Omroep Brabant handelt onrechtmatig door te verwijzen naar een psychologisch onderzoek
Omroep Brabant verwijst in diverse berichten op haar website naar een rapport van de reclassering en een psychologisch onderzoek dat zou hebben plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft echter nooit plaatsgevonden. Berichtgeving daarover wordt onrechtmatig geoordeeld.
De feiten
Omroep Brabant heeft op haar website en in uitzendingen bericht over een kandidaat gemeenteraadslid. Omroep Brabant stelt een blanco envelop te hebben ontvangen met informatie over een psychologisch onderzoek:
“Uit het onderzoek dat Omroep Brabant anoniem kreeg toegestuurd, blijkt ook dat [eiser] indertijd psychologisch onderzocht is. Volgens een psychologe is er bij [eiser] sprake van gebrekkige gewetensontwikkeling en vermoedt ze dat hij zich zou kunnen ontpoppen als een psychopaat. “Hij heeft trekken van een antisociale persoonlijkheid en heeft ook narcistische kenmerken.” De psychologe concludeert dat de kans op in herhaling vallen groot is en dat het daarom belangrijk is dat [eiser] zich laat behandelen.”
De voorzieningenrechter moet oordelen over de vraag of “Omroep Brabant had mogen publiceren over de delicten die door het kandidaat gemeenteraadslid in zijn jeugd zijn gepleegd en waarvoor hij door de strafrechter is veroordeeld alsmede over de vraag of Omroep Brabant had mogen publiceren over hetgeen stond vermeld in het rapport van de reclassering, zoals Omroep Brabant heeft gedaan op 25 januari 2014”.
De voorzieningenrechter moet antwoord geven op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht ter bescherming van eer of goede naam- in dit geval zwaarder weegt. Daarbij moet de rechter de wederzijdse belangen afwegen. De voorzieningenrechter concludeert dat de publicatie van artikelen videofragmenten, audio fragmenten en televisie-items door Omroep Brabant over delicten die het kandidaat gemeenteraadslid heeft begaan toen hij nog minderjarig was, niet onrechtmatig is. Omdat het kandidaat gemeenteraadslid nu meerderjarig is mag hij worden aangesproken op door hem gepleegde delicten. Daarbij spelen een rol dat hij een politieke functie ambieert en hij toen hij meerderjarig was nogmaals in de fout is gegaan.
Echter, het psychologisch onderzoek waar Omroep Brabant over spreekt, heeft nooit plaatsgevonden. Dit had Omroep Brabant kunnen weten omdat in het rapport slechts sprake is van een “intake”. Door hetgeen in het rapport staat vermeld te publiceren als zijnde feiten, die naar aanleiding van een psychologisch onderzoek door een psychologe zijn vastgesteld terwijl het in feite louter vermoedens waren, handelt Omroep Brabant, gezien het voorgaande, onrechtmatig jegens het kandidaat gemeenteraadslid. Omroep Brabant had nog gesteld dat het kandidaat gemeenteraadslid die “feiten” had kunnen ontkrachten door zich daadwerkelijk psychologisch te laten onderzoeken, snijdt geen hout, aldus de voorzieningenrechter.
En dus wordt Omroep Brabant in het ongelijk gesteld. Naast een verbod om nogmaals naar het psychologisch onderzoek te verwijzen, moet Omroep Brabant binnen een week van haar website en de sociale media de berichten te verwijderen die refereren aan het rapport van de reclassering.
Zie uitspraak
Wat betekent dit voor de praktijk:
De vrijheid van meningsuiting [artikel 10 Europees Verdrag voor de rechten van de Mens] gaat, zeker voor media, ver.
Degene die een politieke functie ambiëren moeten meer dulden dan anderen.
Wanneer media zaken voorstelt als feiten terwijl zij weet of kan weten dat dit niet juist is, handelt zij onrechtmatig.