Tyco arrest; reistijd van en naar een opdracht is arbeidstijd

23 sep 2015

Op 10 september 2015 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een ook voor de Nederlandse rechtspraktijk belangrijke uitspraak gedaan over wat als arbeidstijd dient te gelden wanneer werknemers vanuit huis naar klanten gaan alwaar ze een opdracht uitvoeren.

De regeling op het gebied van arbeidstijden in Nederland is vastgelegd in de Arbeidstijdenwet. In die wet valt geen definitie van arbeidstijd terug te vinden. De regels in de bewuste wet zijn gebaseerd op de Europese Arbeidstijdenrichtlijn [richtlijn 2003/88/EG]. In die richtlijn is in artikel 2 bepaald dat onder arbeidstijd moet worden verstaan “de tijd waarin de werknemer werkzaam is, ter beschikking van de werkgever staat en zijn werkzaamheden of functie uitoefent, overeenkomstig de nationale wetten en/of gebruiken” alsmede dat rusttijd is gedefinieerd als “de tijd die geen arbeidstijd is”.

Het hoeft geen betoog dat gelet op de definitie van arbeidstijd in de richtlijn, er enorm veel gesteggeld kan worden over de vraag wanneer nu wel en niet sprake is van arbeidstijd of rusttijd, zeker nu de arbeidsmarkt steeds meer flexibiliseert.  

De feiten in de Tyco zaak [zaaknummer C-266/14] zijn samengevat als volgt. Tyco is een bedrijf dat beveiligingssystemen installeert en onderhoudt in een groot deel van Spanje. Tot 2011 had Tyco regionale kantoren van waaruit de werknemers naar klanten gingen. Het reizen vanuit die regiokantoren naar de klanten, en visa versa, werd als arbeidstijd beschouwd. Nadat in 2011 Tyco haar regiokantoren had opgeheven, liet Tyco haar werknemers vanuit huis direct naar de klanten gaan. Hiertoe kregen de werknemers een bedrijfsauto tot hun beschikking en moesten zij met regelmaat bij een regionale expediteur langs om gereedschap, apparaten en onderdelen op te halen. Via de door Tyco aan haar werknemers verstrekte mobiele telefoons, kregen de werknemers reisinstructies en moesten de werknemers aan Tyco informatie verstrekken over hun werkzaamheden. Vanaf dat moment zag Tyco de reistijd woonplaats – klanten [en visa versa] niet als arbeidstijd, maar als rusttijd. Het gevolg was dat werknemers van Tyco soms wel 3 uur lang onderweg waren van huis naar de eerste klant en welke tijd door Tyco als “rusttijd” werd gezien.

Het Europese Hof die vooropstelt dat de strekking van de richtlijn is dat minimumvoorschriften hebben te gelden om de levens- en arbeidsomstandigheden van werknemers te verbeteren, stelt dat nu personeel van Tyco niet meer naar kantoor hoefde te komen, de reistijd [van huis naar de klant] niet ineens als vrije tijd kan gelden. Het feit dat werknemers van Tyco hun werkdag thuis beginnen en eindigen, vloeit rechtstreeks voort uit de keuze van Tyco om de regionale kantoren af te schaffen en niet uit een verlangen van de werknemers zelf, zo stelt het hof. Een andersluidende uitleg zou in strijd zijn met de Europese Arbeidstijdenrichtlijn die voorziet in regels op het gebied van rusttijden en maximale reistijden.

Met dit arrest geeft het Europese Hof meer duidelijkheid over het begrip “arbeidstijd”. Reistijd van huis naar een klant [en visa versa] en onder de omstandigheden zoals die in de Tyco zaak golden, vormt arbeidstijd en zal dan ook in loon moeten worden betaald. Met betrekking tot de beloning geldt wel de belangrijke kanttekening dat het Europese Hof in de Tyco zaak tevens overweegt dat de richtlijn in beginsel niet van toepassing is op de beloning van werknemers, zodat het aan het nationale recht is om de hoogte daarvan te bepalen.

In ieder geval, de Tyco uitspraak biedt aanknopingspunten voor werknemers om in soortgelijke situaties als in voornoemde zaak, met succes te stellen dat de reistijd in kwestie als arbeidstijd zal moeten worden vergoed. Verder zal het Tyco arrest gevolg kunnen hebben voor branches waarin er via een CAO geen afspraken gelden voor doorbetaling van reistijden. Ook lijkt een logisch gevolg van de Tyco uitspraak te moeten zijn dat in gevallen waarin de reistijd arbeidstijd is, die reistijd ook moet worden meegeteld bij het bepalen van de maximale werktijd op grond van de Arbeidstijdenwet met als gevolg dat werknemers veel eerder aan een maximum werktijd per dag of per week komen te zitten.

Afsluitend, gelet ook op de toenemende flexibilisering van arbeid mag verwacht worden dat naar aanleiding van het Tyco arrest de nodige geschillen op het gebied van reizen, arbeidstijden en de bijbehorende compensatie, nog beslecht zullen moeten worden.