Participant in een commanditaire vennootschap; is uw vastgoedbelegging veilig?

29 aug 2012

Een commanditaire vennootschap [c.v.] is een samenwerkingsvorm tussen partijen die – net als haar bekendere zusje de vennootschap onder firma – onder gemeenschappelijke naam wordt aangegaan. Het verschil tussen de V.O.F. en de c.v. is dat de V.O.F. vennoten heeft die voor iedereen kenbaar [moeten] zijn. Binnen de c.v. kunnen “beherende” vennoten en “stille” vennoten aanwezig zijn. Vaak is het zo dat de beherende vennoten leiding geven aan de vennootschap. De stille vennoten zijn vaak enkel geldschieter. De geldschieters opereren niet actief binnen de c.v. Met het opgebrachte kapitaal “onderneemt” de c.v.

De constructie wordt gebruikt in het vastgoed. In een c.v. wordt kapitaal bijeen gebracht dat is gefinancierd door afzonderlijke, anoniem blijvende vastgoedbeleggers. Deze noemen we ook wel participanten. De c.v. investeert haar totale kapitaal in een vastgoedproject, met de bedoeling – en de hoop - dat dat vastgoedproject op een later moment winst genereert, in welke winst de c.v. [en haar vennoten] dan meedeelt. Gedurende de periode dat de investering loopt, en er nog geen winst is gegenereerd, ontvangt de c.v. rente. De bovenstaande constructie wordt ook gebruikt in – bijvoorbeeld – de scheepsbouw. Het rendement bij een schip komt vaak voort uit de exploitatie en latere verkoop van het schip.

Op de bovenstaande wijze kunnen vastgoedbeleggers hun kapitaal investeren, zonder dat zij direct traceerbaar zijn. Als schuldeiser van een vastgoedbelegger moet je dan dus maar net weten in welke c.v. de vastgoedbelegger zijn vermogen heeft belegd. Als de schuldeiser hier eenmaal achter is gekomen, kan er uiteraard op dat vermogen beslag worden gelegd.

De veelgemaakte fout daarbij is dat men veronderstelt dat het hier derdenbeslag betreft. Het geld van de vastgoedbelegger berust weliswaar in de handen van een derde, de c.v., maar een andere beslagmethode is van toepassing. Binnen de c.v. worden de participaties namelijk uitgegeven op naam. Men moet dus, wil men rechtsgeldig beslag leggen op een participatie in een c.v., de beslagregels rondom het beslag op aandelen op naam volgen, en niet de regels omtrent het derdenbeslag.

Aangezien het investeren op bovenstaande wijze meer en meer usance wordt, is het goed te weten op welke wijze men op dergelijke vermogensbestanddelen beslag moet leggen. Ook het leggen van beslag komt immers – gezien het economische tij – meer en meer voor.

Een ietwat juridisch-technisch verhaal, maar wel goed om te weten. Indien u meer informatie hierover wenst, staan wij tot uw beschikking.

B&G