Belanghebbende bij een windpark?

18 jun 2015

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State [verder: ‘Afdeling’] heeft in de maand mei van dit jaar een tweetal uitspraken gewezen waarbij is geoordeeld over de vraag of een appellant ook daadwerkelijk als belanghebbende moet worden gezien ten aanzien van een bestemmingsplan waarin een windpark mogelijk wordt gemaakt.

Beide uitspraken zijn gewezen op 27 mei 2015 waarbij kritisch is gekeken naar de vraag of degene die beroep heeft ingesteld daadwerkelijk een belanghebbende is bij het betreffende bestemmingsplan.

In de Algemene wet bestuursrecht [verder: ‘Awb’] is bepaald dat alleen een belanghebbende een ontvankelijk bezwaar of beroep kan instellen. Om belanghebbende te kunnen zijn moet de betreffende persoon of entiteit [denk aan een stichting of vereniging] zich kunnen onderscheiden van de grote amorfe massa. Volgens artikel 1:2 lid 1 Awb moet onder een belanghebbende worden verstaan: ‘[…] degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.’

Als het gaat om het mogelijk maken van windturbines op een windpark speelt ten aanzien van bijvoorbeeld particulieren met name de vraag of zij vanuit de woning direct zicht hebben op de nog te realiseren turbines.

Onderstaand bespreek ik op het punt van belanghebbende & windparken de twee genoemde recente uitspraken van de Afdeling. 

Vianen
In de uitspraak ‘Vianen’ [zaaknummer 201409190/1/R6] overweegt de Afdeling dat er geen sprake is van het zijn van belanghebbende omdat de betreffende persoon op een afstand woont van ruim twee kilometer van het plangebied en bovendien vanuit de woning geen zicht heeft op het plangebied. De Afdeling geeft verder aan dat mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkeling die met het plan mogelijk worden gemaakt, de afstand te groot is om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen.

Ook heeft appellant geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks de grote afstand een objectief en persoonlijk belang van appellant rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Met andere woorden: ook al wordt niet voldaan aan het zogenaamde zichtcriterium, dan zouden er nog andere belangen kunnen zijn die desondanks wel zouden kunnen nopen tot het aannemen van het zijn van belanghebbende.

Bij een andere appellant is in deze zaak geconstateerd dat deze woont op een afstand van ongeveer 500 meter van het plangebied. En blijkt zijn bedrijf te zijn gevestigd op een afstand van ongeveer 100 meter van het plangebied. De percelen zijn gelegen in een open landschap buiten de kern van Vianen. Omdat het plan voorziet in de bouw van drie windturbines met een maximale ashoogte van 100 meter zal er vanaf beide plekken zicht zijn op de voorziene windturbines. Dat betekent dat deze appellant rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken.

Oude IJsselstreek
In de uitspraak met betrekking tot een bestemmingsplan in de gemeente Oude IJsselstreek [201400754/1/R2] oordeelt de Afdeling als volgt. De betreffende appellant woont op een afstand van ongeveer 850 meter tot het voorziene windpark. De maximale ashoogte van de voorziene windturbines bedraagt 139 meter en de maximale rotordiameter mag volgens de bestemmingsplanregels niet meer bedragen dan 122 meter.

De betreffende appellant heeft op de zitting gesteld dat hij vanaf de bovenverdieping van zijn woning zicht heeft op de voorziene windturbines. Gelet op de afstand van de woning van appellant tot het bedrijfsgebouw en de voorziene windturbines in samenhang bezien met de hoogte van de windturbines acht de Afdeling dit niet onaannemelijk.

Daarbij betrekt de Afdeling het gegeven dat het windpark haar vermoeden -dat appellant geen zicht heeft op het voorziene windpark- niet heeft onderbouwd. Gelet op de aard en de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling is de afstand van de woning van appellant tot het voorziene windpark zodanig groot zodat niet is uitgesloten dat appellant de gevolgen van de plannen zou kunnen ondervinden. Appellant is dan ook belanghebbende bij het bestreden besluit.

Conclusie
Uit het voorgaande volgt dat het niet eenvoudig is om vast te stellen of iemand belanghebbende is bij de ontwikkeling van een windpark [in een bestemmingsplan].

Allereerst speelt het zicht vanaf de woning, maar moet dit worden gezien in samenhang met de hoogte/omvang van de windturbines. De aard en de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling speelt immers een grote rol.

En als er dan een vrij zicht bestaat op de voorziene ontwikkeling vanuit de woning zal al snel worden geredeneerd dat de betreffende appellant wel belanghebbende is. Ook als de belanghebbende op bijna een kilometer van het voorziene plan woont.

Tenslotte kan het toch zo zijn dat iemand belanghebbende is, hoewel er geen direct zicht bestaat vanuit de woning op de turbines. Er moet dan sprake zijn van een objectief en persoonlijk belang van appellant, welke rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Als je al op grote afstand woont zal het in de praktijk lastig zijn om dan toch nog een objectief en persoonlijk belang aan te tonen.

Alternatief

In zijn algemeenheid is het raadzaam om te overwegen met buurtgenoten een stichting of vereniging op te richten [met duidelijke statuten en notulen van regelmatig terugkerende bijeenkomsten of vergaderingen]. Doe dat wel voordat de relevante besluiten worden genomen door het gemeentebestuur [in dit geval]. Dan is de hobbel van ontvankelijkheid eerder genomen en kan er meer druk worden uitgeoefend als collectief. 

BG.legal