Van tweeën één?

30 okt 2012

Als we denken aan het besturen van een vennootschap, dan komt het beeld op van één of meerdere bestuurders die de vennootschap besturen, en die eventueel onder toezicht staan van een Raad van Commissarissen. Dat is in Nederland het gebruikelijke model, dat ook verankerd is in ons Burgerlijk Wetboek. We noemen dit het zogenaamde “Two tier” model. Dat impliceert dat er ook een “One tier” model bestaat, en dat is juist. In Angelsaksische landen wordt veel met dit systeem gewerkt, waarbij zowel de bestuurder als de toezichthouder beiden binnen het bestuur van de vennootschap actief zijn. Binnenkort, en wel op 1 januari 2013, zal dit systeem ook in de Nederlandse wet worden ingevoerd, als de wet Bestuur en Toezicht van kracht wordt.

In dat nieuwe wettelijke systeem wordt gewerkt met de uitvoerende en de niet-uitvoerende bestuurder. De uitvoerende bestuurder is de klassieke bestuurder zoals we die nu ook kennen en de niet-uitvoerende bestuurder is eigenlijk de commissaris. De Raad van Commissarissen wordt afgeschaft. Voortaan zitten bestuurder en commissaris dus gebroederlijk in één bestuur met ieder een eigen taak en verantwoordelijkheid. Maar het zijn wel allebei bestuurders, die dus ook bestuursbevoegdheden hebben. Keerzij is wel dat de voormalige commissaris voortaan bestuurder is en dus ook onder de normale regels van bestuurdersaansprakelijkheid valt. We kennen al wel jurisprudentie over de aansprakelijkheid van de commissaris die zijn toezichthoudende taak veronachtzaamd heeft, maar op hem wordt in de toekomst dus ook die hele uitgebreide reeks jurisprudentie over de aansprakelijkheid van de bestuurder van toepassing. Veel commissarissen dienen zich dat goed te realiseren en eens te meer geldt: “bezint eer ge begint’ in de rol van niet-uitvoerend bestuurder.

Voor elke vennootschap die na 1 januari haar systeem wil wijzigen, zal het nodig zijn een statutenwijziging door te voeren. Dat is een uitstekend moment voor bestuurders en commissarissen om hun positie nog eens te heroverwegen. Er is wel een mogelijkheid om aan de interne aansprakelijkheid te ontkomen voor niet-uitvoerende bestuurders, namelijk door in de vennootschap goed vast te leggen hoe de taakverdeling is tussen de verschillende bestuurders. Maar daar moeten de bestuurders zich dan natuurlijk wel aan houden. Alle taken die niet aan de ene of de andere bestuurder zijn toebedeeld, horen tot de taak van de gezamenlijke bestuurders, die collegiale verantwoordelijkheid dragen, en als het mis gaat dus ook aansprakelijkheid.

Marc Heuvelmans

BG.legal