Kunstwerk Groningen
Op basis van het belang van de maker mag gemeente kunstwerk niet verwijderen
De gemeente Groningen mag een kunstwerk dat kapot is niet verwijderen. Het belang van de maker weegt zwaarder. Op basis van het auteursrecht moet de gemeente het kunstwerk zelfs repareren.
Bij opgravingen in de Groninger binnenstad zijn de restanten bloot gelegd van delen van middeleeuwse stadsmuren en toegangspoorten. De gemeente Groningen heeft een kunstwerk laten ontwerpen om hier aandacht op te vestigen. De uitwerking voorzag in twee muurornamenten met neonglas lichtbogen en vier spotlights die de verdwenen toegangspoort visualiseren. Het kunstwerk is in 2002 officieel in werking gesteld. Van meet af aan zijn er storingen geweest in de installatie en tot tweemaal toe is het kunstwerk door kranen beschadigd. Hierdoor is het kunstwerk niet meer volledig operationeel. De gemeente Groningen wil het kunstwerk nu verwijderen. De kunstenaar maakt bezwaar en beroept zich daarbij op zijn auteursrecht.
Op grond van artikel 25 van de auteurswet kan de maker optreden tegen aantasting van zijn werk.
De voorzieningenrechter overweegt dat de verwijdering van een kunstwerk uit de publieke ruimte niet gelijkgesteld kan worden aan aantasting van het werk. De maker van een kunstwerk kan dan ook niet uit hoofde van artikel 25 auteurswet optreden tegen de verwijdering van het werk door de eigenaar daarvan uit de publieke ruimte.
Maar het vernietigen of verwijderen van een exemplaar van het werk kan wel misbruik van bevoegdheid door de eigenaar opleveren of anderszins onrechtmatig zijn jegens de maker. Van misbruik of onrechtmatig handelen zal eerder sprake zijn, naarmate er minder exemplaren van dat werk bestaan. Gaat het om unieke exemplaren, zoals in casu het geval is, dan kan van de eigenaar onder omstandigheden verlangd worden dat hij slechts dan tot vernietiging overgaat indien daarvoor een gegronde reden bestaat. De eigenaar moet dan rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van de maker. Hij moet er dan voor zorgen dat het werk behoorlijk wordt gedocumenteerd of hij moet de maker de gelegenheid bieden het werk te documenteren.
Bij de vraag of sprake is van misbruik van bevoegdheid moet worden beoordeeld of de eigenaar bij de uitoefening van de bevoegdheid naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen. De gemeente wijst daarbij op haar verantwoordelijkheid als eigenaar en de kosten die het onderhoud vergen. De voorzieningenrechter vindt dit wel relevant maar niet doorslaggevend.
De voorzieningenrechter overweegt dat de belangen van de kunstenaar hier hoger wegen dan de belangen van de gemeente. De gemeente mag het kunstwerk dus niet verwijderen.
Omdat het in stand laten van het kunstwerk in de huidige staat, is aan te merken als een aantasting van het werk waartegen de kunstenaar zich op basis van artikel 25 van de Auteurswet kan verzetten, betekent dit ook dat de gemeente wordt veroordeeld om het kunstwerk te herstellen. De gemeente krijgt daar een periode van drie maanden voor.
Voorzieningenrechter Rechtbank Groningen, 17 mei 2013, LJN: CA0939
Zie ook Fashion & Design