Blog
                            
                    Een commercieel belang als gerechtvaardigd belang onder de AVG?

                                    Auteur
                                    
BG Legal                                
                            
                                Gepubliceerd
                                08 okt. 2024
                            
                    
Op 4 oktober 2024 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) een belangrijke uitspraak gedaan in zaak C‑621/22, betreffende de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens door de KNLTB. Dit arrest verduidelijkt de toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) wanneer sportbonden persoonsgegevens van hun leden aan sponsoren verstrekken zonder expliciete toestemming van die leden.
     
Achtergrond van de zaak: de AP en de rechtbank Amsterdam
 
Prejudiciële vragen van de rechtbank aan het HvJ EU
- Op welke wijze moet de rechtbank de term 'gerechtvaardigd belang' interpreteren volgens artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f) van de AVG?
 - Moet die term worden geïnterpreteerd zoals de AP het omschrijft? Betreft het alleen de belangen die wettelijk zijn vastgesteld?
 - Kan elk belang een gerechtvaardigd belang zijn zolang het niet wettelijk verboden is? Kan een puur commercieel belang, zoals het verstrekken van persoonsgegevens tegen betaling zonder toestemming, als een gerechtvaardigd belang worden gezien? Zo ja, welke omstandigheden bepalen dit?
 
 
Uitspraak van het HvJ EU: hoge bescherming en drie criteria 
- Behartiging van een gerechtvaardigd belang: Het HvJ EU benadrukt dat een commercieel belang, zoals het verkopen van persoonsgegevens aan sponsoren, als een gerechtvaardigd belang kan worden aangemerkt, mits het niet in strijd is met de wet.
 - Noodzakelijkheid van de verwerking: De verwerking van persoonsgegevens moet strikt noodzakelijk zijn om het gerechtvaardigde belang te behartigen. Dit betekent dat de KNLTB moet kunnen aantonen dat er geen minder ingrijpende maatregelen beschikbaar zijn om hetzelfde doel te bereiken.
 - Afweging van belangen: Het HvJ EU stelt dat de belangen en grondrechten van de betrokkenen (de leden) niet zwaarder mogen wegen dan het commerciële belang van de verwerkingsverantwoordelijke (de KNLTB). Hierbij moet gekeken worden naar de redelijke verwachtingen van de leden op het moment dat hun gegevens werden verzameld.
 
 
Concrete toets: is de verwerking noodzakelijk en weegt het zwaarder dan de belangen van de betrokkenen? 
 
Conclusie