals medische apparatuur of software. Maar ook iets alledaags zoals chocolade kan profiteren van bescherming via een octrooi? Mars Inc. bewees...
Lees meer
Lego is een van de meest bekende en gewilde speelgoedmerken ter wereld, waardoor het merk bijzonder aantrekkelijk is om na te maken. De afgelopen jaren heeft Lego actief geprobeerd haar...
Lees meer
Elke overeenkomst bestaat in wezen uit een selectie van woorden die een intentie tussen partijen definiëren en reguleren. Soms worden deze woorden gebruikt zonder dat zorgvuldig wordt nagedacht over de...
Lees meer
In een belangrijke ontwikkeling voor de biotechnologie- en landbouwsectoren heeft het gerecht in eerste aanleg te Den Haag van het Unified Patent Court (“UPC”) een bevel uitgevaardigd waarin een voorlopige...
Lees meer
In gerechtelijke procedures komt het regelmatig voor dat bewijs geleverd moet worden door een van de partijen, maar dat dit bewijs vertrouwelijke informatie bevat, zoals bedrijfsinformatie. Het leveren van bewijs...
Lees meer
In een recente rechtszaak tussen Bayer en Viatris c.s. kwamen de partijen tot een schikking over de inhoudelijke aspecten van de zaak. Echter, ze bleven twisten over de vraag wie...
Lees meer
Handhaven van het WobbleWorks octrooi WobbleWorks ontwikkelt 3D-print pennen en heeft een aantal octrooien geregistreerd over de hele wereld met betrekking daartoe. Als een van de pioniers op het gebied...
Lees meer
Octrooigeschillen kunnen zowel voor octrooihouders als voor degenen die beschuldigd worden van inbreuk hoofdpijn veroorzaken. De EU-richtlijn 2004/48, geïmplementeerd in het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (DCCP) in 2007, verlicht...
Lees meer
In de afgelopen jaren is de term Kunstmatige Intelligentie (AI) veelvuldig gebruikt, wat zowel opwinding als angst teweegbrengt. Vaak wordt het afgeschilderd als een potentiële schurk in het verhaal van...
Lees meer
Het European Patent Office (EPO) is de instantie die Europese octrooiaanvragen inhoudelijk behandelt en verleent. De laatste tijd wordt er veel gediscussieerd over de rol van AI bij Europese octrooiaanvragen,...
Lees meer