Blog
                            
                    Wijzigingsbevoegdheid, uitwerkingsplicht en binnenplans afwijken onder de Omgevingswet

                                    Auteur
                                    
                                                Rutger Boogers
                                
                            
                                Gepubliceerd
                                05 apr. 2024
                            
                    
 
Inleiding 
 
Wet ruimtelijke ordening (oud recht) 
- Wijzigingsbevoegdheid [art. 3.6 lid 1 sub a Wro]
 
- Uitwerkingsplicht [art. 3.6 lid 1 sub b Wro]
 
- Binnenplans afwijken [art. 3.6 lid 1 sub c Wro]
 
 
Wat is er veranderd? 
 
Overgangsrecht
- Uit artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet volgt dat in het tijdelijke deel van het omgevingsplan besluiten als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet zijn opgenomen. In dat artikel is onder g het bestemmingsplan opgenomen. Daarnaast zijn onder h en i het wijzigingsplan en het uitwerkingsplan opgenomen.
 - Uit artikel 22.10 van de Omgevingswet volgt dat in het tijdelijke deel van het omgevingsplan de regels als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub c, van de Wet ruimtelijke orde (binnenplans afwijken) zijn opgenomen, deze gelden als beoordelingsregels bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit. Zolang de regels niet worden vervangen door nieuwe beoordelingsregels dienen aanvragen te worden beoordeeld aan de hand van de huidige regels uit de bestemmingsplannen.
 
 
Omgevingswet
 
Relevantie van de wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten onder de Omgevingswet 
- Beoordelingsregels In artikel 22.26 van de Bruidsschat is een binnenplanse vergunningplicht voor bouwactiviteiten opgenomen. De omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit kan worden verleend wanneer die voldoet aan de regels voor de wijzigingsbevoegdheden of uitwerkingsplichten. Dit is alleen het geval indien het gaat om een bouwactiviteit of het in stand houden en het gebruik van een te bouwen bouwwerk [art. 22.29 en 22.32 Bruidsschat].
 
 
Relevantie van de afwijkingsbevoegdheden onder de Omgevingswet
- Verbod om activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten In het tijdelijke deel van het omgevingsplan zijn regels waarin is bepaald dat bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Dit zijn de regels die op grond van art. 3.6 lid 1 sub c Wro in de bestemmingsplannen waren opgenomen. In artikel 22.280 van de Bruidsschat wordt bevestigd dat deze bepalingen in het tijdelijk deel gelden als binnenplans verbod om de activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten.
 
 
Concluderend