Standaard betalingstermijn
Er verandert nogal wat in incassoland. Vorig jaar werd per 1 juli al de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten ingevoerd, waarmee een staffel geïntroduceerd werd voor de hoogte van buitengerechtelijke incassokosten. Deze regeling strekt in beginsel ter bescherming van consumenten, maar ook B2B wordt er gebruik van gemaakt, als er niets afwijkends geregeld is.
Per 16 maart 2013 wordt een nieuwe EU-richtlijn van kracht [richtlijn bestrijding van betalingsachterstanden bij handelstransacties] die regelt dat tussen zakelijke partijen standaard een betalingstermijn geldt van 30 dagen, tenzij partijen iets anders overeenkomen. In dat geval kan de termijn maximaal tot 60 dagen worden opgerekt.
Het Burgerlijk Wetboek wordt daarop aangepast.
De belangrijkste, aanvullende instrumenten ter bestrijding van betalingsachterstand zijn:
- een minimumvergoeding van 40 euro voor invorderingskosten;
- een maximum betaaltermijn voor overheidsinstanties van in beginsel 30 dagen;
- een maximum betaaltermijn voor handelstransacties tussen ondernemingen van 60 dagen;
- een maximum verificatieperiode van in beginsel 30 dagen;
- een verhoging van de wettelijke handelsrente met 1 procentpunt;
- het stellen van grenzen aan de contractsvrijheid met de introductie van een regeling van kennelijk onbillijke contractbepalingen en kennelijk onbillijke praktijken.
Deze richtlijn is gericht op het bestrijden van betalingsachterstand bij handelstransacties, om bij te dragen tot de goede werking van de interne markt en ter versterking van de concurrentiekracht van ondernemingen in met name het MKB. De richtlijn is van toepassing op alle typen betaling die worden gedaan ter vergoeding van handelstransacties tussen overheidsdiensten en ondernemingen of tussen ondernemingen onderling.
Vaak worden betalingstermijnen geregeld in algemene voorwaarden. Die moeten van toepassing worden verklaard op overeenkomsten. Als in die algemene voorwaarden iets afwijkends van de wettelijke regeling, dan zouden die bepalingen wel eens nietig kunnen zijn. Dat geldt met name als een langere termijn dan 60 dagen overeengekomen wordt. Dat kan alleen als de contractspartij die het aangaat niet benadeeld wordt. Het is dus zaak hier in de toekomst alert op te zijn en desnoods de algemene voorwaarden er nog eens op na te slaan.