Uitleg contract na aanbesteding

04 jun 2013

Het betreft een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant van 29 maart 2013. In deze zaak heeft de Provincie de ombouw van de N261 aanbesteed. Na gunning van het werk heeft de Provincie met de aannemer in kwestie een Design Build en Maintain overeenkomst gesloten. Partijen zijn het niet eens over de mate van ontwerpvrijheid die de aannemer heeft. De aannemer heeft in haar ontwerp gekozen voor een aantal goedkopere oplossingen die afwijken van het concept Voorlopig Ontwerp dat in de aanbesteding als bindend document is aangemerkt.

De overeenkomst is het resultaat van een Europese aanbesteding die aan strikte regels is gebonden om eerlijke concurrentie tussen de inschrijvers zo veel mogelijk te waarborgen. De aanbestedingsrechtelijke beginselen die gelden voor de gunningprocedure werken door bij de uitleg van de overeenkomst. Aldus moet worden voorkomen dat de [winnende] aannemer door een voor haar gunstige uitleg achteraf alsnog wordt bevoordeeld ten opzichte van andere inschrijvers.

De aannemer kan onvoldoende aannemelijk maken dat uit uitlatingen van de Provincie zij had mogen afleiden dat zij meer ontwerpvrijheid had. Bij het uitvoeren van het werk geldt als uitgangspunt het contract dat in verband met aanbestedingsrecht strikt moet worden uitgelegd. Daarbij moet aldus de voorzieningenrechter, aansluiting worden gezocht bij de strikte uitleg volgens de zogenaamde CAO-norm waarbij de bewoordingen, gelezen in het licht van de gehele tekst van de overeenkomst, in beginsel van doorslaggevende betekenis zijn.

Kortom, er is bij een aanbesteed contract geen ruimte om de overeenkomst uit te leggen volgens de zogenaamde Haviltex-norm die inhoudt dat er gekeken wordt naar “de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan bepalingen van het contract mogen toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mogen verwachten”.

Van een professionele speler op de markt die de aannemer is, mag worden verwacht dat zij zich er van bewust is dat een aanbesteed contract moet worden uitgevoerd overeenkomstig de eisen van het [dus bindende] concept Voorlopig Ontwerp. En dat behoudens de vrijheid om daarin verbeteringen op aan te brengen, het de aannemer dus niet vrij staat om naar eigen inzicht voor goedkopere oplossingen ten opzichte van datzelfde concept Voorlopig Ontwerp te kiezen.