Het risico dat een merknaam verwordt tot soortnaam
In deze Oostenrijkse zaak gaat het om de registratie van het woord KORNSPITZ. Backaldrin vervaardigt onder dit merk een bakmengsel dat zij in de eerste plaats aan bakkers levert. De concurrenten van Backaldrin en het merendeel van de bakkers weten dat het woordteken „KORNSPITZ” als merk is ingeschreven. Eindgebruikers vatten het woordmerk echter op als de gebruikelijke benaming van een bakkerijproduct, te weten langwerpige broodjes die aan beide uiteinden spits toelopen. Pfahnl heeft verzocht om doorhaling van de merkregistratie.
De Merkenrichtlijn bepaalt in art. 12 lid 2 dat een merk vervallen worden verklaard wanneer het, na de datum waarop het is ingeschreven door toedoen of nalaten van de merkhouder tot de in de handel gebruikelijke benaming is geworden van een waar of dienst waarvoor het ingeschreven is. Wanneer aan deze voorwaarde is voldaan dan kan het merk zijn functie niet meer vervullen omdat het merk het onderscheidende vermogen heeft verloren.
In deze zaak is aan de orde de vraag vanuit wie dit beoordeeld moet worden? Volstaat het wanneer alleen de eindgebruiker [en niet de ondernemers in de branche] het als een soortnaam zien. De Oostenrijkse rechter geeft aan dat de eindverbruikers van de zogenoemde KORNSPITZ broodjes, dat woordteken waarnemen als de gebruikelijke benaming voor die broodjes en dat zij zich er niet bewust van zijn dat het merk ziet op het bakmengsel dat is gebruikt en dat afkomstig is van een bepaalde onderneming. Dit komt onder andere omdat de verkopers van deze broodjes niet vermelden dat KORNSPITZ een merk is. Het Hof oordeelt dat de vaststelling vanuit de eindgebruikers voldoende is.
In een eerdere uitspraak [Hof van Justitie EG, 29 april 2004, Bjornekulla Fruktindustrier v Procordia Food] besliste het Hof dat dit beoordeeld moest worden vanuit niet enkel de consumenten en eindverbruikers, maar ook rekening houdend met de wijze waarop beroepsbeoefenaars, zoals verkopers, het waarnemen. De perceptie van consumenten of eindverbruikers speelde volgens het Hof over het algemeen wel een beslissende rol.
Kortom, een merkhouder kan zijn rechten dus verliezen wanneer het merk door toedoen of nalaten van deze houder louter uit het oogpunt van de eindverbruikers ervan de gebruikelijke benaming voor deze waar is geworden.
De tweede vraag was of het feit dat de houder van een merk de verkopers niet ertoe aanzet om dit merk meer te gebruiken bij de verkoop van een waar waarvoor het merk is ingeschreven als „nalaten” kan worden aangemerkt.
Het Hof heeft eerder geoordeeld [Hof van Justitie EG, 27 april 2006, Levi Strauss] dat het door een merkhouder niet optreden tegen derden die inbreuk op het merkrecht maken als nalaten wordt aangemerkt. Dergelijk optreden beoogt immers juist het onderscheidend vermogen van het betrokken merk te handhaven.
Het Hof overweegt dat nalaten elk verzuim omvat waardoor de merkhouder onvoldoende erop toeziet dat zijn merk zijn onderscheidend vermogen behoudt.
Dit betekent in deze zaak dat de Oostenrijkse rechter moet na gaan of Backaldrin al dan niet stappen heeft ondernomen om bakkers en distributeurs van levensmiddelen die broodjes verkopen die op basis van het door haar geleverde bakmengsel zijn geproduceerd, aan te zetten om het merk KORNSPITZ meer te gebruiken in hun handelscontacten met de klanten.
HvJEG 6 maart 2014, Backaldrin v Pfahnl, IEPT20 40306, HvJEU
Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk:
- Als merkhouder moet je alles in het werk stellen om te voorkomen dat je woordmerk tot een soortnaam verwordt [denk aan Aspirine, Chocomel, googelen, pamper];
- Dit betekent dus actief optreden wanneer anderen het gebruiken zonder toestemming van de merkhouder;
- Dit betekent ook het duidelijk maken voor het publiek dat het een geregistreerd merk is [bv door consequent het ® bij het merk te vermelden];
- Daarnaast kun je als merkhouder er ook voor zorgen dat er een soortnaam wordt gebruikt en beschikbaar blijft [bv Apple moet zorgen dat het woord tablet de soortnaam blijft voor een iPad en TomTom moet zorgen dat navigatiesysteem de soortnaam blijft].
Zie ook Agrifood