BOSKA kaasschaaf niet auteursrechtelijk beschermd

29 jul 2024

De vormgeving van een gebruiksvoorwerp kan auteursrechtelijk beschermd zijn. Dus ook van bijvoorbeeld een kaasschaaf. De drempel daarvoor blijkt in de praktijk hoog te zijn. Al snel is vormgeving bepaald door het gebruik of functionele eisen. Maar het kan wel. Aan de onderbouwing worden hogen eisen gesteld.

In een kortgeding procedure liep het niet goed af voor Boska.[1]

Boska is producent van diverse food gereedschappen zoals kaasschaven, kaasraspen en smeermessen. Haar designafdeling heeft deze ontworpen, zoals de Copenhagenlijn. Sinds 2009 verkoopt PLUS deze in haar supermarkten:

Afbeelding1 Boska

In 2023 eindigt de samenwerking. PLUS vraagt een andere partij om een kaasschaaf, kaasrasp en smeermes te leveren. Deze partij doet dit onder de naam Klaverland.

Afbeelding2 Boska

Boska stelt dat haar producten auteursrechtelijk zijn beschermd en dat PLUS (en de leverancier) inbreuk daarop maakt door de Klaverblad producten aan te bieden. PLUS heeft de Klaverblad producten vervolgens uit haar winkels en online gehaald. De leverancier en Boska komen niet tot een regeling. Boska stelt in een kortgedingprocedure dat de leverancier inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Boska en daarnaast onrechtmatig heeft gehandeld door slaafs na te bootsen.

De vorderingen worden afgewezen. In een goed onderbouwd vonnis, past de rechter het werkbegrip uit de Auteurswet toe, in overeenstemming met de Auteursrecht richtlijn. In deze casus gaat het om gebruiksvoorwerpen. De toepassing van het werkbegrip is niet anders dan bij andere werken.

Auteursrechtelijke bescherming

Aan een werk worden twee voorwaarden gesteld; het moet i) nauwkeurig en objectief identificeerbaar en ii) oorspronkelijk zijn.

Aan de eerste voorwaarde is voldaan. Het is voldoende duidelijk waar de auteursrechtelijke bescherming van wordt ingeroepen.

De tweede voorwaarde vormt een probleem. De rechter overweegt: “De rechter moet nagaan of de maker van het product door de keuze van de verschijningsvorm ervan zijn creatieve vermogen op originele wijze tot uitdrukking heeft gebracht door vrije en creatieve keuzen te maken en het product zodanig heeft vormgegeven dat het zijn persoonlijkheid weerspiegelt”. Omdat het een gebruiksvoorwerp is gelden er functionele en technische vereisten. Dat betekent vaak een beperkte ruimte om ‘vrije en creatieve’ keuzes te maken. En daar waar die keuzes bestaan mag het niet overeenstemmen met wat er al bestond (‘het vormgevingserfgoed’).

Boska heeft van de drie producten aangegeven wat de auteursrechtelijk beschermde elementen zijn (o.a. “het handvat is hol, de ‘ronde’ vormgeving van het handvat, het handvat is niet volledig rond, maar is aan de boven- en onderkant afgevlakt”). Boska vat dit samen als een eigen ‘look and feel’ van de producten.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft Boska aangegeven dat zij zich niet beroept op de auteursrechtelijke bescherming van één of meerdere specifieke elementen van de Boska producten. Boska beroept zich op de auteursrechtelijke bescherming van de combinatie van deze (stuk voor stuk onbeschermde) elementen. De rechter vindt echter dat het niet duidelijk is welke beschermingswaardige creativiteit Boska heeft toegepast om met de combinatie van de op zichzelf onbeschermde elementen, een auteursrechtelijk beschermd werk te creëren. Boska heeft onvoldoende onderbouwd op grond waarvan de combinatie van de onbeschermde elementen in de Boska Producten, de persoonlijke visie van de maker tot uiting brengt. Dit had wel van haar verwacht mogen worden.” Een andere uitkomst zou dus mogelijk zijn geweest wanneer Boska beter had onderbouwd waar de vrije en creatieve keuzes zijn gemaakt die afwijken van het vormgevingserfgoed.

Verder overweegt de rechter dat het hier om gebruiksvoorwerpen gaat. Deze hebben naar hun aard een bepaalde basisvorm. En hoewel die niet per definitie uitgesloten zijn van auteursrechtelijke bescherming, is de basisvorm vaak bepaald door de gebruiksbestemming en daarmee dus functioneel bepaald. De rechtbank overweegt: “Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de keuzes die zijn gemaakt met betrekking tot (de ronde vorm, en breedte en lengte van) het handvat, de lengte van het blad en de totale lengte van het product, in het geval van de kaasschaaf en de smeermessen (de vorm van) het blad, en in het geval van de kaasrasp de (hoeveelheid) gaatjes waarmee geraspt kan worden.”

Deze elementen en de combinatie daarvan zijn ingegeven door bruikbaarheid en/of ergonomische overwegingen en ruim in het vormgevingserfgoed aanwezig. Van enige creatieve keuzes om dergelijke elementen in de Boska Producten op te nemen is geen sprake. Ook hier had de beoordeling anders kunnen uitpakken wanneer op dit onderdeel een betere onderbouwing was gegeven. Het kan natuurlijk ook dat er geen andere onderbouwing te geven was.

Kortom, geen auteursrechtelijke bescherming voor de Boska producten.

Slaafse nabootsing

Voor slaafse nabootsing is vereist dat het ene product een “eigen plaats in de markt” heeft. De leverancier betwist dit ten aanzien van de Boska producten. De leverancier stelt dat Boska merk  wellicht wordt herkend door consumenten, maar dat dit niet geldt voor de vormgeving van de Boska producten.

De rechter overweegt dat Boska onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de Boska producten voldoende onderscheidend waren en nog steeds zijn toen de Klaverland Producten op de markt kwamen. Uit het vormgevingserfgoed blijkt dat er een aantal kaasschaven, kaasraspen en smeermessen van verschillende producenten op de markt zijn die nauwelijks afwijken van de Boska producten.

Kortom, er is geen sprake van een eigen gezicht op de markt. En dus geen slaafse nabootsing.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Vormgeving van gebruiksvoorwerpen kan auteursrechtelijk beschermd zijn maar de drempel lijkt hoog te zijn;
  • Wanneer je auteursrechtelijke bescherming wilt onderbouwen, dan moet je tijdens het design proces zorgen voor een goede dossiervorming (wat is het vormgevingserfgoed, waar wijkt het nieuwe ontwerp af, wat zijn de vrije en creatieve keuzes die daarbij zijn gemaakt.
  • Voor concurrenten kan dit ook kansen betekenen. Gebruiksvoorwerpen die niet aan de werktoets voldoen en die geen eigen plaats in de markt hebben, zijn vrij te kopiëren.

Voor meer informatie: neem contact op met mij.

Zie ook mijn eerder blog hierover.

[1] ECLI:NL:RBMNE:2024:4318, Rechtbank Midden-Nederland, C/16/576257 / KG ZA 24-279 (rechtspraak.nl)

Jos van der Wijst 2