Kindgebonden budget bijtellen bij draagkracht ontvangende ouder?

11 sep 2015

Per 1 januari 2015 is de alleenstaande-ouderkorting afgeschaft. De alleenstaande-ouderkorting was een fiscaal voordeel voor ouders die alleenstaand waren. Dit fiscale voordeel werd bij de berekening van de kinderalimentatie aangemerkt als inkomen van de betreffende ouder.

Toen de alleenstaande-ouderkorting op 1 januari 2015 werd afgeschaft, werd tegelijkertijd het kindgebonden budget van alleenstaande ouders verhoogd met de alleenstaande ouderkop van maximaal € 254,- per maand. Sinds de invoering van deze alleenstaande ouderkop worstelen advocaten met de vraag hoe deze alleenstaande ouderkop moet worden meegenomen in de berekening van de kinderalimentatie.

Volgens de Landelijke Expertgroep Alimentatienormen moest de alleenstaande ouderkop [en dus het kindgebonden budget] in mindering gebracht worden op de behoefte van de kinderen. De alleenstaande ouderkop werd door de Landelijke Expertgroep Alimentatienormen dus gezien als een bijdrage in de kosten van het kind en niet als inkomen aan de zijde van de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf heeft. Dit heeft ertoe geleid dat sinds 1 januari 2015 in veel gevallen de kinderalimentatie door de rechter is verlaagd of zelfs op nihil is gesteld.

Uiteraard leverde deze manier van het berekenen van de kinderalimentatie veel kritiek op. Om die reden heeft het Gerechtshof Den Haag prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.

Gisteren, op 10 september 2015, heeft de Advocaat Generaal de Hoge Raad geadviseerd inzake deze kwestie. De Advocaat-Generaal trekt de conclusie dat het kindgebonden budget, waaronder de alleenstaande ouderkop, niet moet worden afgetrokken van de kosten [behoefte] van de kinderen. De Advocaat-Generaal concludeerde hierover het volgende:

“Het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop zijn bovendien in de eerste plaats inkomensondersteunende maatregelen, met name voor de huishoudens met lagere inkomens. De alleenstaande ouderkop is onderdeel van het kindgebonden budget en heeft dezelfde strekking. Het is zeker niet de primaire bedoeling geweest dat deze gebruikt worden om de kosten van verzorging en opvoeding per individueel kind te ondersteunen. De bijdragen komen toe aan de ouder.”

Volgens de Advocaat-Generaal moet het kindgebonden budget [en de alleenstaande ouderkop] dus bijgeteld worden bij het eigen inkomen van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Dit houdt in dat de alleenstaande ouderkop bijgeteld wordt bij de draagkracht van deze ouder.

Uiteraard is de Hoge Raad vrij om hierin zijn eigen afweging te maken en hoeft de Hoge Raad het advies van de Advocaat-Generaal niet te volgen. Feit blijft dat het een mooie ontwikkeling is, een dag voor de jaarlijkse dag van de scheiding. Het is nu wachten op de antwoorden van de Hoge Raad.

BG.legal