IGZ mag schriftelijk bevel tot staken werkzaamheden niet preventief geven
BIG geregistreerden of diegenen die een beroep uitoefenen waarvan de opleiding krachtens de Wet BIG is aangewezen (anders dan in het kader van een zorginstelling als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen), moeten hun beroepsuitoefening zodanig organiseren en zich van zodanig materieel voorzien dat dit redelijkerwijze leidt tot verantwoorde zorg (artikel 40 Wet BIG). Een en ander omvat ook de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De inspectie voor de Gezondheidszorg houdt hierop toezicht en kan de beroepsbeoefenaar die deze verplichtingen niet of onvoldoende nakomt een schriftelijk bevel geven. Volgens de Raad van State echter niet preventief.
In de zaak die ter beoordeling stond, ging het om een geregistreerde arts en psychotherapeut. Deze was strafrechtelijk aangehouden omdat hij ervan werd verdacht als psychiater medische dossiers te hebben vervalst met de bedoeling een persoonsgebonden budget en/of een arbeidsongeschiktheidsuitkering te verkrijgen. Daarvoor was aan hem door het Regionaal tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ook al een waarschuwing opgelegd. De betrokken arts werd binnen een termijn van krap 2 weken twee maal door de inspecteur uitgenodigd voor een gesprek, maar reageerde niet op die uitnodigingen. Onmiddellijk daarna kreeg hij het schriftelijk bevel zijn werkzaamheden als arts en psychotherapeut te staken. De inspecteur legde aan deze beslissing ten grondslag dat, gelet op de gerezen strafrechtelijke verdenking, de uitspraak van het tuchtcollege en de eigen verklaringen van betrokkene, niet van een verantwoorde zorgverlening kon worden uitgegaan en derhalve aanleiding bestond voor nader onderzoek naar de vraag of de Wet BIG werd nageleefd. De inspecteur stelde niet te kunnen vaststellen of de werkzaamheden van betrokkene aan de eisen voldeden aangezien het noodzakelijk daarnaar te verrichten onderzoek in de afgelopen periode geen doorgang had kunnen vinden. De arts/psychotherapeut kreeg in bezwaar bij de inspectie en beroep bij de rechtbank ongelijk.
In hoger beroep heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het hoger beroep gegrond verklaard. De Afdeling oordeelde - kort samengevat – dat artikel 87a van de Wet BIG, de inspecteur niet de bevoegdheid geeft een preventief schriftelijk bevel tot staken van werkzaamheden te geven. In de onderhavige zaak was immers niet vastgesteld dat de beroepsbeoefenaar artikel 40 van de Wet BIG onvoldoende of onjuist had nageleefd. Dit geldt naar het oordeel van de Afdeling temeer nu de inspecteur, nadat hangende de procedure wel onderzoek was verricht, niet alsnog tot die conclusie had kunnen komen. Dat het volgens de inspecteur niet mogelijk was om een onderzoek “going concern” te laten plaatsvinden vanwege de veelal ernstige aandoeningen van patiënten, maakt dit naar het oordeel van de Afdeling niet anders.
advocaat te Den Bosch, Eindhoven en Tilburg