Slijterij in supermarkt vereist permanent aanwezige leidinggevende

03 jan 2017

 

Uit een drietal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 december 2016 blijkt dat in slijterijen in supermarkten permanent een leidinggevende aanwezig zal moeten zijn.

Aanleiding voor deze zaak was een verzoek van de SlijtersUnie aan drie gemeenten om maatregelen te nemen tegen slijterijen in supermarkten in die gemeenten waar niet permanent een leidinggevende aanwezig was, terwijl dat volgens de SlijtersUnie wel een verplichting onder de Drank- en Horecawet is. De burgemeesters van de gemeenten in kwestie wezen het verzoek van de Slijtersunie af onder de stelling dat de supermarkt en de slijterij samen de in de Drank- en Horecawet bedoelde "inrichting" vormen en dat daarmee volstaat dat een leidinggevende in de supermarkt aanwezig is en niet permanent in de slijterij zelf.

Na afwijzing van de verzoeken om handhavend optreden en tevergeefs bezwaar daartegen is de SlijtersUnie in beroep gegaan en heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 2015 in een drietal afzonderlijke uitspraken geoordeeld dat wel degelijk de Drank- en Horecawet werd overtreden. Tegen deze uitspraken zijn de burgemeesters van de desbetreffende gemeenten, de supermarkten in kwestie en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

In de bewuste drie zaken draait het om het begrip "inrichting" uit de Drank- en Horecawet. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat uit de wet en de wetsgeschiedenis volgt dat een inrichting niet bestaat uit het gehele pand, waarin zowel de supermarkt als de slijterij is gevestigd, maar slechts uit de daarin gesitueerde besloten ruimten waarin het slijterijbedrijf wordt uitgeoefend. Naast de slijterij kunnen bijvoorbeeld ook een kantoor en voorraadruimte deel uit maken van de "inrichting", maar deze ruimten moeten dan wel direct in de buurt van de slijterij liggen en direct zicht bieden op de slijterij.

Voor zelfstandige slijterijen gold al – onbetwist – dat permanent een leidinggevende in de winkel moest staan om de verkoop van sterke drank te controleren. Gevolg van de uitspraken is dat nu ook in een slijterij in een supermarkt of in de ruimten die daarbij horen, altijd een leidinggevende aanwezig moet zijn. Het volstaat dus niet dat een leidinggevende in de supermarkt aanwezig is die niet permanent aanwezig zou hoeven te zijn in de slijterij zelf. Teneinde overtredingen van de Drank- en Horecawet te voorkomen, doen supermarkten die een "inrichting" in de zin van de Drank- en Horecawet oftewel een slijterij, hebben, er goed aan voortaan zorg te dragen voor een permanente aanwezigheid van een leidinggevende in de slijterij zelf.

Voor de volledige tekst van de uitspraken van 28 december 2016 zie:
Uitspraak 201508017/1/A3 | Raad van State
Uitspraak 201507699/1/A3 | Raad van State
Uitspraak 201507606/1/A3 | Raad van State