Cao-ontwikkelingen in de zorg
Marlies Hol neemt u mee in de arbeidsrechtelijke ontwikkelingen binnen de zorg. Vandaag staan de cao’s Ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) centraal.
Gestarte onderhandelingen cao ziekenhuizen
Vrijdag 2 juli zijn de onderhandelingen voor de nieuwe cao Ziekenhuizen gestart. De medewerkers die onder deze cao vallen hebben afgelopen jaar veelvuldig in de aandacht gestaan door hun grote inzet tijdens de corona-epidemie.
Deze onderhandelingen zijn op dit moment in volle gang. Er zijn nog geen mededelingen door werkgevers- of werknemersverenigingen gedaan.
Na 45 dienstjaren eerder stoppen met werk door de cao verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT)
Vanaf 1 september dit jaar kunnen medewerkers van verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) in zwaar werk functies met 45 dienstjaren eerder stoppen met werken. Eind juni zijn de zorgvakbonden en werkgever hierover tot een onderhandelakkoord gekomen. Daarnaast is er een spaarverlofregeling afgesproken die voor zorgmedewerkers in alle leeftijden mogelijkheden biedt om duurzaam aan het werk te kunnen blijven.
Dit is de eerste cao waarin is afgesproken dat medewerkers na 45 jaar werken, waarvan minimaal 20 jaar in een zwaar beroep, met AOW kunnen gaan. Deze regeling zal als voorbeeld worden gebruikt voor andere sectoren waar zwaar werkt wordt verricht.
De nieuwe cao geldt per 1 september 2021.
Verplichting aanbieden arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in cao?
Recentelijk oordeelde de rechtbank Den Haag nog in een zaak over de cao Ziekenhuizen. In die cao staat dat een arbeidsovereenkomst ‘als regel’ voor onbepaalde tijd moet worden aangeboden. Als toch een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt gesloten, dan moet de reden of tijdsduur worden vermeld. Verder staat in de cao dat een overeenkomst voor bepaalde tijd in principe wordt opgevolgd door een overeenkomst voor onbepaalde tijd als de werknemer goed functioneert.
In deze zaak stelde een werknemer dat zij op grond van de cao recht heeft op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze medewerker is in dienst getreden op basis van bepaalde tijd. Haar is vervolgens nogmaals een contract voor bepaalde tijd aangeboden. Deze voortzetting is mondeling overeengekomen.
De rechter oordeelde dat deze werknemer géén recht had op een vast contract. Deze bepalingen scheppen geen verplichting voor werkgevers. Het is de vraag wat dan het nut van deze ‘lege bepalingen’ is. Mogelijk wordt hier door de vakbonden in de toekomst nog op ingegaan.
Arbeidsrecht in de zorg
Binnenkort zal ik in een reeks artikelen onder meer ingaan op het arbeidsrecht in de zorg. Ik zal daarbij onder andere de cao Ziekenhuizen, de cao van Verpleeg- & Verzorgingshuizen & Thuiszorg (VVT) meer uitvoerig bespreken.
Naast deze cao’s, zijn voor de sectie zorg ook de volgende cao’s belangrijk: de cao universitair medische centra (UMC), de cao gehandicaptenzorg en de cao geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
Het cao-recht is van belang voor het arbeidsrecht in de zorg. In de zorg is iedere instelling gebonden aan een cao. Heeft u vragen over de cao en de werking daarvan in de zorg? Neem dan contact met mij op.