Blog
Aanpak oneerlijke handelspraktijken in de Food

Auteur
Jos van der Wijst
Gepubliceerd
05 aug. 2019

Op 17 april 2019 is een Europese richtlijn[1] vastgesteld die oneerlijke handelspraktijken in de food moet aanpakken. Met name moeten leveranciers van landbouw- en voedingsproducten worden beschermd tegen oneerlijke handelspraktijken van afnemers. Deze oneerlijke handelspraktijken zijn onrechtmatig. Deze richtlijn moet nu worden omgezet in een Nederlandse wet.
Inmiddels is deze concept wet gepubliceerd. Tot 19 augustus 2019 kan iedereen reageren op deze concept wet.
Voorbeelden van oneerlijke handelspraktijken
Voorbeelden zijn onder andere:- De leverancier betaalt voor bederfelijke landbouw- en voedingsproducten later dan 30 dagen na de overeengekomen leverdatum;
- De leverancier betaalt voor andere landbouw- en voedingsproducten later dan 60 dagen na de overeengekomen leverdatum;
- De afnemer annuleert een bestelling van bederfelijke landbouw- en voedingsproducten op onredelijk korte termijn. De leverancier kan dan redelijkerwijs geen alternatieve afnemer meer vinden. Korter dan 30 dagen is altijd onredelijk.
- De afnemer wijzigt eenzijdig de leveringsvoorwaarden voor landbouw- en voedingsproducten. Het gaat dan om aspecten zoals de frequentie of het volume van de levering, kwaliteitsnormen of prijzen.
- De leverancier moet een bijdrage betalen voor onderzoeken van klachten van klanten in verband met de producten. Dit terwijl er geen sprake is van schuld of nalatigheid van de leverancier.
Onrechtmatig, tenzij
De wet geeft ook voorbeelden van handelspraktijken die onrechtmatig zijn tenzij deze vooraf helder en ondubbelzinnig schriftelijk zijn vastgelegd. Het dan om voorbeelden zoals:- De afnemer retourneert onverkochte landbouw- en voedingsproducten zonder ervoor te betalen.
- De leverancier moet bijdragen aan de kosten van marketing en uitstalling van de producten.
- De afnemer moet bijdragen aan de kosten van de kortingen in het kader van een promotieactie.
Waar ziet de nieuwe regeling niet op
De nieuwe regeling is niet van toepassing op overeenkomsten met consumenten. Daar is al regelgeving voor. De regeling ziet ook niet op overeenkomsten tussen een grote afnemer en een kleine leverancier. Er gelden dus omzetdrempels. Die ondernemingen zijn sterk genoeg om zelf op te komen oneerlijke handelspraktijken.Mogelijkheden bij niet-nakoming
Deze wet geeft aan wanneer er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk. Dat biedt de afnemer de mogelijkheid om naar de rechter te stappen. Daarnaast is de Autoriteit Consument en Markt (‘ACM’) aangewezen als toezichthouder. Een afnemer (of groep van afnemers) kunnen bij de ACM klagen wanneer deze nieuwe regels niet worden nageleefd. Verder komt er mogelijkheid een onafhankelijke geschillencommissie waar leveranciers, laagdrempelig, met klachten over naleving van deze wet, naar toe kunnen.Wat betekent dit voor de praktijk
Leveranciers krijgen op basis van deze wet een sterkere positie. Niet alleen tijdens de contractonderhandelingen, maar ook bij de uitvoering van contracten. Het wordt makkelijker om oneerlijke handelspraktijken aan te kaarten en aan de kaak te stellen.Voor afnemers:
- De contracten met leveranciers moeten worden nagekeken. Met name wanneer afspraken zijn gemaakt over de onderwerpen die onrechtmatig zijn ‘tenzij’. Afspraken hierover moeten ‘helder en ondubbelzinnig’ schriftelijk worden vastgelegd.
- Wanneer afspraken worden gemaakt met leveranciers dan zouden deze ook bijgestaan moeten worden door een jurist. Dit om te voorkomen dat later gezegd kan worden dat sprake was van ‘onevenwichtigheden in de onderhandelingspositie’.
Voor leveranciers:
- Wanneer een afnemer handelt in strijd met deze wet dan bestaat de mogelijkheid om daar, laagdrempelig, tegen op te treden. Het alleen al aankaarten van de overtreding en het wijzen op deze wet, kan helpen.
- Bepaalde afspraken zullen ‘helder en ondubbelzinnig’ in de overeenkomst moeten worden vastgelegd. Anders zijn ze onrechtmatig. Dit creëert onderhandelingsruimte. Maak er gebruik van.
- Laat u bijstaan bij het maken en vastleggen van afspraken met afnemers.