Alimentatie in de ijskast?

19 dec 2012

Na een maandenlang durende procedure is de echtscheiding eindelijk een feit. U neemt de zorg voor de kinderen voor uw rekening en uw voormalig echtgenote wordt verplicht alimentatie voor de kinderen te betalen. Door de scheiding en de financiële crisis lopen de inkomsten van uw voormalig echtgenote in rap tempo terug. Op een normale woensdagmiddag komt u thuis van uw werk en vindt een verzoekschrift: de rechter wordt verzocht de alimentatieverplichting op nihil te stellen, omdat uw voormalig echtgenote failliet is verklaard. Hoe zal de rechter oordelen?

Een soortgelijke kwestie speelde onlangs in een zaak bij de Hoge Raad. Aanvankelijk wees de rechtbank het verzoek tot nihil stelling toe. In hoger beroep stelde het hof daarentegen vast dat de voormalig echtgenoot genoeg zou kunnen verdienen om de vastgestelde alimentatie te kunnen voldoen. De Hoge Raad volgt de uitspraak van het hof niet en oordeelt dat de rechter moet uitgaan van het principe dat een failliet niet over de draagkracht beschikt om mee te betalen in het onderhoud van de kinderen. Dit betekent dat een rechter een verzoek tot nihil stelling zal toewijzen.

Zorgt een faillissement er dan voor dat u geen alimentatie meer van uw voormalig echtgenote ontvangt? Dit kan inderdaad het geval zijn. Als uw voormalig echtgenote geen inkomsten geniet, kan zij immers ook niets afdragen. De kwestie wordt anders, wanneer uw voormalig echtgenote wel een inkomen heeft in het faillissement. Zoals hierboven al aan bod kwam, zal een rechter in principe oordelen dat er niet genoeg draagkracht is en zal hij het verzoek om de alimentatieverplichting op nihil te zetten toewijzen. Om ervoor te zorgen dat dit verzoek wordt afgewezen, moet aangetoond worden dat er wel genoeg draagkracht is. De vraag is echter hoe dit kan.

De Hoge Raad schept meer duidelijkheid. Als uw voormalig echtgenote een inkomen heeft, zal het vrij te laten bedrag (afkorting: VTLB) worden bepaald. Het VTLB is een deel van het inkomen dat buiten het faillissement dient te blijven en dus bij uw voormalig echtgenote op de bankrekening terechtkomt. De rechter-commissaris, die benoemd is in het faillissement, kan bepalen dat een zodanig bedrag buiten het faillissement blijft dat uw voormalig echtgenote hierdoor aan haar alimentatieverplichting kan voldoen. Op deze manier komt vast te staan dat er genoeg draagkracht is.

Het bovenstaande betekent dat een rechter een verzoek tot nihil stelling van de alimentatie zal afwijzen als er een VTLB is vastgesteld, waarin rekening is gehouden met de alimentatieverplichting. Dit biedt enige hoop dat de alimentatieverplichting tijdens het faillissement toch uit de ijskast gehaald kan worden.

De aangehaalde uitspraak is als volgt terug te vinden: HR 12 oktober 2012, NJ 2012/585.

BG.legal