Mondeling aanzeggen niet voortzetten tijdelijk arbeidscontract volstaat soms
In de wet is vastgelegd dat bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst die automatisch afloopt de werkgever het al dan niet voortzetten daarvan de werknemer schriftelijk moet aanzeggen. Als dit niet (tijdig) gebeurt en de arbeidsovereenkomst eindigt is een aanzegvergoeding verschuldigd.
De wet lijkt helder, alleen mondeling aanzeggen dat het arbeidscontract niet wordt voortgezet is dus onvoldoende. Toch ligt het wat genuanceerder.
Met de aanzegplicht is beoogd aan werknemers meer zekerheid te bieden met betrekking tot de vraag of de tijdelijke arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de overeengekomen termijn al dan niet door de werkgever wordt voortgezet. Het is ook bedoeld om een mondelinge toezegging van een werkgever dat de arbeidsovereenkomst wordt verlengd te formaliseren via in dit geval de schriftelijke aanzegplicht. Met deze aanzegplicht wil de wetgever voorkomen dat een werkgever wel al mondeling aan de werknemer toezegt de arbeidsovereenkomst te verlengen, maar deze toezegging vervolgens niet nakomt en de werknemer alsnog na het einde van het dienstverband op zoek moet gaan naar een nieuwe baan. In zoverre beoogt aanzegverplichting de positie van de werknemer te versterken.
Als nu sprake is van een situatie waarin ruimschoots voor het verlopen van de termijn waarvoor de arbeidsovereenkomst was aangegaan er voor beide partijen nimmer enige onzekerheid bestond over het feit dat arbeidsovereenkomst na die termijn niet langer zou voortduren, kan het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar worden geacht dat een werknemer zich jegens de werkgever erop beroept dat de aanzegging niet schriftelijk is gedaan.
Het blijft dus voor de werkgever verstandig om de werknemer altijd schriftelijk te laten weten of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wel of niet wordt verlengd.