WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 2
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 2
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1442
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 10, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 24660
[post_author] => 26
[post_date] => 2025-02-26 10:30:15
[post_date_gmt] => 2025-02-26 09:30:15
[post_content] => BG.legal biedt vastgoedeigenaren en beheerders de mogelijkheid om tegen een vast bedrag van € 500,- het omgevingsplan te laten screenen voor onder meer het huisvesten van arbeidsmigranten, studenten of expats of het splitsen van woningen. Wij geven in een kort en bondig advies aan wat de mogelijkheden zijn op basis van het omgevingsplan.
Lees hier meer informatie over huisvesting arbeidsmigranten.
Onze specialisten arbeidsmigranten:
mr. R.J. (Rutger) Boogers en mr. M. (Michael) de Marco

[post_title] => Arbeidsmigranten huisvesten? Wat zijn de mogelijkheden?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => arbeidsmigranten-huisvesten-wat-zijn-de-mogelijkheden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-26 11:09:21
[post_modified_gmt] => 2025-02-26 10:09:21
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=24660
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 44580
[post_author] => 65
[post_date] => 2025-02-25 14:30:11
[post_date_gmt] => 2025-02-25 13:30:11
[post_content] => Veel ondernemers dienen zelf een merkaanvraag in bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) of het Europees Bureau voor Intellectuele Eigendom (EUIPO). Hoewel dit eenvoudig lijkt, worden aanvragen wel eens afgewezen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor het beschermen van je onderneming. Gelukkig betekent een afwijzing niet altijd het einde van je merkaanvraag. Met de juiste juridische ondersteuning is een oplossing nog mogelijk.
Een merkaanvraag kan om verschillende redenen worden afgewezen. Vaak mist een merk voldoende onderscheidend vermogen, waardoor het niet uniek genoeg is om bescherming te krijgen. Beschrijvende termen worden ook geweigerd. Het is essentieel om bij de aanvraag duidelijk aan te geven voor welke producten en/of diensten het merk wordt gebruikt. Ten slotte kunnen bepaalde tekens worden afgewezen als deze in strijd zijn met de openbare orde of goede zeden.
Wat als iemand bezwaar maakt tegen je merk?
Zelfs als je merkaanvraag aanvankelijk wordt goedgekeurd, kan een andere merkhouder bezwaar maken. Dit gebeurt via een oppositieprocedure, waarbij wordt beoordeeld of jouw merk verwarring kan veroorzaken met een eerder geregistreerd merk. Dit is juridische proces en vereist een goed onderbouwd verweer. Zonder de juiste expertise loop je het risico dat je merkaanvraag alsnog wordt afgewezen, wat je tijd en geld kan kosten. Daarom is het verstandig om hulp in te schakelen bij oppositieprocedures.
Wat kun je doen bij een afgewezen merkaanvraag of oppositie?
Als je merkaanvraag is afgewezen of als er oppositie tegen je merk is ingediend, is het cruciaal om snel en juist te handelen. In veel gevallen kun je bezwaar maken tegen de afwijzing door aanvullende argumenten of bewijzen in te dienen. Soms is het mogelijk om je aanvraag te wijzigen, bijvoorbeeld door de classificatie van producten en diensten aan te passen. Bij een lopende oppositieprocedure kun je verweer voeren om aan te tonen dat er geen verwarringsgevaar is tussen jouw merk en het eerder geregistreerd merk.
Het merkenrecht is ingewikkeld en een afwijzing kan grote gevolgen hebben voor je bedrijfsvoering. Daarom is het slim om een specialist in te schakelen die je kan helpen. Met de juiste strategie vergroot je de kans op een succesvolle registratie en voorkom je juridische complicaties.
Is jouw merkaanvraag afgewezen of heb je te maken met een oppositieprocedure? Neem dan contact op met Mustafa Kahya.
[post_title] => Waarom wordt mijn merkaanvraag afgewezen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => waarom-wordt-mijn-merkaanvraag-afgewezen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-25 14:50:13
[post_modified_gmt] => 2025-02-25 13:50:13
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44580
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 44570
[post_author] => 71
[post_date] => 2025-02-24 15:08:11
[post_date_gmt] => 2025-02-24 14:08:11
[post_content] => Op 31 januari heeft het US Copyright Office (USCO) haar eerste met behulp AI gegenereerde afbeelding geregistreerd. Daarvoor waren er al meerdere aanvragen om AI-afbeeldingen in te schrijven gestrand. Wat was er deze keer anders?
A Single Piece of American Cheese van Invoke AI
Het betreft de afbeelding met de bijzondere titel “A Single Piece of American Cheese”. De afbeelding was gegenereerd door Invoke AI, die ook de aanvraag tot registratie bij USCO deed. De eerste aanvraag was al in 2023, maar toen werd de afbeelding geweigerd wegens gebrek aan auteursrechtelijke bescherming, wat een vereiste is voor inschrijving.
Menselijke creativiteit
Invoke AI vroeg het USCO om een heroverweging. Ze pakten het deze keer anders aan en beschreven uitgebreid de menselijke, creatieve inbreng om de afbeelding tot stand te laten komen. Deze argumentatie is online te vinden in een rapport van Invoke AI, genaamd “How we received the first copyright for a single image created entirely with AI-generated material”.
Prompts en inpainting
In deze presentatie wordt onder meer een stappenplan getoond van hoe “A Single Piece of American Cheese” is gemaakt. Naast de opgegeven prompt wordt duidelijk dat Invoke AI gebruikt maakte van een andere AI-techniek, “inpainting”, waarbij gedeeltes van de AI-afbeelding opnieuw worden gegenereerd met andere waarden. Dit kan heel precies gedaan worden waarbij de maker precies kan aangeven wat hij opnieuw wil genereren en hoe.
Registratie USCO
In de registratie van het USCO is deze manier van werken kort en bondig samengevat in de volgende gronden voor de claim van Invoke AI: "Selection, coordination, and arrangement of material generated by artificial intelligence." Aan de ene kant is dit wereldnieuws, maar eigenlijk gebeurt er juridisch gezien niet echt iets spannends. Het laat namelijk zien dat er nog steeds wordt uitgegaan van een oude aanname binnen het auteursrecht.
Auteursrechtelijke bescherming
Deze aanname is dat er alleen sprake kan zijn van auteursrecht als er een menselijke maker is. Dit staat niet letterlijk in een wet, maar hier is in de rechtspraak en literatuur altijd vanuit gegaan.
In het geval van “A Single Piece of American Cheese” is de "selection, coordination, and arrangement" door een mens/mensen gedaan. Het gaat dus om menselijke handelingen die door AI gegenereerd materiaal ordent tot een bepaald resultaat, in dit geval een afbeelding. Dit kan auteursrechtelijk beschermd zijn.
Conclusie
Het USCO neemt nu een nieuwe positie in: een met behulp van AI gemaakte afbeelding kan wel degelijk auteursrechtelijk beschermd zijn, mits de menselijke creatieve input voldoende en goed onderbouwd is. Wat dat betreft is AI gewoon een tool of techniek, zoals er vele anderen zijn. Ook hier moeten uiteraard zaken als ethiek en rechten van makers in acht worden genomen. Dat dit nieuwe technologie met wereldwijd grote gevolgen is en dus goed in de gaten moet worden gehouden, spreekt voor zich.
[post_title] => US Copyright Office registreert eerste met AI gemaakte afbeelding
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => us-copyright-office-registreert-eerste-met-ai-gemaakte-afbeelding
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-24 15:08:11
[post_modified_gmt] => 2025-02-24 14:08:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44570
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 44544
[post_author] => 39
[post_date] => 2025-02-21 14:33:20
[post_date_gmt] => 2025-02-21 13:33:20
[post_content] => Als een woning gebreken vertoont en daardoor schade ontstaat, is (kortgezegd) de bezitter aansprakelijk. Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in november 2024 dat de VvE niet als ‘bezitter’ kan worden aangemerkt en dus niet aansprakelijk kan worden gesteld. Echter volgt uit andere rechtspraak dat de VvE wel aansprakelijk kan worden gesteld. Hoe zit dit precies? mr. Michael de Marco en mr. Mika Veldhuis bespreken het.
Rechtspraak VvE niet aansprakelijk
Bij het gerechtshof Amsterdam deden zich de volgende feiten voor. Een eigenaar stelde dat hij schade leed doordat hij zijn pand niet kon verhuren vanwege gebreken aan het leidingwerk. Dit leidingwerk viel volgens de splitsingsakte onder de gemeenschappelijke delen, waardoor hij vond dat de VvE verantwoordelijk was voor de schade.
Het gerechtshof was het hier niet mee eens. Niet de VvE, maar de afzonderlijke eigenaren werden als aansprakelijke partij aangemerkt. De VvE was volgens het gerechtshof geen bezitter van de opstal, dat waren de gezamenlijke eigenaren. Dit betekent dat een benadeelde niet de VvE, maar de individuele eigenaren moet aanspreken.
Hiermee oordeelt het gerechtshof Amsterdam in lijn met een eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag. Dat hof oordeelde namelijk dat de VvE niet als bezitter kan worden aangemerkt. Hierdoor bleef de VvE buiten schot.
Ook de oordeelde dat de VvE niet als bezitter kan worden aangemerkt. Hierdoor kon de VvE niet aansprakelijk gesteld worden voor de gebrekkige opstal. Echter handelde de VvE wel onrechtmatig wegens het niet tijdig en deugdelijk handelen om de gebreken te herstellen. Die nalatigheid resulteerde in aansprakelijkheid van de VvE.
Rechtspraak VvE wél aansprakelijk
Aan de andere kant hebben de rechtbanken in bepaalde concrete omstandigheden geoordeeld dat de VvE wel aansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door de gemeenschappelijke delen.
Gevolgen voor de praktijk
Kortom: in bepaalde gevallen moeten individuele eigenaren worden aangesproken, terwijl in andere situaties de VvE verantwoordelijk kan worden gehouden. Vooral bij grote appartementencomplexen leidt dit tot onduidelijkheid en zal dat kritisch per casus moeten worden beoordeeld.
Wordt de VvE aansprakelijk gesteld? Onze sectie Vastgoed & Omgeving staat u graag bij.
[post_title] => Wanneer is de VvE aansprakelijk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wanneer-is-de-vve-aansprakelijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-21 14:33:20
[post_modified_gmt] => 2025-02-21 13:33:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44544
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 44549
[post_author] => 19
[post_date] => 2025-02-20 14:04:21
[post_date_gmt] => 2025-02-20 13:04:21
[post_content] => Op 10 december 2024 heeft de Eerste Kamer de Energiewet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) aangenomen. Deze twee wetten hebben een belangrijke rol in de energietransitie. In dit artikel bespreken wij een aantal van de beoogde wijzigingen die de wetten zullen doorvoeren.
Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
De Wgiw introduceert verschillende instrumenten voor gemeenten om een regierol te nemen in de warmtetransitie. Gemeenten kunnen hierdoor regels stellen om de warmtetransitie in specifieke gebieden of wijken te realiseren. Op grond van de Wgiw moeten gemeenten elke 5 jaar een warmteprogramma opstellen, dit wordt een verplicht programma onder de Omgevingswet. In het warmteprogramma wordt uitgewerkt wanneer bepaalde gebieden in de komende jaren aardgasvrij worden en welke alternatieven mogelijk zijn voor warmtevoorziening. De gemeenten krijgen daarnaast een aanwijsbevoegdheid waarmee het mogelijk wordt om wijken van het aardgas af te halen en over te zetten naar een duurzame warmtevoorziening.
Energiewet
De Energiewet zal de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet vervangen en implementeert daarnaast regels uit de EU Elektriciteitsrichtlijn. De Energiewet zal in verschillende fases in werking gaan treden, met halverwege 2025 als beoogde datum voor het eerste deel van de regels.
Door de Elektriciteitswet en de Gaswet te vervangen en samen te bundelen in één nieuwe wet worden onnodige verschillen in de regelgeving voor elektriciteit en gas weggehaald. Daarnaast creëert de Energiewet onder andere nieuwe mogelijkheden voor het aanpakken van het volle elektriciteitsnet en komt er meer bescherming voor afnemers van energie. Op onder andere de volgende gebieden voert de Energiewet wijzigen door in het energierecht:
‘Cable pooling’ als oplossing voor netcongestie
In Nederland is op veel plekken het elektriciteitsnet bijna vol, dit noemen we netcongestie. Een oplossing hiervoor is ‘cable pooling’, er mogen dan meerdere installaties worden aangesloten op één gezamenlijke aansluiting op het elektriciteitsnet. Hierdoor wordt de aansluitcapaciteit van het elektriciteitsnet efficiënter benut. Dit is al een aantal jaren mogelijk voor wind- en zonneparken, maar wordt met de inwerkingtreding van de Energiewet ook toegestaan voor andere gebruikers, mits zij voldoen aan de voorwaarden hiervoor zoals vastgelegd in de Energiewet.
Energiegemeenschappen
De Energiewet introduceert de mogelijkheid van energiegemeenschappen. Een energiegemeenschap is een juridische entiteit die voor haar leden activiteiten op de energiemarkt verricht met als doel om milieu-, economische of sociale voordelen te bieden aan haar leden. Binnen een energiegemeenschap is het bijvoorbeeld makkelijker om energie met elkaar te delen en daarmee bij te dragen aan de energietransitie.
Meer bescherming voor energieconsumenten
Vooral huishoudens, zelfstandigen en kleine bedrijven krijgen meer rechten en bescherming onder de nieuwe Energiewet. Op contractueel vlak komen er bijvoorbeeld regels over transparante voorwaarden en klachtenprocedures.
Concluderend
Alhoewel beide wetten nu zijn goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer, moet er nog veel worden uitgewerkt. De Wgiw zal in het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Bgiw) verder worden uitgewerkt, pas daarna zal dus duidelijk zijn welke verdere instructieregels gemeenten moeten gaan volgen. Ook de Energiewet moet nog nader uitgewerkt worden in lagere regelgeving, zoals algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. De komende tijd zal daarom steeds meer bekend worden over de exacte inhoud van de nieuwe wetten en wanneer ze in werking zullen treden.
[post_title] => De energietransitie: nieuwe wet- en regelgeving in ontwikkeling
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-energietransitie-nieuwe-wet-en-regelgeving-in-ontwikkeling
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-20 14:04:21
[post_modified_gmt] => 2025-02-20 13:04:21
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44549
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 44532
[post_author] => 71
[post_date] => 2025-02-17 13:31:54
[post_date_gmt] => 2025-02-17 12:31:54
[post_content] => Sinds 4 februari 2025 is Uitvoeringswet Digitale dienstenverordening van kracht. Deze wet regelt de uitvoering van de Digital Services Act (DSA) in Nederland. Voor bedrijven die online diensten aanbieden, kan de DSA verstrekkende gevolgen hebben. Wat moet u weten en hoe kunt u zich voorbereiden? In dit artikel zetten we de belangrijkste punten op een rij.
Wat is de DSA?
De Digital Services Act (DSA), is een Europese verordening die de regels harmoniseert voor verleners van digitale tussenhandeldiensten, zoals online marktplaatsen, sociale media en hostingproviders. Het doel is een veiliger en transparanter digitaal ecosysteem binnen de EU. De DSA is sinds december 2022 van kracht en geldt voor alle bedrijven die digitale tussenhandeldiensten aanbieden in de EU, ongeacht hun vestigingsplaats.
Wie houdt toezicht?
In Nederland zijn de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aangewezen als toezichthouders. De ACM fungeert als de Digitale Diensten Coördinator (DSC) en is verantwoordelijk voor de handhaving van de DSA. De AP ziet toe op de naleving van privacyregels binnen de DSA, zoals de verwerking van persoonsgegevens en profilering.
Waarom is de DSA belangrijk voor uw onderneming?
Hoewel de DSA vooral gericht is op grote platforms (zoals sociale media en zoekmachines), heeft de regelgeving ook impact op andere bedrijven die digitale diensten aanbieden, waaronder:
- Webshops en online marktplaatsen
- Online platforms die gebruikerscontent hosten
- Webhostingbedrijven en cloudproviders
- Sociale netwerken en advertentieplatforms
Bedrijven binnen deze sectoren moeten voldoen aan nieuwe verplichtingen op het gebied van transparantie, consumentenbescherming en het melden en verwijderen van illegale content.
Wat zijn de verplichtingen?
Contactpunt en klachtenmechanisme
Digitale dienstverleners moeten een centraal contactpunt instellen waar gebruikers klachten kunnen indienen over illegale content of dienstgerelateerde problemen.
Transparantieverplichtingen
Bedrijven moeten transparanter zijn over hun algoritmes, advertenties en moderatiebeleid. Gebruikers moeten beter inzichtkunnen krijgen in hoe beslissingen hierover worden genomen.
Afhandeling van meldingen
Platforms moeten procedures hebben om adequaat te reageren op meldingen van gebruikers en autoriteiten.
Bescherming van minderjarigen
Voor platforms die toegankelijk zijn voor minderjarigen gelden strengere regels, zoals beperkingen op gerichte advertenties en een transparanter moderatiebeleid.
Wat zijn de gevolgen van niet-naleving?
De sancties voor overtreding van de DSA zijn fors:
- Boetes tot 6% van de wereldwijde omzet voor niet-naleving van de DSA.
- Boetes tot 1% van de wereldwijde omzet voor het verstrekken van foute, incomplete of misleidende informatie, het niet corrigeren daarvan of het weigeren om mee te werken aan een inspectie.
- De ACM kan aanvullende sancties opleggen, zoals een last onder dwangsom tot 5% van de omzet per dag.
- In ernstige gevallen waarbij de veiligheid van consumenten bedreigd wordt kan de rechter zelfs besluiten om een platform tijdelijk te blokkeren.
Wat kunt u nu doen?
Om
boetes en reputatieschade te voorkomen, is het cruciaal om te voldoen aan de DSA. Dit kan onder meer door:
- Het inrichten van een klachtenmechanisme en een intern moderatiebeleid.
- Het controleren van advertentie- en algoritmebeleid om te voldoen aan transparantie-eisen.
- Het trainen van medewerkers op het herkennen en verwijderen van illegale content.
- Het opstellen van een DSA-compliancebeleid om naleving te borgen.
De Digital Services Act is een belangrijke stap in de regulering van de digitale markt binnen de EU. Voor ondernemingen betekent dit dat zij hun online activiteiten moeten afstemmen op de nieuwe regels. Door actie te ondernemen voorkomt u niet alleen boetes, maar draagt u ook bij aan een veiligere en transparantere digitale omgeving voor uw gebruikers.
Heeft u vragen over hoe de DSA uw bedrijf raakt? Wilt u weten of u
compliant bent? Neem contact op met onze
experts voor meer informatie over naleving en handhaving.

[post_title] => De Digital Services Act: wat betekent dit voor uw onderneming?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-digital-services-act-wat-betekent-dit-voor-uw-onderneming
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-17 13:31:54
[post_modified_gmt] => 2025-02-17 12:31:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44532
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 44502
[post_author] => 65
[post_date] => 2025-02-12 12:07:03
[post_date_gmt] => 2025-02-12 11:07:03
[post_content] => In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam stond de beëindiging van
een licentieovereenkomst centraal.
[1] Deze kwestie biedt inzichten voor ondernemers over het belang van goed opgestelde licentieovereenkomsten en hoe onduidelijkheden kunnen leiden tot procedures.
Licentieovereenkomst voor snoepgoed
De casus draait om
de merk- en modelrechten op het snoepgoed ‘Draculatanden’. Copar en CSB, die ooit onderdeel waren van hetzelfde concern, sloten een licentieovereenkomst waarin Copar het exclusieve recht kreeg om het snoepgoed in Nederland te verhandelen, terwijl CSB de rechten voor België en Luxemburg behield. Na verloop van tijd ontstond er echter een geschil toen CSB besloot de licentieovereenkomst op te zeggen. Copar is het niet eens met de opzegging wat heeft geleid tot de procedure. In de procedure beroept CSB zich op twee argumenten:
- De overname van Copar door MKB Fonds betekent volgens CSB een wijziging van zeggenschap (‘change of control’), wat volgens de overeenkomst aanleiding zou geven tot opzegging van de licentieovereenkomst.
- CSB stelt dat de gewijzigde marktomstandigheden, waarbij Draculatanden via Nederlandse retailers in België terechtkwamen, een onvoorziene situatie vormt die opzegging rechtvaardigt.
Beslissing
De rechtbank verwerpt beide argumenten en oordeelt dat MKB Fonds geen directe concurrent was van CSB zodat
de marktsituatie niet als onvoorzien kon worden aangemerkt. Dit betekende dat de licentieovereenkomst van kracht blijft.
Waarom ging het mis?
Allereerst zijn onduidelijke definities gehanteerd in de licentieovereenkomst. De bepaling over wijziging van zeggenschap liet ruimte voor interpretatie over wat een ‘directe concurrent’ precies inhoudt. Dit leidde tot het geschil over de vraag of een investeringsmaatschappij, het MKB Fonds, onder deze definitie viel.
Daarnaast is de regeling over
grensoverschrijdende distributie onvoldoende uitgewerkt. Hoewel de licentieovereenkomst territoriale beperkingen specificeerde, is in deze bepaling geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat Nederlandse retailers producten naar Belgische filialen zouden distribueren. Dit creëert een grijs gebied waarin CSB zich benadeeld voelde.
Bovendien heeft de overeenkomst geen duidelijke clausules over hoe om te gaan met veranderende marktomstandigheden, zoals de groeiende invloed van grensoverschrijdende distributienetwerken.
Wat zou in deze overeenkomst verbeterd kunnen worden?
Het is essentieel om kernbegrippen zoals ‘
directe concurrent’ helder en sluitend te definiëren. Dit voorkomt interpretatiegeschillen. Specificeer bijvoorbeeld welke typen bedrijven of activiteiten onder concurrentie vallen. Bij het vastleggen van territoriale exclusiviteit is het belangrijk om ook grensoverschrijdende distributie te adresseren. Dit kan door expliciet vast te leggen hoe om te gaan met wederverkopers en distributeurs die actief zijn in meerdere landen.
Daarnaast is het raadzaam om clausules toe te voegen die voorzien in periodieke evaluatie van de overeenkomst in het licht van marktontwikkelingen. Een bepaling die partijen verplicht om in overleg te treden bij significante veranderingen in de marktstructuur kan problemen voorkomen.
Tot slot is het van belang om duidelijke opzegmogelijkheden in de overeenkomst op te nemen die verder gaan dan alleen ‘change of control’. Overweeg ook een gedetailleerde omschrijving van wat als onvoorziene omstandigheden wordt beschouwd en hoe daarmee om te gaan.
Conclusie
Deze kwestie benadrukt het belang van nauwkeurige en toekomstbestendige licentieovereenkomsten. Ondernemers doen er verstandig aan om bij het opstellen van dergelijke contracten niet alleen stil te staan bij de huidige situatie, maar ook alvast na te denken over mogelijke toekomstige scenario’s. Het inschakelen van juridisch advies bij het opstellen of herzien van licentieovereenkomsten kan kostbare geschillen voorkomen.
Heeft u vragen over het opstellen van
licentieovereenkomsten of
het beschermen van uw intellectuele eigendom? Neem gerust contact op met een van onze specialisten.
[1] Rb. Amsterdam 12 juni 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:4434.

[post_title] => Het belang van goede licentieovereenkomsten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => het-belang-van-goede-licentieovereenkomsten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-12 12:13:08
[post_modified_gmt] => 2025-02-12 11:13:08
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44502
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 44497
[post_author] => 19
[post_date] => 2025-02-11 14:11:34
[post_date_gmt] => 2025-02-11 13:11:34
[post_content] => Het is vaste rechtspraak dat het planologisch verschil maakt of een woning wordt bewoond door arbeidsmigranten of een ‘gewoon’ gezin. Dat is geen oordeel, maar een juridisch gegeven. Daarover schreef ik eerder deze
blog. Dat wil overigens zeker niet zeggen, dat overlast als gegeven aangenomen moet worden. Uit vaste rechtspraak volgt dat per geval beoordeeld moet worden wat de ruimtelijke impact is. In de
rechtspraak is meermaals bevestigd dat
een omgevings- of exploitatievergunning niet geweigerd kan worden op grond van een ‘subjectieve’ vrees van overlast. Enkel objectieve overlast kan hierbij een
rol spelen.
Maar het planologisch verschil tussen bewoning door arbeidsmigranten en een gezin is niet zo groot als wellicht wordt gedacht. Een
uitspraak van de Rechtbank Overijssel geeft dat illustratief weer. Voor huisvesters van arbeidsmigranten een relevante uitspraak, ook al gaat het in deze zaak niet over arbeidsmigranten.
Wat speelde er?
Het college van B&W van de gemeente Hengelo had een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van een woning ten behoeve van
het huisvesten en begeleiden van ex-verslaafden. Het betrof dus een woning. Uit het bestemmingsplan volgde dat de woning uitsluitend gebruikt mocht worden voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Voor een verdere toelichting op de ‘één-huishouden jurisprudentie’ wijs ik naar een
eerdere blog die ik hierover schreef. Het begrip ‘wonen’ was niet gedefinieerd. Volgens
vaste rechtspraak zijn in dat geval meerdere woonvormen toegestaan. Ook bewoning door arbeidsmigranten. Niet ter discussie stond dat de woonvorm (dus de bewoning door een niet-huishouden in de vorm van ex-verslaafden) niet in strijd was met die woonbestemming. Wél was de bewoning door deze groep bewoners in strijd met de eis dat de woning slechts bewoond mocht worden door één-huishouden. Indien het samenwonen zich kenmerkt door een tevoren vaststaande tijdelijkheid van de samenwoning, is geen sprake van één-huishouden. Afwijking van het bestemmingsplan was dus noodzakelijk. Dat kon in dat geval nog met toepassing van de kruimelgevallenregeling, die inmiddels is komen te vervallen met de komst van de
Omgevingswet.
Hoe moet de afwijking van het bestemmingsplan beoordeeld worden?
De vraag is waar de afwijking op ziet en
hoe die afwijking vervolgens beoordeeld moet worden. De afwijking ziet op het in strijd met het ‘één-huishouden’ criterium personen te huisvesten. Of dat nu ex-verslaafden, arbeidsmigranten of bijvoorbeeld studenten zijn, maakt voor het juridische kader niet uit.
Het bestemmingsplan is onherroepelijk. Op grond van het bestemmingsplan is bewoning door één huishouden toegestaan. De rechtbank overweegt:
Ten aanzien van deze activiteiten staat vast dat deze in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening. Daarom gaat het in dit geval bij de belangenafweging om de ruimtelijke effecten die optreden als gevolg van de vergunde afwijking van het bestemmingsplan, afgezet tegen de met de afwijking gediende belangen. De ruimtelijke effecten van wat al op grond van het bestemmingsplan is toegestaan, blijven daarbij buiten beschouwing. (…) In deze zaak is het gebruiken van de woning door vijf personen, mits zij samen één huishouden vormen, in overeenstemming met het bestemmingsplan. Met de ruimtelijke effecten van bewoning door meerdere personen is daarom in het bestemmingsplan al rekening gehouden en van dit gebruik staat vast dat dit in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Een bepaalde mate van overlast die inherent is aan wonen, is dan ook al verdisconteerd in het bestemmingsplan en is in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening.
Uit deze overweging volgt precies wat bij een afwijking beoordeeld moet worden. De woning laat al toe dat er gewoond mag worden door vijf personen. Dat heeft al een bepaalde uitstraling en ruimtelijke impact. Enkel het gegeven dat deze vijf personen geen één huishouden vormen, moet in het kader van de afwijking beoordeeld worden.
Zoals al aangegeven, moet veronderstelde overlast geobjectiveerd worden. Er waren in dit geval wel wat klachten geweest, maar niet dusdanig dat een goed woon- en leefklimaat voor omwonenden onvoldoende verzekerd was. In dit geval leidt dit tot de slotsom dat de vergunning in stand kon blijven.
Voor de praktijk
Deze uitspraak is met name van belang bij bestemmingsplannen waarin het begrip ‘wonen’ niet is gedefinieerd. In die gevallen is de huisvesten van arbeidsmigranten veelal niet in strijd met de bestemming. Wél kan dan de ‘
één-huishouden’ rechtspraak gelden. Voor het afwijken van het bestemmingsplan, is het dus van belang dat het verstrekpunt bij die beoordeling duidelijk is: er mogen al (vijf) arbeidsmigranten wonen, de afwijking ziet uitsluitend op het feit dat deze arbeidsmigranten geen één-huishouden vormen. En dan is het verschil met hetgeen planologisch al is toegestaan, in dit soort gevallen (wellicht) kleiner dan vaak gedacht wordt.

[post_title] => Huisvesting arbeidsmigranten en gezinnen: Planologisch gelijk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => huisvesting-arbeidsmigranten-en-gezinnen-planologisch-gelijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-11 14:11:34
[post_modified_gmt] => 2025-02-11 13:11:34
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44497
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 44472
[post_author] => 71
[post_date] => 2025-02-03 11:36:34
[post_date_gmt] => 2025-02-03 10:36:34
[post_content] =>
De AI Act en General Purpose AI: Hoe blijf je als onderneming compliant?
De Europese AI Act introduceert een uitgebreide set regels waar aanbieders van AI-technologie aan moeten voldoen. Dit heeft grote gevolgen, zeker voor
General Purpose AI (GPAI). Maar juist op dat vlak bestaan veel vragen en onduidelijkheden. Wat betekent dit voor jouw bedrijf? En hoe zorg je dat je compliant blijft?
De Code of Practice: een concrete oplossing?
Om onduidelijkheden omtrent het voldoen aan de AI Act te adresseren, werkt het Europese AI Office aan een
Code of Practice. Deze Code, die naar verwachting in april 2025 gereed zal zijn, moet AI-aanbieders concrete handvatten bieden voor naleving van de AI Act. Het tweede concept van de code stelt bijvoorbeeld dat AI-providers ‘redelijke en proportionele pogingen’ moeten doen om te waarborgen dat zij legale toegang hebben tot de auteursrechtelijk beschermde content waarmee zij hun modellen trainen. Dit klinkt op het eerste gezicht als een praktische oplossing, maar ook hierop is al de nodige kritiek geuit.
Auteursrecht en AI: een spanningsveld
Verschillende
Europese auteursrechtorganisaties hebben zorgen geuit over de impact van de Code op auteursrechthebbenden. Een belangrijk pijnpunt is dat de tekst van de Code, net als de AI Act, abstract blijft door het te hebben over ‘redelijke en proportionele pogingen’ maar dit niet verder uit te leggen. Hierdoor kunnen auteursrechthebbenden moeilijk nagaan of hun werk wordt gebruikt, door wie en op welke manier. Dit schept een scheve balans tussen de belangen van AI-providers en de rechten van auteursrechthebbenden.
Wereldwijde rechtszaken en juridische onzekerheid
De juridische onzekerheid rond
AI en auteursrechten is niet beperkt tot Europa. Wereldwijd lopen er verschillende rechtszaken waarin auteursrechthebbenden de GPAI-organisaties aanklagen. Het risico hiervan is dat rechters wereldwijd tot uiteenlopende uitspraken komen. Dit kan de internationale harmonisatie van AI-wetgeving verder bemoeilijken.
Hoe kan jouw bedrijf zich voorbereiden?
De AI Act en de aanstaande Code of Practice zullen gevolgen hebben voor de manier waarop AI-technologie wordt ontwikkeld en ingezet. Dit geldt niet alleen voor techbedrijven, maar ook voor andere bedrijven die AI-toepassingen inkopen of gebruiken.
Wat kun je nu al doen?
Inventariseer je AI-gebruik: Maak een overzicht van alle AI-technologie die je bedrijf gebruikt. Hoe worden deze systemen getraind?
Controleer auteursrechten: Zorg dat je duidelijkheid hebt over de datasets die worden gebruikt bij het trainen van AI-systemen. Hebben jouw AI-leveranciers legale toegang tot auteursrechtelijk beschermde content?
Blijf op de hoogte: Houd de ontwikkelingen rond de AI Act en de Code of Practice goed in de gaten. De regelgeving is in beweging, en tijdige aanpassingen kunnen juridische problemen voorkomen.
Schakel experts in: De AI Act is ingewikkeld. Het is verstandig om juridische en technische experts in te schakelen die je kunnen adviseren over compliance met de AI Act en andere relevante wetgeving.
Conclusie
De AI Act en de bijbehorende Code of Practice hebben hoe dan ook implicaties voor bedrijven die gebruikmaken van
AI-technologie. Hoewel de regelgeving bedoeld is om AI veiliger en eerlijker te maken, zorgen de abstract geformuleerde regels ook voor onzekerheid. Dit geldt bijvoorbeeld op het gebied van auteursrechten en GPAI. Wij volgend deze ontwikkelingen op de voet.
Wil je weten of jouw bedrijf voldoet aan de nieuwste
AI-regelgeving? Neem contact met ons op! Onze experts staan klaar om je te helpen met passend advies. Samen zorgen we ervoor dat jouw bedrijf optimaal is voorbereid op de toekomst van AI.

[post_title] => Dit jaar: nieuwe Code of Conduct voor AI Act en compliance
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => dit-jaar-nieuwe-code-of-conduct-voor-ai-act-en-compliance
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-03 11:36:34
[post_modified_gmt] => 2025-02-03 10:36:34
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44472
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 44463
[post_author] => 19
[post_date] => 2025-01-29 10:06:50
[post_date_gmt] => 2025-01-29 09:06:50
[post_content] => In de maanden december en januari zijn er weer verschillende uitspraken over
de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) gedaan. De BOPA is een omgevingsvergunning die kan worden verleend wanneer een activiteit voldoet aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL). Diverse aspecten van de fysieke leefomgeving, zoals geluid, verkeer of parkeren, kunnen hierbij een rol spelen. In december en januari is de BOPA in verschillende rechterlijke uitspraken aan bod gekomen, in dit artikel bespreken wij een aantal van de uitspraken die voorbij zijn gekomen.
Onverplichte participatie, lichtinval en privacy [ECLI:NL:RBROT:2024:13160]
De Rechtbank Rotterdam heeft in deze uitspraak een verleende BOPA onder andere getoetst aan de criteria voor onverplichte participatie, lichtinval en privacy. De buitenplanse omgevingsplanactiviteit is verleend voor het vervangen van een dak en het verhogen van de nok. Door een bewoner van een aangrenzend perceel is een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend om de bouwwerkzaamheden te voorkomen. Volgens verzoeker is er niet voldaan aan participatie en zal het verhoogde dak de lichtinval en privacy van zijn perceel aantasten. De voorzieningenrechter overweegt dat participatie niet verplicht is, maar dat er wel moet worden aangegeven of er al dan niet aan participatie is gedaan. In dit geval heeft vergunninghouder een ‘informeel rondje’ heeft gemaakt bij een aantal buren, dit is volgens de voorzieningenrechter voldoende aangezien de participatie in deze situatie vormvrij is. Dat er geen onacceptabele hinder zal ontstaan door
verminderde lichtinval of privacy kan vergunninghouder nog nader onderbouwen. Voor de lichtinval kan door middel van een bezonningsonderzoek alsnog worden aangetoond dat er geen sprake is van onevenredige aantasting.
ETFAL in relatie tot geluidsoverlast, verkeershinder en alternatieve locaties [ECLI:NL:RBMNE:2024:6862]
In deze zaak draait het om
een verleende omgevingsvergunning om tennisbanen te vervangen door padelbanen. De vergunning is verleend voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit omdat de wanden van de padelbanen hoger zijn dan is toegestaan op grond van het Omgevingsplan. Tegen de verlening van de vergunning is een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend door omwonenden omdat er niet aan de normen voor geluid en verkeerseffecten zou zijn voldaan en dat er alternatieve locaties zouden zijn. De voorzieningenrechter oordeelt in de belangenafweging dat vooralsnog niet is gebleken dat de omgevingsvergunning geen stand kan houden in bezwaar, het belang van het kunnen uitvoeren van de omgevingsvergunning weegt daarom zwaarder dan het voorkomen van het mogelijke risico op geluidsoverlast en verkeershinder.
Verzoekster in deze zaak heeft bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen een omgevingsvergunning verleend om een woning uit te bouwen. De voorzieningenrechter oordeelt dat niet is gemotiveerd waarom overschrijdingen van onder andere het bouwvlak en de maximale goothoogte zijn toegestaan wanneer er wordt gekeken naar een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. In de
bezwaarprocedure kan dit worden hersteld door dit nader te motiveren. Ondanks dit oordeel schorst de voorzieningenrechter het besluit niet, de vergunninghouder heeft aangegeven zich bewust te zijn van het bouwen op eigen risico, en er is nog niet gebleken dat er door de bouwwerkzaamheden grote nadelen zullen ontstaan voor verzoekster.
Beoordeling ETFAL bij gestelde aantasting woon- en leefklimaat [ECLI:NL:RBZWB:2025:282]
Tegen een verleende BOPA-omgevingsvergunning voor een dakkapel is een bewoner van een aangelegen perceel in bezwaar gekomen en is er een verzoek tot een voorlopige voorziening ingediend. Verzoeker stelt dat een concrete ruimtelijke onderbouwing onderbreekt waaruit blijkt dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De voorzieningenrechter maakt in deze uitspraak duidelijk dat ETFAL een open norm is, waarbij het bevoegd gezag beleidsruimte heeft. Er moet daarom worden geoordeeld of het college van burgemeester en wethouders in redelijkheid heeft kunnen stelen dat er is voldaan aan
het ETFAL criterium. De dakkapel is vergund voor de achterzijde van de woning, en heeft dus geen invloed op het straatbeeld, het uitzicht of de verkeersveiligheid. Gezien de afstand van vijf meter tussen de dakkapel en de erfgrens is er ook geen privaatrechtelijke belemmering of onaanvaardbare aantasting van het woon- of leefklimaat van de verzoeker.
Verzoeker beroept zich ook op het belang van de privacy van zijn gezin dat zal worden aangetast door de dakkapel. Hierover oordeelt de voorzieningenrechter dat dit niet nader is onderbouwd met stukken en dat het belang om te mogen bouwen in redelijkheid zwaarder weegt dan het privacy belang.
ETFAL in relatie tot flora en fauna, werelderfgoedlijst en schaduwhinder en lichtinval [ECLI:NL:RBZWB:2025:294]
Deze uitspraak ziet op een BOPA die is verleend voor het bouwen van een appartementencomplex en een parkeerplaats. Hiertegen is bezwaar ingediend en verzocht om een voorlopige voorziening door een omwonende. Verzoeker voert aan dat het landschap op de
UNESCO Werelderfgoedlijst staat en dat het plan daarmee in strijd is. Daarnaast vreest verzoeker voor beperking van zijn lichtinval, schaduwwerking, geluidsoverlast, en aantasting van de flora en fauna.
De parkeerplaatsen van het appartementencomplex zullen voor een klein deel gerealiseerd worden op een stuk grond waar de bestemming ‘groen’ geldt. Dit is volgens het college van burgemeester en wethouders echter toegestaan binnen een evenwichtige toedeling van functies aan locaties omdat er een grotere waarde kan worden gehecht aan de gemeentelijke parkeernormen dan aan het behouden van het groen, en omdat het verdwijnen van de flora en fauna elders gecompenseerd zal worden. Dit is volgens de voorzieningenrechter voldoende gemotiveerd. Over de schaduwhinder en lichtinval oordeelt de voorzieningenrechter dat dit niet onevenredig bezwarend zal zijn omdat het nauwelijks effect zal hebben op het perceel van verzoeker. De voorzieningenrechter overweegt dat een klein deel van het perceel mogelijk bij het Werelderfgoed hoort, maar dat er echter geen regels zijn opgenomen in het omgevingsplan over de bescherming hiervan. De verzoeker kan zich hier dus niet op beroepen.
Dit artikel is geschreven door
Rutger Boogers en
Anne Verberne.

[post_title] => Rechterlijke uitspraken over BOPA: Highlights van december en januari
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rechterlijke-uitspraken-over-bopa-highlights-van-december-en-januari
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-29 10:06:50
[post_modified_gmt] => 2025-01-29 09:06:50
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44463
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 24660
[post_author] => 26
[post_date] => 2025-02-26 10:30:15
[post_date_gmt] => 2025-02-26 09:30:15
[post_content] =>
BG.legal biedt vastgoedeigenaren en beheerders de mogelijkheid om tegen een
vast bedrag van € 500,- het omgevingsplan te laten
screenen voor onder meer het huisvesten van arbeidsmigranten, studenten of expats of het splitsen van woningen. Wij geven in een kort en bondig advies aan wat de mogelijkheden zijn op basis van het omgevingsplan.

Lees
hier meer informatie over huisvesting arbeidsmigranten.
Onze
specialisten arbeidsmigranten:
mr. R.J. (Rutger) Boogers en
mr. M. (Michael) de Marco


[post_title] => Arbeidsmigranten huisvesten? Wat zijn de mogelijkheden?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => arbeidsmigranten-huisvesten-wat-zijn-de-mogelijkheden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-02-26 11:09:21
[post_modified_gmt] => 2025-02-26 10:09:21
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=24660
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1442
[max_num_pages] => 145
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => a3f5669c49f0c8cfdbf162fbb5fe1e62
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
BG.legal biedt vastgoedeigenaren en beheerders de mogelijkheid om tegen een vast bedrag van € 500,- het omgevingsplan te laten screenen voor onder meer het huisvesten van arbeidsmigranten, studenten of expats of het splitsen...
Lees meer
Veel ondernemers dienen zelf een merkaanvraag in bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) of het Europees Bureau voor Intellectuele Eigendom (EUIPO). Hoewel dit eenvoudig lijkt, worden aanvragen wel...
Lees meer
Op 31 januari heeft het US Copyright Office (USCO) haar eerste met behulp AI gegenereerde afbeelding geregistreerd. Daarvoor waren er al meerdere aanvragen om AI-afbeeldingen in te schrijven gestrand. Wat...
Lees meer
Als een woning gebreken vertoont en daardoor schade ontstaat, is (kortgezegd) de bezitter aansprakelijk. Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in november 2024 dat de VvE niet als ‘bezitter’ kan worden aangemerkt...
Lees meer
Op 10 december 2024 heeft de Eerste Kamer de Energiewet en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) aangenomen. Deze twee wetten hebben een belangrijke rol in de energietransitie. In dit...
Lees meer
Sinds 4 februari 2025 is Uitvoeringswet Digitale dienstenverordening van kracht. Deze wet regelt de uitvoering van de Digital Services Act (DSA) in Nederland. Voor bedrijven die online diensten aanbieden, kan...
Lees meer
In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam stond de beëindiging van een licentieovereenkomst centraal.[1] Deze kwestie biedt inzichten voor ondernemers over het belang van goed opgestelde licentieovereenkomsten en hoe onduidelijkheden...
Lees meer
Het is vaste rechtspraak dat het planologisch verschil maakt of een woning wordt bewoond door arbeidsmigranten of een ‘gewoon’ gezin. Dat is geen oordeel, maar een juridisch gegeven. Daarover schreef...
Lees meer
De AI Act en General Purpose AI: Hoe blijf je als onderneming compliant? De Europese AI Act introduceert een uitgebreide set regels waar aanbieders van AI-technologie aan moeten voldoen. Dit...
Lees meer
In de maanden december en januari zijn er weer verschillende uitspraken over de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) gedaan. De BOPA is een omgevingsvergunning die kan worden verleend wanneer een activiteit voldoet...
Lees meer